BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
31 januari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1087

de Elke Sleurs (N-VA)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Akte van aangifte van een levensloos geboren kind - Inschrijving in het geboorteregister - Inschrijving in het trouwboekje
________
officieel document
kindersterfte
bevolkingsregister
moederschap
officiële statistiek
geografische spreiding
________
31/1/2011Verzending vraag
21/3/2011Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1086
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1087 d.d. 31 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor ouders is het verliezen van de vrucht steeds een trauma. Naarmate men verder vordert in de zwangerschap, groeit de pijn wanneer er zich een miskraam of foetaal verlies voordoet.

Sinds 1999 is de wetgever ten dele tegemoet gekomen aan de nood van deze ouders. Zo werd de mogelijkheid ingevoegd om een voornaam aan de akte van aangifte van een levenloos geboren kind toe te voegen. Deze akte kan enkel worden opgesteld na een zwangerschapsduur van meer dan honderd tachtig dagen. In dit geval kunnen ouders genieten van sociale rechten en is er een aangifteverplichting. De wet van 27 april 1999 schrijft voor dat de akte van aangifte van een levenloos geboren kind in het register van de akten van overlijden moet worden ingeschreven. Een omzendbrief die het een en het ander moest verduidelijken over deze wet, voegde toe dat het aan te raden is om " de nodige wijzigingen aan te brengen in het trouwboekje ".

Honderdennegen jaar eerder, op 16 april 1890, werd een andere omzendbrief verzonden waarin aan de ambtenaar van de burgerlijke stand voorgeschreven werd dat levenloos geboren kinderen nooit in het geboorteregister, maar enkel in het overlijdensregister mocht worden ingeschreven.

Voor ouders van een levensvatbaar maar levenloos geboren kind, is het zeer moeilijk te begrijpen dat hun kind kon sterven, zonder ooit geboren te worden. Dit leidt heden ten dage tot situaties, waarin de naam van hun kind in het overlijdensregister en in het trouwboekje opduikt, maar niet in het geboorteregister. Omdat deze arbitraire toepassing van de wet ouders nodeloos lijden bezorgt, had ik graag het antwoord op de volgende vragen:

1) Kan u mij vertellen hoeveel aktes van aangifte van een levenloos geboren kind er werden afgeleverd per jaar sinds 1999? In hoeveel gevallen betrof het een kind van een gehuwd koppel? Kan u deze cijfers opsplitsen per gewest en per arrondissement?

2) In hoeveel van deze gevallen werd " de akte van aangifte van een levenloos geboren kind " ingeschreven in het geboorteregister? Kan u deze cijfers opsplitsen per gewest en per arrondissement?

3) In hoeveel van deze gevallen werd " de akte van aangifte van een levenloos geboren kind " ingeschreven in het trouwboekje? Kan u deze cijfers opsplitsen per gewest en per arrondissement?

4) Zijn er financiële en / of fiscale gevolgen verbonden aan het inschrijven van een akte van levenloos geboren kind? Welke zijn de andere gevolgen verbonden aan het inschrijven van een akte van levenloos geboren kind? Zijn dit volgens u voldoende redenen om het inschrijven van een akte van levenloos geboren kind in het geboorteregister niet toe te laten?

5) Bent u bereid om de ambtenaren van de burgerlijke stand via een omzendbrief op de hoogte te stellen van het feit dat het overschrijven van de akte van aangifte van levenloos geboren kind in het geboorteregister aangewezen moet zijn?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

Het Rijksregister van de natuurlijke personen bevat geen enkele informatie met betrekking tot levenloos geboren kinderen.

Het opstellen van de akten van de burgerlijke stand behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Voor het antwoord op al de vragen moet ik u dan ook verwijzen naar mijn collega van Justitie, aan wie deze schriftelijke vraag eveneens werd gesteld.