BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
27 januari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-964

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Executief van de Moslims van België - Versterking - Overleg
________
islam
moslim
________
27/1/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-964 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er leven ruim 400 000 moslims in België. Dat betekent ongeveer 4 % van de bevolking. Dit cijfer bedekt echter een grote diversiteit.

Naast de kwantitatieve relevantie van de islam in België, is ook de kwalitatieve aanwezigheid van uitzonderlijk groot belang. Hoewel moslims al decennia lang in ons land verblijven, toont de werkelijkheid dat er vele misverstanden en vooroordelen ten opzichte van zowel deze religie als hun belijders bestaan. Het hoeft weinig betoog dat de wijze waarop media wereldwijd hierover berichten, vaak bijdraagt tot minder begrip en zeker ook weinig positieve beeldvorming.

De islam kent geen strak hiërarchisch systeem, zoals bijvoorbeeld de katholieke kerk. Het belang van de plaatselijke geloofsgemeenschappen, meestal verzameld rond de moskee, weegt zwaar door. Daarnaast verzamelt de islam ook een aantal belangrijke varianten, zoals onder andere de Soennieten, Sjiieten, Alevieten, … Ook de wijze waarop bij voorbeeld Turkse of Marokkaanse mensen hun geloof praktiseren kan verschillen, waarbij in sommige gevallen het Arabisch afwijkt van de taal van de gelovigen en dus als een sacrale taal wordt gebruikt (bij voorbeeld bij Turken, Bosniërs of Indonesiërs). Daarnaast speelt er, met toenemend belang, ook het verschil tussen Frans- en Nederlandstalige moslims.

De Moslimexecutieve staat voor een vertegenwoordiging van de islamgelovigen in ons land. Deze structuur beoogt een forum te zijn dat de vele variaties en differentiaties binnen dit geloof overstijgt en tot een gezamenlijke aanpak en standpuntenbepaling kan komen. De voorbije jaren maakten duidelijk dat de verwachtingen hoog liggen. Ter leeft een grote mate van positieve betrokkenheid bij de vele Belgische moslims die hieromtrent het allerbeste willen verwezenlijken.

Tegelijkertijd vinden sommigen het relevant om deze executieve vooral in een negatieve en zelfs ridiculiserende context te plaatsen. Daarmee spelen ze, bewust of onbewust, in op een tendens van islampesterij, blijkbaar populair bij populisten. In tegenstelling tot deze krachten ben ik overtuigd dat een sterke, werkzame Moslimexecutieve een noodzakelijke en slagkrachtige bondgenoot is en wordt van iedereen die streeft naar een interculturele, open en daardoor ook welvarende samenleving.

Daarbij zal de Moslimexecutieve ook het optimale platform bieden om de islam binnen een Europese context een actuele inhoud te geven, wars van het extremisme waarmee deze religie veel te vaak en helemaal onterecht wordt gelijkgesteld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister mijn stelling van een hoge nood aan een slagkrachtige en efficiënte Moslimexecutieve, die als constructieve bondgenoot van onder andere de federale overheid zal werken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke klemtonen en taakstelling vindt de minister prioritair, gebaseerd op welke argumenten?

2) Deelt hij mijn stelling dat de Moslimexecutieve versterkt moet worden, zodat de terechte maar hoge verwachtingen kunnen worden ingevuld? Zo ja, welke concrete maatregelen plant hij hiervoor?

3) Deelt hij mijn stelling dat de moslimgemeenschappen in België te vaak en foutief worden vereenzelvigd met uitzonderlijke uitwassen zoals terrorisme of extremisme? Hoe denkt hij hieraan te kunnen verhelpen? Pleegde hij hieromtrent al overleg met zijn collega's? Zo neen, waarom niet? Werd dit probleem geagendeerd naar aanleiding van het voorzitterschap van de Europese Unie? Zo neen, waarom niet?

4) Pleegde hij hieromtrent al overleg met zijn collega's van de gemeenschappen, bevoegd voor onder andere de media, het onderwijs en cultuur? Zo ja, met welke resultaten? Zo neen, waarom niet?