BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
28 december 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5053

de Bart Tommelein (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Valse politieagenten - Diefstal met valse titeldracht - Preventie - Oude uniformen
________
gemeentepolitie
identiteitsdiefstal
politie
fraude
diefstal
kledingstuk
________
28/12/2011Verzending vraag
7/6/2012Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3493
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5053 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds enige tijd proberen dieven hun slachtoffers meer en meer om de tuin te leiden door zich voor te doen als politieagenten. In een nepuniform of een oud uniform raken ze bij goedgelovige mensen over de vloer. Hun slachtoffers zijn meestal bejaarde alleenstaande personen. De buit is meestal zeer groot en kan zelfs oplopen tot alle spaarcenten.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd aan de bevoegde minister:

1) Kan de geachte minister toelichten hoeveel maal op jaarbasis diefstallen worden gepleegd door zich voor te doen als politieagent(en) en kan dit cijfermatig worden toegelicht en dit wat betreft de laatste drie jaar? Worden bepaalde regio's meer getroffen dan andere?

2) Kan u aangeven hoeveel mensen respectievelijk op jaarbasis de laatste drie jaar werden opgepakt voor diefstal met valse titeldracht, in casu zich voordoen als politieagent? Betreft het bendes die hierin specialiseren? Kan er tevens worden aangeven hoeveel verdachten hiervoor daadwerkelijk werden veroordeeld?

3) In bepaalde politiezones wordt verwittigd voor valse agenten aan bepaalde categorieën van potentiële slachtoffers zoals senioren? Wordt dit systematisch gedaan? Zo ja, kan u toelichten? Zo neen, waarom niet?

4) Kan u toelichten of er bepaalde richtlijnen bestaan wat betreft de oude politie uniformen en de eventuele doorverkoop ervan? Zo ja, volstaan deze en kan u deze toelichten? Zo neen, acht u het niet aangewezen richtlijnen op te stellen wat betreft het aanwenden van oude of versleten politie uniformen?

Antwoord ontvangen op 7 juni 2012 :

Antwoord op vraag 1. 

Tijdens het eerste semester van 2011 werden 262 gevallen geteld. In 2010 hebben de politiediensten in totaal 549 feiten vastgesteld. In 2009 en 2008 werden respectievelijk slechts 286 en 306 gevallen geregistreerd. 

Het begrip “valse agent” heeft niet enkel betrekking op vertegenwoordigers van de openbare orde. Het kunnen ook werknemers van de gas- of watermaatschappij zijn. De bedoeling is het misbruiken van de autoriteit die het “openbare” statuut verleent met het oog op het plegen van een misdrijf. 

Antwoord op vraag 2. 

  • De politiediensten beschikken niet over dergelijk gedetailleerde gegevens omtrent het aantal opgepakte personen voor diefstal met valse titeldracht die zich, in casu, voordoen als politieagent. 

  • Uit de fenomeenanalyse, die door verschillende partners samen werd gevoerd en onlangs onder de titel “diefstal met list” werd gepubliceerd (http://www.dsb-spc.be/doc/pdf/diefstal_met_list.pdf), blijkt dat de meeste feiten door rondtrekkende groepen worden gepleegd. Deze worden per duo of trio, in functie van de gebruikte modi operandi, opgesplitst en verblijven in de grensstreek (België-Frankrijk). Ze plegen hun misdrijven in meerdere arrondissementen over heel België door zich bij voorkeur kortstondig op een welbepaald gebied te focussen. 

    Niet alle geïnventariseerde feiten worden weliswaar door dit soort dader gepleegd. 

  • Wat betreft het aantal veroordelingen voor dergelijke feiten, beschik ik niet over cijfers. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid publiceert sinds 1994 de veroordelings-, opschortings- en interneringsstatistieken. Deze statistieken worden opgesteld aan de hand van de gegevensbank van het Centraal Strafregister waarin alle veroordelingsberichten zijn opgenomen die worden aangeleverd door de griffies van de hoven en rechtbanken. De statistieken zijn bijgevolg afhankelijk van de ontvangst en registratie van de veroordelingsberichten in het Centraal Strafregister en vervolgens van de anonimisering van en de extracties uit deze gegevensdatabank. Dit alles maakt dat er op heden slechts tot 2005 betrouwbare en volledige jaarstatistieken kunnen worden aangeleverd. Er wordt momenteel aan de actualisatie van de veroordelingsstatistieken gewerkt.  

De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid zal hoe dan ook niet over dergelijk gedetailleerde cijfergegevens beschikken. Dit criminele fenomeen past in het ruimere kader van diefstal met list en kan meerdere strafrechtelijke misdrijven omvatten, zoals gewone diefstal, diefstal met geweld of oplichting.  Door de structurering van de statistieken zal het dus niet als dusdanig kunnen worden geïdentificeerd. 

Antwoord op vraag 3. 

De politiezones wijzen niet als enige op dit soort crimineel gedrag. Ze lijken zich evenwel meer op lokale gebeurtenissen van het fenomeen te richten. Daar de modus operandi mee evolueert, is dit nuttiger bij vlagen van dit soort crimineel gedrag. 

Aangezien het om een aanhoudend fenomeen op nationaal vlak handelt, werden, sinds enkele jaren, op federaal niveau, meerdere sensibiliseringsacties voor het publiek door de overheid of de politie opgezet.   

De procureurs des Konings publiceren tevens regelmatig opsporingsberichten opdat deze feiten sneller zouden worden opgelost. Deze berichten kunnen ook de aandacht van het publiek op de mogelijke gevaren vestigen en het tot voorzichtigheid aansporen. 

Voor het overige verwijs ik naar het antwoord dat de minister van Binnenlandse Zaken binnen haar bevoegdheden op parlementaire vraag nr. 5-5003 heeft gegeven.   

Antwoord op vraag 4. 

Voor deze vraag verwijs ik tevens naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken

binnen het kader van parlementaire vraag 5-5003.