BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2007-2008 | ||||
________ | ||||
3 april 2008 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-710 | ||||
de Helga Stevens (CD&V N-VA) |
||||
aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven |
||||
________ | ||||
NMBS - Stations - Toegankelijkheid | ||||
________ | ||||
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen spoorwegstation openbaar gebouw faciliteiten voor gehandicapten bejaarde lichamelijk gehandicapte |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-313 Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2417 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-710 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
De laatste jaren wordt op de diverse beleidsniveaus en ook in de media steeds meer aandacht besteed aan de problematiek van de toegankelijkheid van gebouwen en diensten, in het bijzonder gebouwen en diensten met een publiek karakter, voor mensen met een beperkte mobiliteit – een ruime en diverse groep mensen waartoe onder meer personen met een handicap, ouderen en zwangere vrouwen behoren. De toegankelijkheid van spoorwegstations is een thema dat in dit verband regelmatig in de belangstelling staat. De voorganger van de heachte minister, bevoegd voor Overheidsbedrijven, staatssecretaris Bruno Tuybens, stelde op 12 maart 2007 dat de perrons van 24 van de 50 belangrijkste stations in België tegen eind 2008 toegankelijk zouden zijn via liften, oprijhellingen of equivalente voorzieningen. Graag had ik geweten wat de meest recente vorderingen zijn inzake de toegankelijkheidssituatie van de stations van de NMBS: 1. Hoeveel treinstations zijn er vandaag toegankelijk in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Om welke stations gaat het? 2. Hoeveel treinstations zijn er vandaag in totaal in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel. 3. Welke stations zullen in de loop van 2008 nog toegankelijk gemaakt worden? Wordt het streefcijfer dat de heer Tuybens vooropstelde daarmee gehaald? 4. Is het wenselijk de inspanningen op te drijven en daarvoor de nodige budgetten te voorzien? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat zijn de concrete initiatieven van de geachte minister en de timing daarvan? |