BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
6 februari 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5493

de Vanessa Matz (cdH)

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________
De consumentenkredieten op het internet
________
internetsite
elektronische handel
consumptief krediet
kortlopend krediet
misleidende reclame
bescherming van de consument
________
6/2/2012Verzending vraag
5/3/2012Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1819
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5493 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De wet van 12 juni 1991 betreffende het consumentenkrediet is in 2010 volledig herzien om onder meer de informatie aan de consument te verbeteren. Vandaag lezen we in de pers echter dat meer dan 95% van de Belgische internetsites voor kredietverstrekking de consument bedriegen. Volgens een enquête van de FOD Economie, aangevraagd door de Europese Commissie, zouden in België ongeveer 89 ondernemingen 142 online consumentenkredieten aanbieden en daarbij vaag blijven over de werkelijke kostprijs van de lening.

De gebrekkige informatie over de tarieven of het totaal terug te betalen bedrag, de uitbuiting van de slechte financiële situatie van de potentiële klant, de afwezigheid van de gegevens van een contactpersoon en van het ondernemingsnummer, alsook een gebrek aan duidelijkheid over het onderscheid tussen de verschillende consumentenkredieten zouden de meest voorkomende euvels zijn.

De FOD Economie moet de situatie nu rechttrekken. Na een eerste waarschuwing zullen de ondernemingen die in de fout gaan, hun internetsite binnen de kortste keren in orde moeten brengen. De zaak kan aan het parket worden overgemaakt als deze verbeteringen niet snel worden vastgesteld.

Ik heb volgende vragen :

1) Hoe is de exacte situatie in België? Wordt de huidige wet correct nageleefd door de online-ondernemingen, maar ook door de andere ondernemingen?

2) Welke procedures heeft de FOD Economie ingevoerd of zal ze invoeren om de situatie recht te trekken? Hoeveel waarschuwingen zijn verstuurd? Voor welk soort bedrijven worden de meeste inbreuken vastgesteld?

3) Zullen er in de komende maanden nog strengere controles komen?

4) Plant u ook een onderzoek van de wet op het consumentenkrediet en eventueel wijzigingen om de verplichtingen van de ontleners te verstrengen?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

Ziehier het antwoord op de vraag van het geachte lid : 

Vraag 1:

Binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie werd in 2006 een taskforce kredietreclame opgericht die op een permanente basis kredietreclames screent en beoordeelt. Dit nazicht gebeurt zowel op basis van schriftelijke reclames in bijvoorbeeld huis-aan-huisbladen, maar ook de radio-en TV-reclames, de in de verkoopzaal aanwezige publiciteit, de websites.

Voor het jaar 2011 werden door de taskforce meer dan 450 advertenties (vooral schriftelijk) nagekeken en werden er 17 % overtredingen vastgesteld.  

Het is uiteraard moeilijk om te zeggen of de wettelijke bepalingen inzake reclame goed worden nageleefd door de Belgische kredietondernemingen omdat sommige advertenties een zeer vluchtig karakter hebben.

Ik wil daarmee zeggen dat reclames zeer onderhevig zijn aan snelle aanpassingen. Een reclame die vandaag alle correcte informatie geeft, kan overmorgen in een licht gewijzigde versie niet meer beantwoorden aan de wettelijke voorschriften. Het is daarom dat via de taskforce een permanent toezicht wordt georganiseerd.   

Vraag 2 :

De wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet voorziet in een aantal sanctiemogelijkheden.

De bevoegde personen kunnen een proces-verbaal van waarschuwing opstellen waarin aan de overtreder een korte termijn wordt gegeven binnen dewelke hij zich kan aanpassen aan de wettelijke bepalingen.

Zij kunnen ook een proces-verbaal opstellen, met of zonder voorstel van minnelijke schikking. Indien het voorstel voor minnelijke schikking wordt aanvaard, vervalt verder strafvordering. Indien de administratie van oordeel is dat de begane overtredingen te zwaar doorwegen of indien de overtreder het voorstel van minnelijke schikking niet aanvaardt, wordt het dossier aanhangig gemaakt bij het bevoegde parket.

Ook de mogelijkheid van een administratieve sanctie kan overwogen worden; concreet wil dit zeggen dat de erkenning of inschrijving kan doorgehaald of ingetrokken worden.

Er kan ook een vordering tot staking ingesteld worden bij de voorzitter van de rechtbank van koophandel tegen de reclame.   

Vraag 3:

Er werd met de Europese Unie afgesproken dat België de verdere opvolging van de vastgestelde inbreuken op de gecontroleerde websites op zich neemt. Er werd eveneens overeengekomen dat deze onderzoeken tegen september 2012 zullen afgerond worden en dat hierover verder met de Europese Unie zal gecommuniceerd worden.

Verder blijft de taskforce kredietreclame belast met het toezicht op de publiciteitscampagnes van de overige kredietinstellingen.   

Vraag 4:

Er worden geen onmiddellijke wetswijzigingen in het vooruitzicht gesteld. Na de beëindiging van de verdere controles, zal uit een evaluatie blijken of er wettelijke bijsturing nodig is, of dat een systematische controle op de toepassing van de bestaande reglementering voldoende is.