BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
26 mei 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2424

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Gestolen kunstvoorwerpen - Opsporing - Slaagpercentage - Vergelijking met de buurlanden
________
diefstal
kunstvoorwerp
gerechtelijk onderzoek
officiële statistiek
politie
________
26/5/2011Verzending vraag
2/12/2011Antwoord
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4666
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2424 d.d. 26 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De databank van de federale politie bevat ruim 20 000 gestolen kunstvoorwerpen, weliswaar van heel uiteenlopende aard en waarde. Momenteel werken er twee voltijdse inspecteurs op federaal niveau aan het oplossen van deze misdrijven. Hun oplossingspercentage bedraagt tussen 7 en 11 %. Ook bij dit soort diefstallen blijkt een snelle en accurate interventie kort na de feiten heel belangrijk in functie van een mogelijke oplossing.

De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij naar de geachte minister doorverwezen voor de volgende vragen:

1) Welk is het exacte oplossingspercentage van kunstdiefstallen in ons land? Hoe evolueerde dit percentage in de periode 2001-2010? Hoe verhoudt dit percentage zich tot dat van onze buurlanden Frankrijk, Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië? Hoe evalueert de geachte minister deze cijfers?

2) Koestert hij specifieke plannen of ideeën in verband met het oplossen van kunstmisdrijven?

Antwoord ontvangen op 2 december 2011 :

Aangezien de gegevensbank van het College van procureurs-generaal niet over een specifieke code in functie van de aard van de gestolen voorwerpen beschikt, kan geen enkel statistisch gegeven met betrekking tot deze parlementaire vraag worden gegeven.

Bovendien gaat het om oplossingspercentages. Hiervoor is de federale politie vanzelfsprekend de beste informatiebron.