BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2011-2012 | ||||
________ | ||||
10 februari 2012 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5621 | ||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden |
||||
________ | ||||
Bpost - Personeel - Thuiswerk | ||||
________ | ||||
postdienst werk op afstand |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5621 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Quasi in alle sectoren behoort thuiswerken van het personeel tot de geplogenheden. De federale overheidsbedrijven volgen deze trend, maar niet allemaal in het zelfde ritme. Hierover volgende vragen: 1) Beaamt de geachte minister dat het werk van vele personeelsleden van Bpost zich prima leent tot thuiswerken? 2) Kan hij een gedetailleerd overzicht geven van de mate waarin de medewerkers (a) de mogelijkheden krijgen en (b) deze ook effectief invullen door thuiswerk, jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en apprecieert de minister deze ontwikkelingen? 3) Wie beslist of de medewerkers de mogelijkheden tot thuiswerk krijgen? In welke mate kan de geachte minister hier bindende richtlijnen verstrekken? 4) Welke concrete spelregels gelden voor het thuiswerk van de medewerkers, onder andere met bereikbaarheid, combinatie met aanwezigheid van jonge kinderen, vergoedingen voor energie- en telefoon- en internetkosten enz.? 5) Bestaan er onderzoeksgegevens over de kwaliteit, de prestaties, de arbeidstevredenheid enz. in verband met dit thuiswerk? Kan de geachte minister de resultaten hiervan als synopsis verstrekken? |
||||
Antwoord ontvangen op 14 mei 2012 : | ||||
bpost deelt me mee dat:
|