BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
18 maart 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8543

de Danny Pieters (N-VA)

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen
________
Gedetineerden - Opbouw van pensioenrechten - Arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval of beroepsziekte
________
gedetineerde
pensioenregeling
________
18/3/2013Verzending vraag
26/3/2013Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8543 d.d. 18 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de detentieperiode verricht de gedetineerde geen arbeidsprestaties waarvoor socialezekerheidsbijdragen worden betaald. De periode in opsluiting telt dus niet mee voor de pensioenberekeningen. Hierop bestaan twee uitzonderingen:

1° Als de werknemer recht had op uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval of beroepsziekte (in de twee laatste gevallen: met een arbeidsongeschiktheidsgraad van minstens 66 %) en loopt dit recht door tijdens detentie, dan heeft de detentie geen nadelige invloed. Deze periodes worden volledig gelijkgesteld.

2° De periode van voorlopige hechtenis waarop geen veroordeling volgt, wordt - zonder dat hiervoor een bijdrage is verschuldigd - met een arbeidsperiode gelijkgesteld als de betrokkene reeds werknemer was of zich in een gelijkgestelde periode bevond.

Wat zijn de gemiddelde pensioenrechten die personen die definitief veroordeeld zijn en zich in detentie bevinden opgebouwd hebben gedurende hun detentie? Dit op basis van de bepaling uit de eerste uitzondering.

Antwoord ontvangen op 26 maart 2013 :

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer om het geachte lid het mee te delen dat de Rijksdienst voor Pensioenen de gevraagde gegevens niet kan meedelen.

In de door het geacht lid aangehaalde gevallen weet de Rijksdienst meestal zelfs niet dat de gepensioneerde gedurende een zekere periode in zijn leven opgesloten is geweest.