BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
27 oktober 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-4890

de Bart Tommelein (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Computercriminaliteit - Scareware - Aantal meldingen en klachten - Preventieve acties
________
computercriminaliteit
gegevensbescherming
computerprogramma
computervirus
________
27/10/2009Verzending vraag
24/11/2009Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4889
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4891
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-4890 d.d. 27 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens een onderzoek van Symantec wordt 93 % van de meest voorkomende valse software bewust gedownload en geïnstalleerd. Cybercriminelen spelen succesvol in op de onzekerheid en angst van internetsurfers om hun valse beveiligingssoftware of zogenaamde scareware verkocht te krijgen. Om nietsvermoedende surfers ertoe aan te zetten om valse software te installeren, plaatsen computercriminelen vaak knipperende, online advertenties die inspelen op de schrik die internetgebruikers hebben voor virussen en dergelijke. Dat die bange gebruikers maar al te graag beveiligingssoftware die hun voorgeschoteld wordt, willen downloaden, bewijzen de cijfers van Symantec. Volgens het onderzoek, dat tussen juli 2008 en juni 2009 liep, is namelijk 93 % van de vijftig meest frequente valse software bewust aangeklikt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Is de geachte minister op de hoogte van het bestaan van deze zogenaamde scareware?

2. Zo ja, hoeveel gevallen van scareware werden in België de voorbije drie jaar reeds gemeld? Heeft de geachte minister cijfers per jaar? Zoniet, zijn er betrouwbare schattingen?

3. Zijn er gevallen van oplichting bekend door middel van scareware? Werden hiervoor al bij de politiediensten klachten ingediend? Behoort dit ook tot het takenpakket van de Computer Crime Unit?

4. Vindt de geachte minister het nodig preventieve acties te ondernemen en / of de bevolking te informeren over dit probleem? Zo ja, op welke manier en welke diensten zijn ter zake bevoegd?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

Het geacht lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De vragen 1, 2 en 3 behoren tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Vraag 4 behoort tot de bevoegdheid van het Departement Ondernemen en Vereenvoudigen.