BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
1 februari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1131

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Samenwerkingsakkoord - Federale Staat en gewesten - Coördinatie van de activiteiten in verband met energie
________
energiebeleid
gewesten en gemeenschappen van België
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
________
1/2/2011Verzending vraag
10/2/2011Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1132
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1131 d.d. 1 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 18 december 1991 sloten de Federale Staat, het Waalse Gewest, het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest een samenwerkingsakkoord over de coördinatie van de activiteiten in verband met energie.

Kan de minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens.

1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie?

2) Welke kosten zijn aan dit samenwerkingsverband verbonden inzake personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, …? Hoe evolueerden de kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt de minister die ontwikkelingen?

3) Tot welke concrete maatregelen, plannen en systemen leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan de minister ze in detail toelichten en evalueren?

4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt de minister verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen?

5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden in die samenwerking gerespecteerd? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten?

Antwoord ontvangen op 10 februari 2011 :

Ik verwijs het geachte lid naar de minister van Klimaat en Energie, bevoegd voor deze materie.