BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
9 mei 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-957

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

aan de minister van Klimaat en Energie
________
Duurzame ontwikkeling - Broeikasgassen - Landgebruik - Bosbouw
________
duurzame ontwikkeling
broeikasgas
bos
bestemming van cultuurgronden
vermindering van gasemissie
Protocol van Kyoto
________
9/5/2008Verzending vraag
28/5/2008Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-957 d.d. 9 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op bladzijde 244 van het Federaal rapport over Duurzame Ontwikkeling 2007 lezen we in tabel 20 dat “verandering landgebruik en bosbouw” niet opgenomen zijn in het model. Nochtans kunnen wijzigingen op het vlak van landgebruik en bosbouw ingrijpende, soms zelfs catastrofale gevolgen hebben op de uitstoot van broeikasgassen.

Waarom werden deze factoren niet opgenomen in het model?

Worden veranderingen in landgebruik en bosbouw verwerkt in andere rubrieken van de tabel? Zo ja, in welke?

Antwoord ontvangen op 28 mei 2008 :

De sector « Verandering landgebruik en bosbouw » is van groot belang op wereldniveau. Ongeveer 20 % van de emissies van broeikasgassen in de wereld komt immers van die sector, bijvoorbeeld als gevolg van de ontbossing in de tropische landen.

Die sector is verantwoordelijk voor zowel emissie als absorptie van broeikasgassen. Terwijl op wereldniveau de emissies in ruime mate de absorpties overtreffen, overheersen in België de absorpties. In België absorbeert die sector nagenoeg ieder jaar ongeveer 1 tot 1,5 miljoen ton CO2, of zowat 1 % van de totale emissies van het land. Het belang van die sector is dus relatief zwakker in België dan in de wereld.

Ook moet opgemerkt worden dat de reductiedoelstelling van Kyoto voor België betrekking heeft op de bruto-emissies van broeikasgassen, waartoe de sector « Veranderingen landgebruik en bosbouw » niet behoort.

Bovendien beschikte de task force Duurzame Ontwikkeling, bij de voorbereiding van het Rapport, over heel weinig elementen om veronderstellingen te maken over de mogelijke evolutie van die sector en de beleidsmaatregelen die ervoor zouden genomen kunnen worden.

Om die drie redenen (relatief weinig belang, sector die niet in aanmerking genomen wordt om de reductiedoelstelling van het Kyotoprotocol vast te stellen, weinig beschikbare informatie) werd het opportuun geacht om die sector niet in de evoluties van de broeikasgassen van beide scenario's op te nemen.

« Verandering landgebruik en bosbouw » is dus in geen enkele sector van de scenario's opgenomen, noch als specifieke sector, noch als deel van een van de sectoren uit de scenario's.

Niettemin geven beide scenario's van het Rapport wel voorbeelden van beleidsmaatregelen die betrekking hebben op de ruimtelijke ordening en die duidelijk een effect op de sector « Verandering landgebruik en bosbouw » uitoefenen. Dat geldt in het bijzonder voor het beleid dat de uitstoot van broeikasgassen van de transport- en de residentiële sector wil helpen verminderen.