BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
12 november 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10337

de François Bellot (MR)

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________
een technisch incident op een werf van Infrabel
________
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
veiligheid van het vervoer
________
12/11/2013Verzending vraag
12/12/2013Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3837
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10337 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

In nauwelijks twee maanden tijd werd ik op de hoogte gebracht van ernstige incidenten op de NMBS-lijnen in de buurt van werken uitgevoerd door Infrabel.

Het laatste incident dat me werd gemeld, deed zich voor op 17 juni.

Een frontale botsing tussen twee passagierstreinen, waarvan één stampvol was, werd op een haar na vermeden.

Op de lijn 162 tussen Namen en Naninne zijn werken aan de gang en wordt op één spoor gereden. Een stampvolle reizigerstrein reed van Namen naar Aarlen op het verkeerde spoor tussen Namen en Naninne en moest opnieuw het normale spoor nemen net voor het station van Naninne.

Op dat moment reed een stoptrein van Ciney naar Namen.

Voor het perron van het station van Naninne kreeg de treinbestuurder als signaal twee gele lichten, omdat het volgende signaal rood was.

Na de stilstand in het station van Naninne is de treinbestuurder van de stoptrein het signaal dat een beperking oplegt vergeten en is op de normale manier vertrokken.

De twee treinen bevonden zich recht tegenover elkaar.

Gelukkig heeft de treinbestuurder van de stoptrein, toen hij zijn vergissing inzag, de noodrem en het alarm in werking gesteld, waardoor de trein tegenover hem tot stilstand kwam, op enkele meter van de stoptrein.

De gevolgen laten zich raden indien de treinbestuurder zijn vergissing niet tijdig had ingezien.

Dat herinnert ons aan andere jammerlijke incidenten die zich hebben voorgedaan in zones waar werken aan de gang zijn.

Kan de minister me laten weten:

1) Hoe komt het dat, zelfs in tegenovergestelde richting, de AVG de bestuurder niet verhinderd heeft te vertrekken terwijl de twee gele lichten vóór het station brandden;

2) Welke richtlijnen worden gegeven aan de treinbestuurders zodra er werken op een spoor worden uitgevoerd? Wordt een opleiding gegeven aan alle treinbestuurders van de lijn waar de werken worden uitgevoerd?

3) Welke maatregelen werden genomen om te voorkomen dat een dergelijk dit incident zich zou voordoen?

4) Is dat baanvak al uitgerust met het TBL1+ -systeem?

5) Waren de toestellen die op die plaats reden uitgerust met het TBL1+ -systeem?

Antwoord ontvangen op 12 december 2013 :

1.Ter informatie verduidelijkt Infrabel dat er geen AVG is in Naninne. Dat gezegd zijnde, informeert de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Groep me dat, op basis van de analyse van de omstandigheden van dit incident, de feiten de volgende zijn. Na het stoppen aan de halte van Naninne moet een noodremming uitgevoerd worden bij het voorbijrijden van het baken TBL1+ dat zich op 300 meter van het D35-signaal bevindt, aangezien de snelheid van de trein op dat moment hoger was dan 40 km/u en dat het signaal D35 gesloten was. De trein is dan op 72 meter na voornoemd signaal tot stilstand gekomen en voor de wissel 8B.

2. De veiligheid op het spoorwegnetwerk wordt verzekerd door de naleving en het respect van de seinen langs het spoor.

Infrabel informeert me dat de bescherming van de werken regelmatig wordt uitgevoerd door de vaste seingeving (vaste aangevoerde seingeving zoals de grote stoplichten,…). De conducteurs moeten zo de seinen die ze gewoonlijk tegenkomen respecteren en worden dan ook niet op voorhand verwittigd.

Indien er geen bescherming is door de vaste seingeving wordt er mobiele seingeving gebruikt. De conducteurs worden opgeleid voor het verschillend gebruik van dergelijke mobiele seingeving, die deel uitmaakt van de reglementering. In een dergelijke situatie worden ze op voorhand geïnformeerd van hun gebruik op een bepaalde plaats.

In het specifieke geval van Nannine was het spoor waar gewerkt werd beschermd door de vaste seingeving. De conducteurs werden dus niet op voorhand verwittigd.

3. Een van de maatregelen genomen na dit incident is met name een herhaling van de veiligheidsvoorschriften bij de herstart van een trein vanaf een perron dat niet voorzien is van AVG (permanente vorming).

Infrabel en de NMBS zetten bovendien, samen met de andere betrokken actoren, de uitvoering verder van de acties die tot doel hebben het treinverkeer veiliger te maken, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie belast met het onderzoek naar de veiligheid van het spoorwegennet in België.

4. en 5. Met betrekking tot het systeem TBL1+ aan boord van de treinen, is het na de tussenkomst hiervan dat vermeden werd dat de twee treinen tegenover elkaar stonden (de treinen en de infrastructuur waren inderdaad voorzien van TBL1+).