BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
10 juni 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2520

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Actieplan " De strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel " - Vaststellen van feiten in de mensenhandel - Opstellen van een draaiboek voor politieambtenaren
________
mensenhandel
politie
praktijkopleiding
gemeentepolitie
________
10/6/2011Verzending vraag
29/8/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2520 d.d. 10 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Actieplan " De strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel 2008-2011 " vermeldt het voorstel, te implementeren door de geachte minister van Binnenlandse Zaken, over het opstellen van een onderzoeksdraaiboek voor politieambtenaren voor het vaststellen van feiten in de mensenhandel.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In welke mate, op welke wijze en wanneer werd deze doelstelling als een opdracht geconcretiseerd?

2) Hoe wordt deze concretisering geëvalueerd?

3) Hoe verloopt de concretisering van deze doelstelling momenteel? Zijn er op korte termijn nog concrete initiatieven gepland?

Antwoord ontvangen op 29 augustus 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. De centrale dienst ‘Mensenhandel’ van de federale gerechtelijke politie werkte het draaiboek “mensenhandel”, maar ook een leaflet voor de politiemensen van de eerste lijn uit. Ze baseerde zich daarbij op enkele goede voorbeelden van bestaande hand- en draaiboeken van internationale organisaties.

Enkele politiezones kregen het eerste ontwerp van een Belgisch draaiboek en de leaflet. Op basis van hun opmerkingen werd het draaiboek verfijnd. Om het opzet van het draaiboek en de leaflet toe te lichten, maar om ook feedback te krijgen, bezocht de centrale dienst ‘Mensenhandel’ overigens een aantal politiezones. De definitieve versie van het draaiboek werd verspreid aan de vertegenwoordigers van de politiezones en politiediensten op twee informatiedagen die plaatsvonden op 3 en 5 mei 2011. Elke vertegenwoordiger kreeg ook de softwaretoepassing VITA voor een eerste gesprek met mogelijke slachtoffers van mensenhandel in 40 verschillende talen. Via de bemiddeling van de centrale dienst ‘Mensenhandel’ kregen we 600 exemplaren van deze VITA van het VN-organisatie tegen drugs en criminaliteit (UNDOC). De vertegenwoordigers van de politiezones en politiediensten zouden het draaiboek, de leaflet en VITA verder in hun diensten verspreiden.

Daarnaast brengt de centrale dienst ‘Mensenhandel’ op elke gerechtelijke arrondissementele bijeenkomst onder leiding van de referentiemagistraat mensenhandel in de context van de richtlijn over de opsporing en vervolging van mensenhandel – ook wel de Col 1/2007 genoemd – het draaiboek, de leaflet en VITA ter sprake.

De centrale dienst reikte het draaiboek, de leaflet en VITA ook aan tijdens een bijeenkomst van het netwerk mensenhandel en van onderzoekers mensenhandel van de federale gerechtelijke politie.

Bij elke opleiding waarvoor beroep wordt gedaan op de centrale dienst ‘Mensenhandel’, komen ook het draaiboek, de leaflet en VITA aan bod.

Het draaiboek en de leaflet staan ook op het politie-intranet. De centrale dienst ‘Mensenhandel’ van de federale gerechtelijke politie bezorgde Justitie beide documenten om ze ook aan de magistraten ter beschikking te stellen via het Omptranet.

2. Enkel het resultaat van het draaiboek en de leaflet wordt geëvalueerd: de toename van het aantal politievaststellingen en -onderzoeken mensenhandel, het groter aantal verwijzingen van mogelijke slachtoffers van mensenhandel naar de gespecialiseerde centra voor slachtoffers van mensenhandel, enz.

Vervolgens voorziet de richtlijn over de opsporing en vervolging van mensenhandel – ook wel de Col 1/2007 genoemd – een jaarlijkse evaluatie van het aantal vaststellingen en onderzoeken mensenhandel.

Verder is er de tweejaarlijkse evaluatie van de omzendbrief over de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel. Die evaluatie bekijkt of politiemensen de materie beheersen, de mogelijke slachtoffers mensenhandel goed informeren en hen in contact brengen met een gespecialiseerd centrum.

Ten slotte gaat de centrale dienst van de federale gerechtelijke politie bij elke ontmoeting met politiemensen in het werkveld na of zij op de hoogte zijn van het bestaan van het draaiboek, de leaflet en VITA, maar ook naar de moeilijkheden die ze daarbij ervaren.

3. De centrale dienst ‘Mensenhandel’ zoekt permanent naar andere manieren om de aandacht van politiemensen voor de detectie en aanpak van mensenhandel in de dagelijkse werking te integreren. De bewustmaking en opleiding “mensenhandel” van politiemensen overstijgen de traditionele opleidingsmomenten. In de maandelijkse politienieuwsbrief ‘Mensenhandel’ van de centrale dienst en tijdens terugkomdagen zal het thema ‘Mensenhandel’ blijvend aan bod komen.

In samenwerking met andere sleutelpartners en zodra de middelen beschikbaar zijn, zal de centrale dienst een digitaal informatie- en opleidingspakket ‘Mensenhandel’ uitwerken.

Daarnaast moet op korte termijn het thema mensenhandel aan bod komen in elk programma van een politieopleidingscentrum.