BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
20 februari 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8264

de Cindy Franssen (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________
De conventie 156 van de Internationale Arbeidsorganisatie (betreffende de bescherming van werknemers met familiale verplichtingen)
________
Internationale Arbeidsorganisatie
ratificatie van een overeenkomst
vaderschapsverlof
verlof om sociale redenen
zwangerschapsverlof
________
20/2/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2694
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8264 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Conventie 156 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de bescherming van werknemers en werkneemsters met familiale verplichtingen dateert reeds van 1981, maar België heeft deze nog steeds niet geratificeerd.

Nochtans maakt deze conventie een betere afstemming van werk op privéleven mogelijk. Bovendien beoogt de conventie sociale partners te sensibiliseren om meer mannelijke werknemers aan te zetten tot het opnemen van vaderschapsverlof.

Ook u zegt in uw beleidsnota dat België deze conventie, in het kader van de opvolging van de aanbevelingen van de onderzoeken 'zwangerschap/moederschap' en 'vaderschapsverlof', zou moeten ratificeren.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Waarom heeft België de Conventie 156 van de IAO nog niet geratificeerd? Wat staat zo'n ratificatie in de weg?

2) Welke tijdslijn voorziet u voor de ratificatie van deze Conventie?

3) Welke maatregelen beoogt u, in overeenstemming met de minister van Werk, te nemen om deze conventie te implementeren?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

1 en 2) De bekrachtiging van deze conventie is belangrijk omwille van de symbolische draagwijdte ervan.

In de goedkeuringsprocedure van dit gemengd verdrag, dient alleen nog het Brussels Gewest het nodige te doen. Ik heb derhalve de minister-president en de minister van Werk aangeschreven om hen te verzoeken een regeling te treffen in die zin.

Ziehier het detail van de goedkeuringen door alle andere entiteiten :

  • Federale overheid: Wet van 9 april 1987

  • Vlaamse Gemeenschap: Decreet van 23 november 2007

  • Duitstalige Gemeenschap: Decreet van 15 december 1997

  • Franse gemeenschap: Decreet van 22 december 1997

  • COCOM: Ordonnantie van 19 april 2007

  • Waals Gewest: Decreet van 20 juli 2011 

3) Sinds meer dan 15 jaar heeft België reeds een groot aantal beschikkingen getroffen om het gezinsleven en het beroepsleven beter op elkaar af te stemmen, zoals bijvoorbeeld via het tijdskrediet of het vaderschapsverlof.

Deze Conventie stipt tevens de rol van de Gewesten, de Gemeenschappen en de Plaatselijke overheden aan. Het is hun taak om gemeenschappelijke diensten, zowel openbare als privédiensten, te ontwikkelen zoals bijvoorbeeld zorg voor de kinderen en familiehulp. 

Ik ga met de minister van Werk en de sociale partners overleggen om andere maatregelen te overwegen ten voordele van werknemers met verantwoordelijkheden in het gezin, bijvoorbeeld het schoolbelcontract ( = meer flexibiliteit wat mogelijk maakt meer thuis te zijn tijdens de schoolvakantie)