BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
20 februari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3009

de Geert Lambert (Onafhankelijke)

aan de minister van Klimaat en Energie
________
Laptops - Verkoop met Windows-besturingssysteem - Eventuele koppelverkoop - Oplossingen
________
microcomputer
computerprogramma
handelsregelingen
bescherming van de consument
concurrentiebeperking
vrije concurrentie
________
20/2/2009Verzending vraag
25/3/2009Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3009 d.d. 20 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vandaag is het in België zo goed als onmogelijk een laptop zonder Windows-besturingssysteem te kopen. Ook mensen die gebruik maken van een ander besturingssysteem moeten zo betalen voor het product van een quasi-monopolist dat ze niet (willen) gebruiken.

Omdat het zo moeilijk is om een laptop zonder Windows aan te schaffen legt de meerderheid van de consumenten zich erbij neer en betaalt men noodgedwongen de ongewenste software. Daardoor is er volgens de producenten geen vraag naar computers zonder Windows, wat uiteraard een cirkelredenering is.

Vindt de geachte minister het normaal dat consumenten verplicht worden een ongewenst product aan te kopen bij aankoop van een laptop ?

Is er volgens hem sprake van koppelverkoop?

Heeft de Europese Commissie een standpunt ingenomen ten opzichte van deze kwestie ?

Is hij van plan om stappen te ondernemen ter bescherming van de consument ?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2009 :

De omstandigheid dat een computerfabrikant zijn producten uitrust met een besturingssysteem, maakt een gezamenlijk aanbod uit als bedoeld in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (hierna WHPC). In principe en behoudens de uitzonderingen in de wet bepaald, is elk gezamenlijk aanbod van een verkoper aan een consument verboden. Bij de uitzonderingen komt het gezamenlijk aanbod voor van producten of diensten die een geheel vormen (artikel 55.1 WHPC).

Het is de houding van de consument die bepaalt hoe het begrip geheel wordt beoordeeld. Zodra immers bij hem een gewoonte is verankerd om aparte producten of diensten tegelijkertijd te verwerven, zodat zijn aankoopbeslissing niet meer wezenlijk wordt beïnvloed door het feit van een gezamenlijk aanbod van deze producten of diensten, kan men spreken van een geheel in de zin van artikel 55.1. WHPC.

Zo is het voor een grote meerderheid van de consumenten normaal dat, wanneer zij een computer kopen, deze meteen uitgerust is met besturingssoftware. Enkel diegenen die over een gevorderde kennis inzake informatica beschikken, willen zelf een ander besturingssysteem kunnen kiezen en installeren. Laatstgenoemden hebben de mogelijkheid om een ander besturingssysteem te kiezen door naar meer gespecialiseerde winkels te gaan, of desgevallend te laten overgaan tot de personalisering van hun computer. Zelfs al evolueert het gedrag van de consumenten, toch kan nog altijd niet gesteld worden dat de aankoopgewoonten van het merendeel van de consumenten gewijzigd is.

De Europese Commissie heeft Microsoft veroordeeld voor koppelverkoop in 2004. Deze veroordeling draaide echter niet rond het feit dat de computers werden uitgerust met het Windows-besturingssysteem, maar wel rond de omstandigheid dat Windows Media Player altijd in het Windows-besturingssysteem wordt geïntegreerd. Deze praktijk werd beschouwd als een misbruik van machtspositie, aangezien de vier cumulatieve voorwaarden als bepaald door het gemeenschapsrecht werden vervuld. Het betreft de volgende voorwaarden: de dominante positie van de onderneming, het koppelende product en het gekoppelde product zijn twee verschillende producten, de consumenten kunnen het koppelende product niet bekomen zonder het gekoppelde product, en de praktijk beperkt de mededinging. De Europese Commissie heeft zojuist een nieuwe actie ingesteld tegen een nieuwe koppelverkoop door Microsoft. Opnieuw gaat het hier niet om het besturingssysteem, maar om de navigator Internet Explorer, die automatisch aan de systeemsoftware van Microsoft gelinkt is.

In de mate dat er verkopers of fabrikanten van computers zijn die deze zonder systeemsoftware aanbieden en de consument dus eveneens over de mogelijkheid beschikt om de producten afzonderlijk te verkrijgen, lijkt het mij niet nodig om tussen te komen in deze aangelegenheid.