BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting 2011-2012 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 maart 2012 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6003 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Helga Stevens (N-VA) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wet van 27 februari 1987 betreffende tegemoetkomingen aan personen met een handicap - Terugvorderingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
invaliditeitsverzekering aflossing officiële statistiek |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6003 d.d. 29 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 1376 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt als algemene regel dat wie bij vergissing of bewust iets ontvangt wat hem niet toekomt, dat moet teruggeven aan wie het onrechtmatig heeft betaald. Dit principe werd overgenomen in artikel 16 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. Met toepassing van de verjaringsregels zoals bepaald in de wet van 27 februari 1987 kan de periode die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het onterecht betaalde bedrag één, drie of vijf jaar bedragen: - in principe bedraagt de termijn drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied; - de termijn wordt op vijf jaar gebracht wanneer de niet-verschuldigde sommen werden verkregen door frauduleuze handelingen of het niet-naleven van de informatieverplichting door de rechthebbende; - ten slotte kan de verjaringstermijn verminderd worden tot een jaar wanneer de onrechtmatige betaling een gevolg is van een vergissing van een administratieve dienst of instelling. Graag een overzicht per gewest voor de periode van 2007 tot en met 2011 (per jaar) van: 1) het aantal sociaal verzekerden ten aanzien van wie een beslissing tot terugvordering werd genomen waarbij de verjaringstermijn van 3 jaar in aanmerking werd genomen; 2) het aantal sociaal verzekerden ten aanzien van wie een beslissing tot terugvordering werd genomen waarbij de verjaringstermijn van 5 jaar in aanmerking werd genomen; 3) het aantal sociaal verzekerden ten aanzien van wie een beslissing tot terugvordering werd genomen waarbij de verjaringstermijn van 1 jaar in aanmerking werd genomen; 4) zowel voor 1,2 als 3: het totaal bedrag dat teruggevorderd werd per jaar het gemiddelde bedrag van de terugvordering per jaar 5) het aantal sociaal verzekerden dat ontsnapte aan een terugvordering omdat de vordering verjaard was alsook het bedrag dat niet meer ingevorderd kon worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord ontvangen op 24 juli 2012 : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In antwoord op uw vragen als bijlage vindt u een tabel met een overzicht van het aantal terugvorderingen, het totaal jaarbedrag en het gemiddeld bedrag van de terugvordering ingedeeld naar jaar en taalrol (een indeling naar gewest is niet beschikbaar). Aangezien er bijna altijd een verjaringstermijn van 3 jaar gehanteerd wordt, is er geen indeling naar verjaringstermijn opgenomen. Tenslotte zijn er geen aparte statistische gegevens beschikbaar met betrekking tot het aantal oninbare terugvorderingen omwille van verjaring en de corresponderende bedragen.
|