BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
2 oktober 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1561

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________
Federale overheidsdienst (FOD) Financiën - Taalwetgeving - Naleving - Maatregelen
________
ministerie
belastingadministratie
taalgebruik
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
tweetaligheid
betrekking tussen overheid en burger
________
2/10/2017Verzending vraag
16/11/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2157
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1561 d.d. 2 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uiteraard is de taalwetgeving een van de fundamenten om het samenleven in dit land mogelijk te maken. De naleving daarvan is uiteraard een bevoegdheid die zowel binnen de federale overheid als binnen de Gewesten en Gemeenschappen essentieel is. Het gaat dus duidelijk om een transversale aangelegenheid. De geachte minister van Financiën is bevoegd voor de controle op de naleving van de taalwetgeving door zijn diensten. Zeker wanneer deze diensten zich wenden tot de bevolking, is het uiterst belangrijk dat de taalwetgeving gerespecteerd wordt.

Onlangs werd door de federale overheidsdienst (FOD) Financiën verkeerdelijk een email gestuurd naar 900 000 mensen. De email die ik zag was opgemaakt in het Frans en het Nederlands. Het was echter duidelijk dat de Nederlandstalige versie een vertaling was van de Franstalige versie. Bij momenten ging het om een schabouwelijk Nederlands.

Hoe is het mogelijk dat in de 21ste eeuw we nog altijd moeten meemaken dat de taal van de meerderheid van onze bevolking stiefmoederlijk behandeld wordt ?

1) Is er op de communicatiedienst van de FOD Financiën geen taaldienst die toezicht houdt op alle communicatie vanuit de FOD ?

2) Wat zal de geachte minister ondernemen om ervoor te zorgen dat het Nederlands en het Frans geheel volwaardig en correct worden gebruikt door zijn diensten ?

3) Wat wordt er gedaan om ervoor te zorgen dat alle belastingdiensten binnen Brussel volstrekt tweetalig zijn ?

4) Hoe is het mogelijk dat je als Vlaming in Brussel nog steeds veel meer geduld moet uitoefenen omdat de Vlaming-van-dienst veel meer oproepen moet beantwoorden en de Franstalige collega's ondertussen rustig kunnen weigeren om Nederlandstaligen te woord te staan ?

5) Zal hij initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat door de diensten van Financiën de taalwetgeving correct wordt nageleefd ?

6) Is hij het met me eens dat de realiteit waarbij Vlamingen in Brussel zelf moeten afdwingen dat ze in het Nederlands worden behandeld, niet meer van deze tijd mag zijn ?

7) Is hij het met mee eens dat een correcte tweetaligheid van de diensten van Financiën in Brussel een vanzelfsprekendheid moeten zijn ?

8) Beseft hij dat dit echter geenszins het geval is en dat ook onder zijn leiding de Nederlandstaligen door de diensten van Financiën als tweederangsburgers worden behandeld ?