BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2010-2011 | ||||
________ | ||||
2 maart 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1613 | ||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||
aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen |
||||
________ | ||||
Europese Unie - EU2020-strategie voor meer groene economische groei - Opvolging | ||||
________ | ||||
EU-programma duurzame ontwikkeling Europese Unie ontwikkelingsbeleid vermindering van gasemissie Protocol van Kyoto |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1614 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1615 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1613 d.d. 2 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
De EU 2020-strategie is de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie moet ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelt tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie en bouwt voort op de Lissabonstrategie. De EU 2020-strategie moet zowel een goede uitweg uit de crisis bieden als ambitieuze structurele hervormingen in gang zetten. Tijdens de Europese Raad van 17 juni 2010 is de strategie vastgesteld door de regeringsleiders van de EU-landen. Net als bij de Lissabonstrategie is de looptijd van EU 2020 tien jaar. In tegenstelling tot de Lissabonstrategie heeft de EU 2020-strategie een beperkt aantal kerndoelen die onderling met elkaar samenhangen. De regeringsleiders van de EU-lidstaten zijn het tijdens de Europese top van 25 en 26 maart 2010 eens geworden over de doelstelling om meer groene economische groei te realiseren. De 20/20/20-doelstellingen moeten worden gehaald: de uitstoot van broeikasgassen moet met 20 procent worden verminderd ten opzichte van 1990, de energie-efficiëntie moet met 20 procent zijn verhoogd en 20 procent van de energie moet op duurzame wijze worden opgewekt. Indien andere ontwikkelde landen, buiten de EU, bereid zijn om de uitstoot van broeikasgassen ook sterk terug te dringen, wil de EU haar doelstelling na 2012 nog verscherpen. De Europese uitstoot zou in dat geval met 30 procent moeten worden teruggebracht ten opzichte van 1990. Ik heb daarover de volgende vragen 1. Wat werd er door de regering reeds gedaan om deze doelstelling te bereiken? 2. Welke concrete afspraken werden hierover gemaakt met de collega's ministers van de EU? Is de minister het met me eens dat deze doelstelling niet vanzelf gerealiseerd zal worden en dat er een volgehouden inspanning voor vereist is? 3. Hoeveel middelen zijn hiervoor vereist? Werden er quota verdeeld tussen de verschillende EU-landen om deze doelstelling gezamenlijk te bereiken? 4. Hoe worden de gewesten betrokken bij de realisatie van deze doelstellingen? |
||||
Antwoord ontvangen op 16 september 2011 : | ||||
Voor de energie-aspecten van de EU2020-strategie, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord gegeven door mijn collega, de minister van Klimaat en Energie, op de vraag nr. 5-1614. |