BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
6 februari 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5504

de Bart Tommelein (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________
Overheid - Terugdringen energierekening - Lichtplan - Energiemanager
________
overheidsadministratie
energiebesparing
technische voorzieningen van gebouwen
verlichting
openbaar gebouw
________
6/2/2012Verzending vraag
3/1/2013Dossier gesloten
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5503
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5504 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een goede afstelling van apparaten, een kritische doorlichting van de energierekening en een aanstelling van een energiemanager levert al snel een besparing van 15% op in vijf jaar tijd. Overheden die het onderhoud en beheer van hun gebouwen uitbesteden, bereiken binnen 10 jaar met gemak een besparing van 30% . Dat blijkt uit cijfers en analyses van de Nederlandse studie "Energie Centrum Nederland (ECN) en Agentschap NL", het subsidiebureau van de overheid.

Met name in de kantorenmarkt is nog veel te halen, zo leren de cijfers van ECN. Een energiemanager die toeziet op betere afstelling van bijvoorbeeld verwarming en airco zou al een slordige besparing van 15% kunnen opleveren. Eerder werd al bekend dat de overheden miljoenen kunnen besparen op hun verlichting door spaarlampen in te draaien en slimme lichtplannen op te stellen.

Sowieso kan de overheid veel besparen door al bij de inkoop van apparatuur te letten op het stroomgebruik. Duurzaam inkopen betekent ook kijken welke apparaten zuinig zijn. Dat scheelt al heel veel geld.

De verduurzaming van overheidskantoren en andere nutsgebouwen is des te belangrijker omdat Europa voorschrijft dat er vanaf 2020 alleen nog energieneutrale kantoren worden gebouwd. Hierdoor zal de waarde van niet-duurzame kantoren mager afsteken tegen moderne geïsoleerde en goed ingerichte kantoren.

In dit kader had ik dan ook volgende vragen aan de minister, en in ondergeschikt verband aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten:

1) Wat is zijn reactie op de Nederlandse studie? Kan hij uitvoerig toelichten of ook bij de federale overheid nog veel "laaghangend fruit" is, waar nog substantiële energie- en dus ook budgettaire besparingen kunnen worden gedaan?

2) Hoe reageert hij op de concrete vaststelling dat met de aanstelling van een energiemanager 15% aan energie kan worden bespaard en dat de uitbesteding van het onderhoud en het beheer een besparing van 30% oplevert? Overweegt hij die maatregelen te implementeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan hij de timing en de cijfers gedetailleerd toelichten?

3) Kunt hij aangeven waar hij zelf de grootste besparingsmarge ziet? Hoe gaat hij hierop inspelen?

4) Is de minister bereid extra maatregelen te nemen met het oog op een grotere energiebesparing voor overheidsgebouwen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

5) Kan hij gedetailleerd aangeven of en zo ja hoe hij aan duurzaam inkopen doet? Kan hij dat concreet en met cijfergegevens toelichten? Zo hij niet aan duurzaam inkopen doet, waarom niet?

6) Heeft de minister bij de verschillende beleidscellen en de administraties reeds lichtplannen laten opstellen? Zo ja, waar? Kan hij het besparingspotentieel weergeven? Zo neen, gaat hij dit doen?