BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
23 juni 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2629

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Gerechtsdeurwaarders - Werking - Antwoord op de schriftelijke vraag nr. 5-1994 - Ontbreken van gegevens
________
gerechtsdeurwaarder
________
23/6/2011Verzending vraag
16/9/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2629 d.d. 23 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-1994 over de gerechtsdeurwaarders, stelde de geachte minister dat er geen gegevens beschikbaar zijn over (1) het aantal gerechtelijke onderzoeken tegen, (2) veroordelingen, (3) faillissementen en (4) lopende gerechtelijke onderzoek naar en (5) de evaluatie van de ontwikkelingen hieromtrent.

Dit antwoord bevreemdt en beangstigt. Het gaat hier over gerechtsdeurwaarders, die gedeeltelijk als ambtenaar werken, aangesteld zijn door de overheid en een maatschappelijk belangrijke en zelfs cruciale rol vervullen. Hierin speelt hun aureool en ook wettelijk statuut van door de overheid aangestelde ambtenaar een doorslaggevend element. Tegelijkertijd blijkt de overheid, die juist deze publieke dienstverlening waarborgt, niet bij machte om over dit korps van ambtenaren toch wel belangrijke informatie te produceren. Temeer omdat het hier gaat over elementen die gegevens verstrekken over de graad van vertrouwen en / of wantrouwen en de evolutie hiervan.

Voor mijn volstaan deze antwoorden niet, vandaar kreeg ik graag een antwoord op deze bijkomende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte minister dat hij niet beschikt over de gevraagde informatie, dit in het licht van een ambtenarenkorps dat expliciet gewaarborgd wordt door de federale overheid en belast is met uiterst gevoelige en belangrijke juridische en maatschappelijke opdrachten?

2) Beaamt hij dat het ontbreken van deze informatie een evaluatie en monitoring van de wijze waarop gerechtsdeurwaarders evolueren in het vervullen van hun belangrijke opdrachten belet?

3) Is hij bereid om hieromtrent alsnog de gevraagde informatie te verzamelen, in achtneming dat deze opdracht moeilijk als arbeidsintensief of moeilijk kan worden beoordeeld?

4) Waarom beperkte hij zijn antwoord op deze relevante vragen tot dergelijke nietszeggende en zelfs wat denigrerende elementen?

Antwoord ontvangen op 16 september 2011 :

Het geachte lid geeft zelf de elementen van het antwoord in zijn vraagstelling. De gerechtsdeurwaarders zijn deels ambtenaar en deels beoefenaar van een vrij beroep. In hun ambtsuitoefening staan ze onder toezicht en disciplinair gezag van de rechterlijke overheden. Ze staan dus niet onder het onmiddellijk gezag van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en de minister van Justitie. Dit verklaart waarom de FOD Justitie niet beschikt over de door het geachte lid gevraagde informatie. Het is slechts in de mate van bepaalde beslissingen van de disciplinaire overheden gevolgen hebben op de statutaire toestand van de gerechtsdeurwaarders dat de administratie van de FOD Justitie betrokken partij wordt (bijvoorbeeld bepaalde tuchtsancties zoals schorsing of afzetting).

Ik begrijp dan ook de bewering van het geachte lid niet dat mijn antwoorden denigrerend zijn, kwalificatie die ik betwist en voor rekening van het geachte lid laat.

Ik zal zowel de Nationale Kamer van de gerechtsdeurwaarders als de rechterlijke overheden ondervragen of zij over informatie beschikken die het geachte lid wenst te verkrijgen.