BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
22 juni 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2601

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________
Mensenhandel - Identiteitsfraude - Dimona-databank - Instellen van een alarmsysteem
________
arbeidsinspectie
zwartwerk
illegale werknemer
identiteitsbewijs
gegevensbank
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
________
22/6/2011Verzending vraag
11/7/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2601 d.d. 22 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de werkgroep " Mensenhandel " van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat werden in de eerste maanden van 2010 hoorzittingen gehouden, onder meer met vertegenwoordigers van de Sociale Inspectie.

Er werd door een van de vertegenwoordigers de suggestie gedaan om, teneinde identiteitsfraude door meervoudige Dimona-meldingen op te sporen, een alarm te creëren in de Dimona-databank.

In de fruitteelt kwam het blijkbaar vaak voor dat een legale identiteit werd gebruikt voor tien tot vijftien Dimona-meldingen door evenveel werkgevers.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Werd een dergelijk alarm ondertussen gecreëerd?

2) Zo ja, welke resultaten leverde dit op?

3) Zo neen, waarom niet? Zijn er plannen om een dergelijk alarm te creëren en binnen welke tijdspanne?

Antwoord ontvangen op 11 juli 2011 :

In antwoord op uw vraag inzake “Mensenhandel – Identiteitsfraude – Dimona-databank – Instellen van een alarmsysteem”, heb ik de volgende informatie ontvangen vanwege de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ.

De RSZ is reeds sedert enige tijd op de hoogte van het fenomeen waarbij eenzelfde persoon met een welbepaald Identificatienummer Sociale zekerheid of Bisnummer in bepaalde gevallen en op welbepaalde dagen het voorwerp uitmaakt van diverse Dimona-aangiften bij diverse werkgevers.

In de gevallen waarvan de RSZ tot nu toe kennis kreeg, is kunnen blijken dat het gebruik van een gestolen of vervalste identiteitskaart meestal, laat staan in nagenoeg alle situaties, aan de basis lag van de eerder geciteerde praktijken.

In het recente verleden werd reeds meermaals in nauw overleg met de informaticapartner Smals van gedachten gewisseld over mogelijke technische aanpassingen aan de DIMONA-toepassing om dergelijke praktijken sneller aan het licht te brengen.

Hierbij werd de bedenking gemaakt en tevens de vraag gesteld of de DIMONA-toepassing wel een passende oplossing kon bieden voor het hier aangehaalde probleem.

Het lijkt de RSZ voor te komen dat deze eerder moet worden gezocht in de richting van het uitreiken van elektronische identiteitskaarten die veel moeilijker het voorwerp kunnen uitmaken van vervalsing.

Bovendien is kunnen blijken dat eventuele aanpassingen binnen de DIMONA-toepassing geen echte waarborg kunnen bieden met het oog op een blokkering of een stopzetting van de aangehaalde praktijken. Het inbouwen van een mogelijk signaal dat er reeds een DIMONA-melding gebeurde voor een welbepaalde werknemer blijkt bovendien een kostbare aangelegenheid. In dit kader zou het namelijk noodzakelijk zijn om elke DIMONA-aangifte te confronteren met alle andere aangiften die reeds eerder op of voor diezelfde dag gebeurden, hetgeen heel wat machinetijd in beslag zou nemen.

Daarenboven zou dit geen enkele garantie bieden voor het feit dat de melding van de “echte werknemer” op eenzelfde dag in de databank terecht zou komen en dat de “onechte werknemers” geweigerd zouden worden.

Ook in de Nationale Arbeidsraad werd reeds enkele malen van gedachten gewisseld omtrent deze aangehaalde praktijken en werd recentelijk nog gesuggereerd om geen technische oplossing online uit te werken, maar eerder een systeem op te zetten van “ex post controles” waarbij de betrokken werkgevers vrij vlug een signaal zouden krijgen dat bepaalde personen reeds op bepaalde dagen het voorwerp uitmaakten van een Dimona-aangifte. Deze piste wordt thans verder onderzocht door RSZ, ook in het licht van de naleving op de wetgeving met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Er wordt thans ook werk gemaakt van de ontwikkeling van een “teller” op niveau van de Dimona-aangiftes voor gelegenheidswerknemers. Het is de bedoeling, naar aanleiding van de nieuwe regeling die voor studenten zal worden ingevoerd, om dit tellermechanisme ook te gaan gebruiken voor het inzetten van gelegenheidspersoneel. Hierbij wordt het dan mogelijk vóór de aanvang van de tewerkstelling de stand van zaken na te gaan op vlak van reeds gepresteerde dagen van het beschikbare contingent aan RSZ dagen met voordelig tarief alvorens tot de aanwerving over te gaan.