BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
18 september 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-4443

de Helga Stevens (Onafhankelijke)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Noodoproepen - Valse oproepen - Hoge aantallen - Consequenties en maatregelen
________
telefoon
eerste hulp
________
18/9/2009Verzending vraag
24/11/2009Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-4443 d.d. 18 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een rapport van de Communications Committee van juli 2008 ("Implementation of the European emergency number 112") vermeldt dat gedurende sommige periodes 90% van de noodoproepen (naar de nummers 100, 101, 112) in België als vals kunnen worden gecatalogiseerd. Daarmee bevindt België zich in een niet te benijden kopgroep samen met Hongarije, Bulgarije, Slovakije en Roemenië. Andere Europese landen scoren opvallend beter, met Luxemburg (21,5%), Finland (27%), Estland (10%) en Slovenië (2%) als positieve uitschieters.

Graag had ik hierover enkele vragen gesteld:

1. Kan de geachte minister het cijfer van 90% “gedurende sommige periodes” verduidelijken? Wat is het gemiddelde percentage op jaarbasis? Is er de voorbije vijf jaren eventueel een evolutie vast te stellen?

2. Wat kan de verklaring zijn voor dit hoge aantal valse oproepen? Hoe kan het dat andere landen aanzienlijk lagere percentages kunnen voorleggen?

3. Welke concrete consequenties heeft dit hoge aandeel valse noodoproepen voor de werking van de noodoproep-centrales? Bestaat er geen gevaar voor overbelasting waardoor daadwerkelijke noodoproepen niet adequaat en tijdig kunnen worden behandeld?

4. Welke maatregelen worden er genomen om het aantal valse noodoproepen terug te dringen? Werd hierbij de vergelijking gemaakt met de Europese landen die aanzienlijk beter scoren dan België? Werden de effectiviteit van de genomen maatregelen reeds geëvalueerd?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

1. De globale cijfers die werden verstrekt aan de Europese autoriteiten, werden ingezameld en verwerkt door het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie dat ressorteert onder de bevoegdheid van de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen. Ik maak hem deze vraag over voor nuttig gevolg.

2. Zie ook het antwoord op vraag 1. Misschien is er een verschil van "inhoud" tussen de verschillende landen. Elke niet "echte" oproep wordt in België, wat 100 en 112 betreft, gecatalogeerd onder valse oproep. Bijvoorbeeld een oproep waarbij de oproeper geen antwoord meer geeft aan de operator wordt als vals bestempeld. Teneinde de metingen te verfijnen zullen in de loop van dit jaar in sommige centrales nog bijkomende meetapplicaties worden ingevoerd.

3. De berekening van het aantal noodzakelijk werkstations en het aantal operatoren van de 100/112-centrale is gebaseerd op het aantal ontvangen oproepen, valse oproepen inbegrepen. Derhalve kunnen de valse oproepen geen hypotheek leggen op het adequaat en tijdig afhandelen van 100/112-oproepen.

4. Telkens een valse of niet-terechte oproep ontvangen wordt, zal de 100/112-operator de oproeper hierop opmerkzaam maken. Blijkbaar heeft dit zijn nut aangezien het aantal dergelijke oproepen op één jaar tijd gedaald is met ongeveer 7 % wat de 100- en 112-oproepen betreft.