BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2011-2012 | ||||
________ | ||||
28 december 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4439 | ||||
de Bart Laeremans (Vlaams Belang) |
||||
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden |
||||
________ | ||||
NMBS - Treinramp Buizingen - Intern onderzoek - Resultaten | ||||
________ | ||||
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ongeval bij het vervoer veiligheid van het vervoer |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-119 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4439 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Zes maanden na de ramp van Buizingen vernam ik graag of het interne onderzoek van de NMBS heeft geleid tot het vaststellen van de oorzaak van de ramp. Het is alleszins duidelijk dat de stoptrein richting Halle bij het oversteken van de middensporen een sneltrein richting Brussel heeft geramd. De vraag kan worden gesteld waarom die stoptrein op het rechterbuitenspoor reed. In normale omstandigheden zou die trein immers op het linkerbuitenspoor moeten hebben gereden. Klaarblijkelijk zou dat altijd het geval zijn. Waarom werd bij de verdubbeling van het aantal sporen het linkerbuitenspoor niet meteen voorbehouden voor de stoptreinen richting Halle? Nu is daar altijd een zeer gevaarlijk "dwarsen" van de middensporen nodig. Welke maatregelen heeft de NMBS ondertussen getroffen om de veiligheid te verhogen? |