BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
22 januari 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10948

de Richard Miller (MR)

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging
________
de Belgische bijdrage aan de vernietiging van de Syrische chemische wapens
________
Syrië
chemisch wapen
________
22/1/2014Verzending vraag
24/2/2014Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4327
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10948 d.d. 22 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het licht van een eventueel militair ingrijpen tegen Syrië naar aanleiding van de gasaanval op de burgerbevolking in augustus jongstleden, werd een akkoord gesloten over de vernietiging van de Syrische chemische wapens. Onder druk van de Amerikaanse en Russische overheden stemde het regime van Bashar al-Assad in met de volledige vernietiging van zijn chemischewapenarsenaal, een van de grootste in het Midden-Oosten.

De Uitvoerende Raad van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens, OPCW, heeft net een actieplan opgesteld voor de vernietiging van de Syrische chemische wapens tegen midden 2014. Volgens het stappenplan moet het arsenaal (de wapens, de precursoren en de ingrediënten) van het Syrische grondgebied worden weggevoerd zodat het in een stabiele omgeving kan worden vernietigd. Hoewel dat plan vóór 17 december moet worden goedgekeurd, lijkt geen enkel Europees land of buurland van Syrië bereid om een dergelijke hoeveelheid chemische wapens op zijn grondgebied te ontvangen.

Voor de vernietiging van de ‘precursoren’, die dienen voor de productie van chemische wapens hebben de Verenigde Staten de Belgische regering gevraagd om dergelijke operaties op ons grondgebied toe te laten. Reden voor die vraag is de makkelijke toegang tot de haven van Antwerpen en de Belgische expertise inzake de vernietiging van chemische wapens. De minister heeft de vraag afgewezen, net als Albanië en Noorwegen. De OPCW heeft een tussenoplossing voorgesteld, waarbij het arsenaal op volle zee wordt vernietigd. De organisatie deed ook een oproep aan de privésector opdat commerciële ondernemingen zouden bijdragen aan de ontmanteling van het arsenaal.

Mijnheer de vice-eersteminister,

U hebt verklaard er voorstander van te zijn dat België deelneemt aan de vernietiging van de Syrische chemische wapens. Hoe zal ons land concreet een bijdrage leveren aan de ontmanteling?

Welke landen zouden bereid zijn om chemische stoffen op hun grondgebied te ontvangen? Wat vindt u van het idee van een vernietiging op volle zee?

Beschikt u over informatie over de rol van de privésector in de ontmanteling van de chemische wapens? Hebben Belgische ondernemingen interesse getoond om deel te nemen aan een openbare aanbesteding?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2014 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Op basis van de resolutie van de Verenigde Naties Veiligheidsraad blijft de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zich verder inzetten voor de vernietiging van chemische wapens. België heeft in dit verband geen formele vraag ontvangen voor de vernietiging van het Syrische chemische arsenaal.

Ondertussen werd voor de optie gekozen om de chemische stoffen op zee te behandelen. Hierbij stelt zich nog de vraag van de begeleiding en bescherming van het schip waarop dit zal gebeuren. Via bilaterale contacten hebben de Verenigde Staten van Amerika ondermeer aan België gevraagd te onderzoeken in hoeverre zij hiertoe zou kunnen bijdragen. Deze vraag wordt onderzocht.

Het contract voor de neutralisatie van de chemische afvalstoffen werd ondertussen toegewezen aan een Finse en een Amerikaanse firma.