BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
7 december 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5369

de Nahima Lanjri (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Alleenreizende minderjarigen - Bestaande procedures - Sensibilisatie van de Europese Unie
________
minderjarigheid
passagier
IATA
Centrum voor Vermiste Kinderen
Koning-Boudewijnstichting
gerechtelijke politie
mensenhandel
kind
reizigersvervoer
luchtverkeer
luchthaven
rechten van passagiers
________
7/12/2009Verzending vraag
6/5/2010Einde zittingsperiode
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3487
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5369 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Anno 2007 is globalisering een deel van onze leefwereld geworden, waarbij reizen steeds toegankelijker wordt. Dagelijks zijn ook duizenden minderjarigen alleen onderweg, zonder ouders of wettelijke vertegenwoordiger. Deze alleenreizende minderjarigen vormen een erg heterogene groep. Zo zijn er de Unaccompanied minors, kinderen tussen vijf en twaalf jaar die als alleenreizende minderjarige volgens de normen van de International Air Transport Association (IATA) verplicht met begeleiding van de luchtvaartmaatschappij dienen te reizen. Op Zaventem komen er ongeveer 20 000 per jaar aan. Daarnaast zijn er ook nog Young Passengers, jongeren tussen twaalf en achttien jaar die worden geacht voldoende zelfredzaam te zijn om alleen te kunnen reizen, en de Minors Third Party, minderjarigen die worden begeleid door een persoon die niet hun wettelijke ouder of voogd is. Deze laatste twee groepen worden niet geregistreerd, maar vormen wel een zeer kwetsbare groep. Internationaal bestaat er immers bijzonder weinig regelgeving met betrekking tot de procedures voor het omgaan met alleenreizende minderjarigen zodat deze minderjarigen bloot staan aan verschillende soorten criminelen, waaronder mensenhandelaars.

Om het fenomeen de nodige aandacht te schenken brachten de federale gerechtelijke politie, Child Focus en de Koning Boudewijnstichting een studie uit waarin ze een aantal aanbevelingen doen met het oog op een efficiëntere, doelgerichte werking. Veel van deze aanbevelingen moeten echter op Europees en zelfs mondiaal vlak worden toegepast. Gezien België steeds een voortrekkersrol heeft gespeeld op het vlak van de strijd tegen mensenhandel, biedt het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie een mooie gelegenheid om dit onderwerp alvast op de Europese agenda te plaatsen.

Graag had ik de minister hieromtrent de volgende vragen gesteld:

1) Kent de geachte minister de problematiek van de alleenreizende minderjarigen? Is hij op de hoogte van de aanbevelingen van het rapport van de federale gerechtelijke politie, Child Focus en de Koning Boudewijnstichting?

2) Is hij van plan deze problematiek op de agenda te plaatsen tijdens het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie?