BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
27 februari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3123

de Alain Destexhe (MR)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Huisartsen - Inkomen - Nieuw evenwicht
________
dokter
niet in loondienst verkregen inkomen
vrij beroep
________
27/2/2009Verzending vraag
7/5/2009Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3123 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens een studie waarvan de resultaten verschenen zijn in Journal du médecin, verdienen Belgische huisartsen het minst, vergeleken met hun collega's in acht Europese landen (het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken, Nederland, Frankrijk, Finland en Zweden).

Wat is de mening van de minister over die studie?

Hoe verklaart ze die situatie?

Welke maatregelen overweegt ze om de inkomens van onze huisartsen weer in evenwicht te brengen met die van de huisartsen in onze buurlanden?

Antwoord ontvangen op 7 mei 2009 :

Ik heb net als u kennis genomen van de informatie van de «Artsenkrant», waaruit zou blijken dat volgens een recente studie het inkomen van de Belgische huisartsen het laagst zou zijn van acht Europese landen (Verenigd koninkrijk, Duitsland, Denemarken, Nederland, Frankrijk, Finland en Zweden).

Deze studie vermeldt voor België foute gegevens. Het aantal huisartsen dat immers wordt in aanmerking genomen in deze studie is een raming van het ASGB (kartel): 21 804 huisartsen in 2005 terwijl er volgens het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) 11 799 huisartsen waren in 2005 en het kadaster van de actieve huisartsen die zijn ingeschreven in de wachdienst voor huisartsgeneeskunde voor 2007, 9 259 actieve huisartsen vermeldt.

Hoe dan ook, zelfs als staat het loon van de Belgische huisarts niet bovenaan het klassement, toch merken we dat de uitgaven van het RIZIV voor de huisartsgeneeskunde in elf jaar gestegen zijn met 73,84%.

Men moet er meer in het bijzonder nota van nemen dat de honoraria van de huisartsen op vijf jaar tijd met 40% zijn toegenomen, zonder rekening te houden met de betalingen in verband met de globale medische dossiers, de honoraria voor de disponibiliteit of de premies voor informatisering. Er moet herinnerd worden aan het feit dat de interne arbitrage betreffende de medische honoraria toekomt aan de nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, die paritair samengesteld is uit vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties en van de ziekenfondsen.