BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
27 februari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3053

de Dirk Claes (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________
Gezondheidssector - Arbeidsduurwetgeving – Hervorming
________
gezondheidsverzorging
arbeidsrecht
arbeidsduur
werktijden
nachtwerk
zondagswerk
ploegendienst
verplegend personeel
zorg voor ouderen
________
27/2/2009Verzending vraag
2/10/2009Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-743
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3053 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Reeds lange tijd kampt de gezondheidssector met problemen inzake de naleving van de huidige arbeidsduurreglementering. De gezondheidsinstellingen zijn van mening dat de bestaande wetgeving te weinig rekening houdt met de praktijk en de gewoonten die toch zeer specifiek is in deze sector.

Zo komt het bijvoorbeeld zeer frequent voor dat werknemers onder elkaar diensten wisselen. Dit met als doel om hun werkroosters beter te laten aansluiten op hun privéleven. De druk die de werknemers op hun privéleven ervaren mag niet worden onderschat. Nacht- en weekendwerk en onregelmatige dienstroosters liggen hiervan aan de basis. Indien we het personeelstekort in deze sector willen aanpakken, moeten we zeker ook oog hebben voor deze problematiek.

Het thema van de arbeidsduur is trouwens bijzonder actueel en ook de sociale inspectie hecht hier veel belang aan. We moeten vermijden dat mensen in een zwarte zone terecht komen en hiervoor worden gesanctioneerd.

Bijna een jaar geleden heeft Zorgnet Vlaanderen (netwerk in gezondheids- en ouderenzorg waarin meer dan 500 private social-profit initiatieven samenwerken vanuit een christelijke traditie) een brief aan de geachte minister geschreven omtrent deze problematiek. Ze zijn vragende partij om vanuit hun expertise met haar rond tafel te zitten en een constructieve oplossing te vinden voor dit probleem.

Concreet vragen zij onder andere om :

- het bestaande krediet voor bijkomende prestaties voor deeltijds werkenden op te trekken;

- de minimale rustperiode van elf uren tussen twee opeenvolgende arbeidsprestaties te verlagen naar negen uren;

- de minimale werkperiode van drie uren in bepaalde gevallen te kunnen terugbrengen naar twee uren;

- de referentietermijn om de gemiddelde arbeidsduur te bereiken te verlengen tot een jaar.

Graag had ik van de een antwoord gekregen op onderstaande vragen.

1. Is de geachte minister op de hoogte van de problemen inzake de arbeidsduurwetgeving in de gezondheidssector ?

2. Heeft zij reeds concrete maatregelen genomen om oplossingen te vinden voor deze problematiek of is zij van plan dit in de nabije toekomst te doen ?

3. Welke moeten volgens haar de nieuwe uitgangspunten worden van een nieuwe arbeidsduurwetgeving in de gezondheidssector ?

4. Plant zij een overleg met de diverse betrokkenen om tot een nieuwe wetgeving te komen ? Is zij van plan om ook Zorgnet Vlaanderen bij deze onderhandelingen te betrekken ?

Antwoord ontvangen op 2 oktober 2009 :

De arbeidsduur in de gezondheidssector is een problematiek die reeds jaren aan de orde van de dag is.

Wat betreft de privésector vereisen de wijzigingen die u aanhaalt, geen aanpassing aan de wettelijke bepalingen inzake de duur van de arbeidstijd, maar alleen een invoering of wijziging van de collectieve overeenkomsten gesloten op het niveau van het paritair comité.

Reeds in 2001 is op het niveau van het paritair comité van de gezondheidszorg een technische werkgroep samengesteld teneinde deze problematiek te bespreken. Regelmatig werden er vergaderingen gehouden, meer specifiek aangaande de wekelijkse arbeidsduur, de jaarlijkse referteperiode en de rusttijd tussen twee dagelijkse prestaties. Met name in 2006 werden tijdens de vergaderingen, waaraan de toenmalige leden van het kabinet van de minister van Werk en de beroepsorganisaties uit de sector van de ziekenhuizen deelnamen, verschillende concrete pistes aangehaald door de administratie.

Bovendien is in het kader van de non-profit akkoorden voor de periode 2005/2010 afgesproken om de kwestie van het respecteren van de arbeidsuren in de gezondheidsector te regelen. In het kader van de uitvoering van dit akkoord, is eveneens een tripartiete werkgroep “sociale wetgeving” opgericht. Deze groep bestaat uit de vertegenwoordigers van de private en openbare ziekenhuizen, de vertegenwoordigers van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en mijn vertegenwoordigers. De werkzaamheden, gecoördineerd door de FOD Sociale Zaken, gaan onder andere over het pilootproject “mobiele ploegen” waarvan de resultaten momenteel bij de sociale partners worden voorgesteld.

De laatste vergadering werd op 17 juni 2009 gehouden. In dit kader, en meer specifiek wat de arbeidswetgeving betreft, werd een lijst van nuttige juridische definities over de arbeidsduur in de betrokken sector uitgewerkt door de leden van mijn kabinet en goedgekeurd tijdens de vergadering van 5 december 2008.

De materie aangaande arbeidsduur in de gezondheidsector maakt deel uit van een delicaat onderwerp waarvan de sociale partners van de sector een basis van overeenstemming onder hen moeten vinden. Het lijkt me bijgevolg noodzakelijk de sociale partners te laten werken. Hierbij kunnen zij volledig op de steun van mijn administratie rekenen, die vanaf het begin met verschillende werkgroepen heeft samengewerkt.

Indien zij dit wensen ben ik bereid de vertegenwoordigers van Zorgnet Vlaanderen binnenkort te ontmoeten teneinde deze problematiek te bespreken.