BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
12 april 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2084

de Fabienne Winckel (PS)

aan de minister van Justitie
________
Gevangenissen - Aalmoezeniers - Bezoldigingen - Bepaling - Aalmoezeniers die deeltijdse prestaties hebben geleverd
________
strafgevangenis
godsdienst
loon
________
12/4/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2084 d.d. 12 april 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het basisjaarloon van de gevangenisaalmoezeniers wordt bepaald conform het koninklijk besluit van 25 oktober 2005 tot vaststelling van het kader van de aalmoezeniers en de islamconsulenten van de erkende erediensten en van de moreel consulenten van de Centrale Vrijzinnige Raad der niet confessionele levensbeschouwing bij de Strafinrichtingen, zomede tot vaststelling van hun weddeschalen.

Hun loon verschilt naargelang de aalmoezenier meer of minder dan acht jaar anciënniteit heeft. Voor het bepalen van het basisjaarloon van de aalmoezeniers houdt de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie slechts rekening met de vroegere voltijdse en ononderbroken prestaties. De anciënniteit van de aalmoezeniers die hun loopbaan begonnen zijn met deeltijdse prestaties, wordt slechts berekend vanaf de voltijdse benoeming, ook al volgt die onmiddellijk op de periode van deeltijdse prestaties. Het is dus alsof die prestaties nooit hebben bestaan!

De FOD zou bij de toepassing van artikel 3, 3°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2005 dus geen bijkomende voorwaarden mogen opleggen aan de legeraalmoezeniers die deze functie voltijds uitoefenen na een periode van deeltijdse prestaties, zodat de diensten die deeltijds geleverd werden ten minste naar rata van de voltijdse dienst in rekening zouden worden genomen.

De FOD zou erkend hebben dat deze situatie problemen creëert en voorgesteld hebben de regelgeving aan te passen teneinde het verschil tussen de deeltijdse en de voltijdse prestaties in de berekening van de anciënniteit te laten vallen. In afwachting van deze aanpassing blijft ze echter bij de beperkende interpretatie van de huidige regelgeving.

Zullen de individuele dossiers van de aalmoezeniers die hun functie voltijds uitoefenen na een periode van deeltijdse prestaties worden herzien? Wanneer zal de regelgeving worden gewijzigd? Zal ze, wanneer ze in werking treedt, terugwerkende kracht hebben? Zo ja, welke som zou dan moeten worden terugbetaald?