BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
16 maart 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1746

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Gevangenis van Tilburg - Belgische gevangenen - Discriminatie - Klachten
________
strafgevangenis
Nederland
overbrenging van gedetineerden
gelijke behandeling
________
16/3/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1746 d.d. 16 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Liga van de Rechten van de Mens maakte kritische opmerkingen over een mogelijke discriminatie van Belgische gevangenen die in de gevangenis van Tilburg worden ondergebracht. De begeleiding en hulpverlening die in Belgische gevangenissen wel worden aangeboden, zouden in Tilburg niet of onvoldoende aanwezig zijn. Daarnaast noteerde de Liga ook veel klachten, onder andere over de kwaliteit van het eten, de grote afstand voor de bezoekers en de moeilijke communicatie.

Ongeacht een positieve of negatieve appreciatie voor de uitwijkmogelijkheid die Tilburg biedt, vraagt deze casus een bijzonder alerte follow-up.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt de minister dat Belgische gevangenen in Tilburg niet beschikken over een evenwaardig aanbod van hulpverlening en begeleiding? Met welke argumenten en bewijzen staaft hij zijn antwoord?

2) Liggen de aard en de relatieve omvang van de klachten van Belgische gevangenen in Tilburg anders en hoger dan die van de gevangenen in Belgische gevangenissen? Zijn de klachten over bijvoorbeeld de kwaliteit van het eten terecht? Zo ja, hoe zal de minister daarin verbetering brengen? Zo neen, hoe bewijst hij zijn antwoord?

3) Kan hij waarborgen dat de Tilburgse gevangenis niet moeilijker bereikbaar is dan de Belgische gevangenissen?

Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

1) Het aanbod aan vormingsactiviteiten en vrijetijdsbesteding in de inrichting van Tilburg wordt overeenkomstig de samenwerkings- overeenkomst tussen België en Nederland ter uitvoering van het Verdrag in principe verzorgd door Nederland. Dit betekent dat in de praktijk vandaag in Tilburg sport, onderwijs en bibliotheek door de Nederlandse diensten worden gegarandeerd.

De meest dringende nood in Tilburg is het aanbod van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) in het kader van reclasseringsdossiers. In overleg met Vlaams minister van Werk (de heer Muyters) werd de afspraak gemaakt dat de VDAB de screening zal organiseren van de gedetineerden die in aanmerking komen voor een tewerkstellings- traject. De VDAB zal daarvoor enkele dagen per week naar Tilburg komen. Na screening zal de concrete begeleiding verlopen vanuit een strafinrichting op Belgisch grondgebied.

2) Behalve de echo’s die ik met u mocht opvangen via de pers (en die dus waard zijn wat ze waard zijn) beschik ik niet over aanwijzingen dat dit zo zou zijn. Er zijn geen formele klachten. Het lijkt me wat dat betreft ook betekenisvol dat, waar er wel reeds een 20-tal procedures werden ingespannen door gedetineerden vooraleer ze naar Tilburg werden overgeplaatst, gericht tegen de overplaatsing (waarbij de rechter telkens tot niet-schending van de ingeroepen subjectieve rechten besloot), er tot hiertoe nog geen enkele procedure aanhangig werd gemaakt door gedetineerden vanuit Tilburg. De klachten die er in het begin waren, hingen samen met de onvermijdelijke moeilijkheden en problemen verbonden aan elke opstart van een inrichting en zijn snel weggeëbd. De klacht die wat langer bleef nazinderen, betreft inderdaad de voeding. Vooral de gedetineerden die vertrouwd waren met de Belgische gang van zaken waar de gedetineerden dikwijls zelf mee instaan voor de bereiding van het eten, konden moeilijk wennen aan de bereide maaltijden van de externe leverancier. In het kader van de evaluatie die op basis van artikel 32 van het Verdrag wordt georganiseerd tussen de gevangenisadministraties van beide landen, werd dit probleem besproken. Daarbij gaf Nederland – terecht – aan dat er in Tilburg dezelfde voeding wordt verstrekt als in alle andere Nederlandse penitentiaire inrichtingen en dat deze volledig beantwoordt aan alle vereisten voor een volwaardige en evenwichtige voeding en de Nederlandse normen voor collectiviteiten. Om tegemoet te komen aan de klachten, zou niettemin onderzocht worden of er op regelmatige tijdstippen frieten konden worden verstrekt aan de gedetineerden.

Op 10 juni jongstleden bezochten de leden van de Kamercommissie Justitie de penitentiaire inrichting te Tilburg. Bij die gelegenheid hebben de leden van de Kamercommissie de situatie op het terrein kunnen vaststellen en uitgebreid de gelegenheid gehad om vragen te stellen aan de vertegenwoordigers van de verschillende betrokken diensten van de penitentiaire administratie.

3) Wat de bereikbaarheid van Tilburg betreft, weze herhaald dat Tilburg op nog geen 15km van de Nederlands-Belgische grens ligt. De inrichting is vlot bereikbaar met de auto en met het openbaar vervoer (bus van De Lijn vanuit station Turnhout – traject van 40 minuten).

In geen enkele van de 20 onderscheiden procedures die tot hiertoe (preventief) tegen een overplaatsing werden ingespannen, hebben de Belgische rechtsinstanties besloten tot de schending van artikel 8 EVRM of van enig ander subjectief recht. Vanuit Tilburg zelf werd tot hiertoe nog geen enkele vordering aanhangig gemaakt waarbij een gedetineerde zich beroept op een schending van het recht op een familieleven.

Bovendien is er een compensatie van mogelijke praktische moeilijkheden door toekenning van langere bezoektijden.

België is een klein land waarbij de afstanden in verhouding tot de buurlanden zeer gering zijn. De situering van de PI Tilburg, op nog geen 15 km van de Nederlands-Belgische grens, doet op geen enkele wijze afbreuk aan deze verhoudingen