BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
28 januari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1027

de Inge Faes (N-VA)

aan de minister van Justitie
________
Collectieve schuldenregeling - Aantal schikkingen - Schuldbemiddelaars
________
schuldenlast
akkoordprocedure
bemiddelaar
________
28/1/2011Verzending vraag
24/5/2011Herkwalificatie
________
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-984
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1027 d.d. 28 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In onze samenleving kampen steeds meer mensen, om diverse redenen, met een overmatige schuldenlast. Mensen met schulden vindt men immers terug in haast alle lagen van de maatschappij. Wellicht hangt dit samen met een economisch model dat enerzijds de mensen een hoog consumptiepatroon als ideaal voorspiegelt en anderzijds de onzekerheid met betrekking tot het inkomen doet toenemen. Het probleem wordt in niet geringe mate in de hand gewerkt door de buitensporige kredietverlening. De publiciteit van sommige kredietverstrekkers, die zonder enige terughoudendheid inspelen op de consumptiedrang, is daar niet vreemd aan. Daarbij wordt benadrukt dat een gebrek aan financiële middelen geen hinder mag zijn: tegen gunstige voorwaarden kan immers een lening worden aangegaan.

Om de mensen die zoveel schulden hebben gemaakt en de gevolgen ervan niet meer kunnen bolwerken te helpen, heeft de wetgever een wet aangenomen betreffende de collectieve schuldenregeling (wet van 5 juli 1998).

Deze wetgeving is niet van toepassing op handelaars. Zij slaat uitsluitend op niet-handelaars. Dat wil zeggen:

- loontrekkenden;

- personen zonder beroep;

- landbouwers;

- personen die een vrij beroep uitoefenen.

Het doel van de collectieve schuldenregeling is relatief eenvoudig: de financiële toestand van de schuldenaar herstellen. Die regeling moet hem in staat stellen zijn schulden in de mate van het mogelijke te betalen en tegelijkertijd waarborgen dat hijzelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden.

Om de problematiek van de collectieve schuldenregeling beter te kunnen kaderen, had ik graag een antwoord gehad op volgende vragen:

1) Hoeveel beschikkingen van toelaatbaarheid werden sinds 2005 jaarlijks gewezen en hoe verhouden die zich per gerechtelijk arrondissement?

2) Hoeveel schuldbemiddelaars zijn actief per gerechtelijk arrondissement?

3) Wat is het aantal personen in collectieve schuldregeling per categorie (cfr. supra) per arrondissement en per jaar vanaf 2005?

4) Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal dossiers met een goede afloop en het totaal aantal dossiers dat effectief wordt herroepen?

5) Is het mogelijk aan te geven om welke redenen de herroepingen werden gewezen?