BELGISCHE SENAAT
________
Buitengewone zitting 2010
________
3 september 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-101

de Freya Piryns (Groen!)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________
Belastingverdragen - Belgische kunstenaars in het buitenland - Buitenlandse kunstenaars in België - Bedragen
________
beroep in de kunst
Belgen in het buitenland
inkomstenbelasting
dubbele belasting
belastingovereenkomst
________
3/9/2010Verzending vraag
3/11/2010Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-101 d.d. 3 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met sommige landen zijn er dubbele belastingverdragen gesloten, soms in het kader van overeenkomsten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en soms buiten dat kader. In een aantal gevallen storten buitenlandse fiscale autoriteiten belastingontvangsten die geïnd worden voor Belgische kunstenaars die in deze landen optreden, door aan de Belgische fiscale autoriteiten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

Hoeveel ontvangt België van die buitenlandse fiscale autoriteiten? Graag kreeg ik die gegevens opgesplitst per land en per jaar.

Hoeveel bedraagt de opbrengst van de bedrijfsvoorheffing op de prestaties van buitenlandse kunstenaars in België van de laatste vijf jaar? Kan er een overzicht worden gegeven per land van herkomst en per jaar?

Antwoord ontvangen op 3 november 2010 :

Ik wil u er aan herinneren dat de verdragen ter vermijding van dubbele belasting, die België met een aantal landen heeft afgesloten, hoofdzakelijk de heffingsbevoegdheid tussen de woonstaat van de belastingplichtige en de bronstaat van de inkomsten regelt. Bovendien wordt in het merendeel van de verdragen de exclusieve heffingsbevoegdheid voor de inkomsten, afkomstig uit artistieke activiteiten uitgeoefend door een Belgisch rijksinwoner op het grondgebied van de partnerstaat, aan die staat toegekend. Het spreekt dan ook voor zich dat de door die staat geïnde belastingen in geen geval worden doorgestort aan België.

Gezien het voorgaande is de eerste vraag zonder voorwerp.

De opbrengst van de onroerende voorheffing op prestaties van buitenlandse artiesten in België is nihil. Zoals het geachte lid wellicht weet, is deze voorheffing uitsluitend van toepassing op het kadastraal inkomen van onroerende goederen en niet op de inkomsten verkregen uit artistieke prestaties. Deze laatste zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen. Ik beschik echter over geen enkel statistisch gegeven waaruit blijkt hoeveel bedrijfsvoorheffing er de voorbije vijf jaar werd ingehouden, uitgesplitst per land van herkomst van de artiest. Een dergelijk uitsplitsing zou slechts een documentaire waarde hebben, zonder reële praktische draagwijdte.