BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
27 mei 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3508

de Nele Jansegers (Vlaams Belang)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Identiteitsfraude - Melding van de burgers aan de overheid - Initiatieven in BelgiPe - Opleiding voor de politiemensen
________
identiteitsbewijs
diefstal
fraude
misdaadbestrijding
politie
politiecontrole
beroepsopleiding
gemeentepolitie
rijbewijs
valsheid in geschrifte
namaak
________
27/5/2009Verzending vraag
25/11/2009Dossier gesloten
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3507
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-889
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5955
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3508 d.d. 27 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-2868 van januari 2009 over het fenomeen van identiteitsfraude gaf de minister van Justitie mij begin april 2009 het volgende antwoord:

“Identiteitsfraude is een gekend fenomeen bij de gerechtelijke overheden dat op heden echter moeilijk kwantificeerbaar is.

Het is een fraudefenomeen dat statistisch niet tot een enkele handeling kan worden beperkt en in een ruimere analyse moet worden vervat.”

Dat antwoord is nogal teleurstellend, te meer daar we kunnen vaststellen dat er bij onze Noorderburen toch wel meer belangstelling bestaat voor het fenomeen en men daar daadwerkelijk initiatieven neemt om de bestrijding van identiteitsfraude op te voeren.

Zo werd daar begin 2009 een meldpunt identiteitsfraude opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken. In de eerste twee maanden van zijn bestaan heeft het meldpunt vijftig meldingen binnengekregen van gedupeerde burgers en bedrijven.

Het gaat om bankrekeningen die geplunderd zijn, producten die op andermans naam zijn gehuurd of gekocht, maar ook om foute registraties in overheidsregisters, zegt een woordvoerder van het ministerie. Het meldpunt is opgericht om zicht te krijgen op de omvang van identiteitsfraude in Nederland. Daarnaast zorgt het meldpunt ervoor dat verkeerde registraties in overheidsregisters zoals de basisadministratie van gemeenten of politieregisters zo snel mogelijk worden hersteld.

Daarnaast worden agenten versneld bijgeschoold in het herkennen van valse papieren.

De pakkans van personen die onder een valse identiteit frauderen of misdrijven plegen is te klein, zegt de Raad van hoofdcommissarissen belast met de strijd tegen identiteitsfraude. Politiemensen wordt geleerd degenen die gebruik maken van het paspoort of rijbewijs van een ander te herkennen. Via een speciale telefoonlijn kunnen ze op straat binnenkort direct de hulp inroepen van experts op het bureau.

Als agenten op een vals id-bewijs of een "lookalike", een id-bewijs van een dubbelganger, stuiten, moet straks op het politiebureau direct de identiteit van iemand kunnen worden achterhaald. In alle politieregio's komen bureaus met apparatuur om vingerafdrukken en foto's van verdachten te nemen en om de echtheid van identiteitsbewijzen te controleren. Vanaf medio 2009 wordt het via een wetswijziging mogelijk vingerafdrukken te nemen en foto's te maken van verdachten van een misdrijf waar vier jaar celstraf op staat. Hierdoor moet de identiteit van verdachten "onomstotelijk" vast komen te staan.

Met de gemeenten wil de politie "veelvermissers" aanpakken, mensen die vaak hun paspoort kwijtraken. Als iemand drie keer of vaker in een jaar zijn paspoort als vermist opgeeft, moet er eerst onderzoek plaatsvinden voordat hij er een nieuw krijgt. Of als iemand zijn paspoort kwijtraakt, moet de prijs voor een nieuw exemplaar maar omhoog. 

Het zijn alvast een aantal initiatieven en pistes, die de Nederlandse overheid moet in staat stellen de strijd tegen identiteitsfraude te voeren.

Het interesseert mij uitermate om te weten hoe dit fenomeen in ons land wordt aangepakt en bestreden. Vandaar de volgende vragen:

Bij wie en op welke manier kunnen gedupeerde burgers in ons land een geval van identiteitsfraude melden aan de overheid?

Op welke manier wil men in ons land zicht krijgen op de omvang van het probleem? Is de geachte minister gewonnen voor het idee van een meldpunt, zoals in Nederland?

Op welke manier worden politiemensen bij ons geïnformeerd en geschoold over het fenomeen?

Zijn er afspraken met de gemeenten om de zogenaamde “veelvermissers” te melden? Zo ja, hoeveel werden er vorig jaar gemeld? Zo niet, lijkt het de geachte minister geen goed idee om een dergelijke meldplicht in te voeren?