BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
18 mei 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2341

de Liesbeth Homans (N-VA)

aan de minister van Klimaat en Energie
________
De wet op de kernuitstap
________
kernenergie
energieproductie
nucleair beleid
________
18/5/2011Verzending vraag
25/8/2011Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-814
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2341 d.d. 18 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een interview van 16 april jongstleden in De Standaard spreekt de minister over het protocolakkoord van 2009 tussen de federale staat en GDF-Suez. De minister wordt in het betrokken artikel met betrekking tot dat akkoord als volgt geciteerd: "Bovendien is het akkoord met Electrabel over het langer openhouden van de kerncentrales kaduuk. Voor mij bestaat dat akkoord niet meer.".

België produceert momenteel meer dan 50 procent van zijn elektriciteit door middel van nucleaire centrales. Momenteel zijn er volgens de webstek van transportnetbeheerder Elia nauwelijks vergunningen uitgereikt voor nieuwe productiecapaciteit, terwijl de CREG er in haar prospectieve reeds op wees dat België reeds nu al over onvoldoende productiecapaciteit beschikt.

Graag stelde ik u hierover de volgende vragen:

1. Beschouwt u het akkoord dat u en toenmalig premier Herman Van Rompuy toen onderhandelden en namens de federale regering ondertekenden inderdaad als volstrekt ongeldig? Volgt u de analyse die de CREG maakte van dat akkoord? Waarom hebt u in het verleden steeds ontkend dat het akkoord juridisch waardeloos was?

2. Hebt u de Gemix-commissie opnieuw aangeduid om de mogelijke consequenties van het uitvoeren van de kernuitstap in te schatten? Waarom hebt u het Parlement hierover niet geconsulteerd? Wat zal deze studie aan het licht brengen dat nog niet reeds naar voren gebracht werd in het oorspronkelijke Gemix-rapport?

3. Zal u een wetsontwerp neerleggen met betrekking tot het nationaliseren van Synatom-fonds? Kan u nadere toelichting geven bij dit ontwerp?

Antwoord ontvangen op 25 augustus 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden :

1. Het protocolakkoord (Moll) was de ontmoeting tussen aan de ene kant, de beleidsoptie die door de Belgische regering op 12 oktober 2009 genomen was en aan de andere kant, de verbintenissen van een speler in deze sector, GDF Suez, om bij te dragen aan deze beleidsoptie.

Inderdaad, op 12 oktober 2009 had de Belgische regering de keuze genomen in het licht van de bedreigingen voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening in België, een memorandum of understanding ondertekend voor de sector van de elektriciteitsopwekking via splijting van nucleaire brandstof.

Dit omvatte de implementatie van een gestructureerd mechanisme voor de bijdrage van de nucleaire producenten aan het geheel van de Belgische samenleving om in het bijzonder de investeringen in productiecapaciteit, nieuwkomers en eindklanten te bevorderen.

Het MoU heeft geen juridische kracht of bindende kracht. Het is slechts een "gentlemen agreement" die zou worden uitgevoerd door middel van passende wettelijke bepalingen; uiteindelijk werd het niet het geval.

Echter is de MoU is tot op heden

dode letter gebleven. Dit gebrek aan wettelijke status en de bindende werking staat uitdrukkelijk vermeld in punt 4, waarin de conclusie. vervolgens is opgenomen van een "contract, in de vorm van een prograrnmacontract of een andere passende juridische vorm." Geen contract, van welke aard dan ook, is bereikt tussen de Belgische staat, en de groep GDF Suez.

Bovendien, dient te worden aangestipt dat de Belgische regering, na het ongeval in Fukushima in Japan, zei een eenjarig moratorium voor het uitvoeren van stress tests (stress-tests) over nucleaire centrales te willen houden om hun veiligheid en beveiliging te controleren alvorens een beslissing te nemen over de toekomst van de kerncentrales van Doel 1, Doel 2 en Tihange beoogd door het Memorandum of Understanding.

2. De Staten-Generaal voor Energie werden op 8 en 24 juni 2011 gehouden voor een inventarisatie van de belemmeringen voor investeringen in de energiesector en oplossingen uit te brengen. Een aantal zeer praktische verbeteringen is voorgesteld, ook op het gebied van de administratieve procedures voor de verwerking van dossiers te versnellen en een klimaat te scheppen dat bevorderlijk is voor investeringen. Daarnaast werd een verzoek aan de regulatoren gedaan opdat ze een gemeenschappelijke lijst van de bestaande of geprojecteerde productiecapaciteit zouden ontwikkelen en onderhouden.

Het belangrijkste verzoek van de in de Staten-Generaal vergaderde actoren blijft evenwel de behoefte te beschikken over duidelijke richtsnoeren voor de lange termijn. Deze richtsnoeren van de energievoorziening zullen voor de belanghebbenden stabiliteit brengen en hen in staat stellen op lange termijn projecten aan te vangen op het gebied van ontwerp, financieringsonderzoek en het verkrijgen van vergunningen.

In deze context zijn de Belgische leden van de GEMIX werkgroep momenteel bezig met het bijwerken van het verslag van oktober 2009 over de ideale energiemix. De update wordt verwacht in oktober 2011.

3. De Federale Overheidsdienst (FOD) Economie en NIRAS organiseerden een ronde tafel op 28 en 29 maart 2011 over de nucleaire voorzieningen, om mogelijkheden tot verbetering van de wet te onderzoeken in termen van de drie pijlers van het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de voorraden. De conclusies en aanbevelingen van het seminarie wezen op de noodzaak om uiteindelijk te verhuizen naar een model waarbij de middelen zullen worden uitbesteed en de publieke controle wordt versterkt. Op de korte termijn, zou ik de rol van de staatcontrole bij het beheer van de nucleaire voorzieningen wensen te versterken en het lijkt me dat de aanwezigheid van Synatom in de Commissie van nucleaire voorzieningen een belangenconflict creëert dat dient te worden beëindigd.