BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
5 maart 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7068

de Alain Destexhe (MR)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Vietnam - Mensenrechten - Militante - Veroordeling en opsluiting - Familiebezoeken - Medische verzorging - Bemiddeling bij de Vietnamese regering - Dialoog EU-Vietnam en Belgisch-Vietnamese bilaterale betrekkingen - Agenda van de besprekingen
________
andersdenkende
Vietnam
rechten van de mens
________
5/3/2010Verzending vraag
6/5/2010Einde zittingsperiode
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7068 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Vietnam is ontegensprekelijk een opkomende grootmacht die een zeker voordeel haalt uit de mondialisering. Het land heeft de jongste jaren talrijke positieve veranderingen ondergaan. Het heeft in vijftien jaar tijd zijn inkomen per inwoner verviervoudigd, terwijl het erin geslaagd is de vruchtbaarheidsgraad te behouden en de ondervoeding van kinderen te halveren.

Dat bemoedigende plaatje wordt jammer genoeg bezoedeld door het politieke regime van het land.

Het land blijft immers een “socialistische”republiek, wat betekent dat er nog altijd absoluut onaanvaardbare schendingen van de meest elementaire burger- en mensenrechten voorkomen. Mensenrechtenactivisten worden door de autoriteiten van Hanoi vaak op een meedogenloze manier vervolgd en die activisten worden niet zelden veroordeeld tot strenge straffen omdat ze het lef gehad hebben hun mening over de politieke vrijheid in hun eigen land openlijk te verkondigen. Zo werden in januari 2010 verschillende activisten tot strenge straffen veroordeeld, onder meer wegens “pogingen tot omverwerping van het regime”.

Een van die mensenrechtenactivisten, mevrouw Tran Khai Thanh Thuy, werd op 5 februari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drieënhalf jaar. Ze werd op 8 oktober 2009 opgesloten in het detentiecentrum Hoa Lu in Hanoi, waar ze in 2007 al negen maanden heeft vastgezeten na een veroordeling voor het schrijven van essays waarin ze het invoeren van de vrijheid van meningsuiting in Vietnam verdedigt.

Mevrouw Tran is schrijfster, erelid van de Britse Pen Club en laureate van de Hellmann/Hammett- prijs 2007, toegekend door Human Rights Watch, en van de prijs 2009 van het Vietnamese netwerk van mensenrechten.

De omstandigheden waarin ze veroordeeld werd en nu is opgesloten zijn een flagrante schending van de rechten en vrijheden bekrachtigd door verschillende internationale instrumenten die Vietnam mee heeft ondertekend, met name het Verdrag van de Verenigde Naties inzake burgerrechten en politieke rechten.

Bovendien krijgt mevrouw Tran, die lijdt aan tuberculose en suikerziekte, op dit ogenblik geen enkele medische verzorging, hoewel ze die dringend nodig heeft. De ernst van haar gezondheidstoestand en de omstandigheden waarin ze wordt gevangengehouden verontrusten mij ten zeerste.

Ik heb dan ook volgende vragen :

1. Bent u van plan bij de Vietnamese regering te bemiddelen opdat ze familiebezoeken zou toestaan en mevrouw Tran de nodige verzorging en geneesmiddelen zou verstrekken?

2. Denkt u niet dat het opportuun is dit dossier op de agenda van de dialoog Europese Unie(EU)- Vietnam over de mensenrechten te plaatsen en het ter sprake te brengen in onze bilaterale betrekkingen?