BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
12 januari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2624

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden
________
Pensioenen - Berekening voor de geïntegreerde politiediensten - Pencalc-toepassing
________
pensioenregeling
politie
beroepsloopbaan
computerprogramma
Rekenhof (België)
________
12/1/2009Verzending vraag
5/2/2009Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1874
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2624 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Rekenhof heeft enige opmerkingen geformuleerd over het gebruik van PenCalc voor het berekenen van de pensioenen van leden van de geïntegreerde politiediensten. De PenCalc-toepassing kan weliswaar het merendeel van de pensioenen berekenen, maar toch moeten bepaalde elementen die in aanmerking komen voor het opstellen van het vijfjaarlijkse gemiddelde met de hand worden ingevoerd. Bovendien gaat het systeem niet na of de ingevoerde gegevens coherent zijn.

PenCalc werd ontworpen voor de berekening van alle categorieën van pensioenen, maar de te talrijke keuzemogelijkheden maken het werk van de instructeur erg complex. Daardoor vergroot het risico op fouten. Om de invoer van foutieve gegevens te beperken, zou het volgens het Rekenhof wenselijk zijn dat de instructeurs alleen die combinaties kunnen invoeren die mogelijk zijn voor de geïntegreerde politiediensten. Hier werd ook reeds op gewezen in het document "Geautomatiseerd beheer van de pensioenen via het berekeningsprogramma PenCalc", dat door het Rekenhof werd voorgelegd in november 2006.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om :

a. de berekening van de vijfjaarlijkse gemiddelden in de Pencalc-toepassing te laten integreren ;

b. de coherentie van de ingevoerde gegevens te laten controleren ;

c. een aangepaste Pencalc-toepassing te laten opstellen die op maat gesneden is voor de geïntegreerde politiediensten ?

Antwoord ontvangen op 5 februari 2009 :

In antwoord op uw vraag heb ik u het volgende mee te delen.

Van bij de conceptuele fase van het project PenCalc werd beslist om één universeel programma te ontwikkelen voor de berekening van de rust- en overlevingspensioenen van de verschillende sectoren. Die beslissing steunt op de “best practices” binnen de informaticawereld en het werken met relationele databases.

De basisprincipes inzake berekeningsregels blijven dezelfde. Het is daarom zinvol om één toepassing te ontwikkelen die gebruik maakt van één set berekeningsprocedures en één uniform datamodel voor opslag van de berekeningsresultaten. Eén uniek berekeningsprogramma is de beste waarborg voor uniformiteit en coherentie in de berekeningsprocedures van de verschillende pensioensectoren. Bovendien vergemakkelijkt die werkwijze eveneens aanzienlijk het onderhoud van de computerprogramma's, doordat wijzigingen die in alle pensioensectoren optreden slechts in één programma dienen te worden doorgevoerd in plaats van in verschillende parallelle modules. Uiteraard voorziet dat berekeningsprogramma in tal van bijzondere maatregelen om tegemoet te komen aan de specifieke eisen binnen elke pensioensector en elk pensioentype.

Het berekeningsprogramma bepaalt de aanneembare duur van de door de pensioentitularis gepresteerde diensten en de referentiewedde of de gemiddelde wedde van de vijf laatste jaren van de loopbaan. Het steunt hierbij op de loopbaangegevens en de bezoldigingselementen die door de gebruiker manueel werden ingevoerd.

Bij de invoer van de bezoldigingselementen in een pensioendossier wordt de gebruiker ondersteund door procedures die waken over de coherentie tussen enerzijds het departement van tewerkstelling en de graadbenaming, en anderzijds, de weddenschaal waaruit de gebruiker de weddenbedragen put die hij in aanmerking moet nemen bij de pensioenberekening.

De controle van de coherentie tussen die drie elementen steunt op informatie die in een afzonderlijke module wordt beheerd. In die module wordt door een gespecialiseerde dienst van de Pensioendienst van de openbare sector (PDOS) nauwkeurig elke evolutie van de weddenstatuten opgevolgd per departement en per graadbenaming.

Inmiddels werkt de PDOS samen met de vzw SIGeDIS en een aantal partners uit de sociale zekerheidssector aan een project dat op middellange termijn de digitale uitwisseling van loopbaan- en bezoldigingselementen tussen de publieke werkgevers en de PDOS moet verzekeren.

Het is de bedoeling om einde 2010 van start te gaan met een meer uitgebreide versie van de huidige déclaration multifonctionnelle / multifunctionele aangifte (DMFA). Dit is een driemaandelijkse meldingsplicht van elke werkgever in België voor elk van de bij hem tewerkgestelde personeelsleden. Ze omvat inlichtingen betreffende de verrichte prestaties en de genoten lonen tijdens het voorbije kwartaal en wordt onder andere gebruikt door de Rijksdienst voor de sociale zekerheid voor het bepalen van de sociale bijdragen. In haar nieuwe versie zal de verklaring, naast de huidige informatie, een pakket aanvullende inlichtingen bevatten die noodzakelijk zijn om de loopbaan van een pensioengerechtigde in de overheidssector te reconstrueren alsmede de door hem genoten bezoldiging.

Het pensioenberekeningsprogramma van de PDOS zal op dat ogenblik kunnen worden geladen met de digitale informatie die door de werkgevers van de overheidssector on line wordt ingevoerd, daar waar tot op heden enkel een manuele invoer van gegevens mogelijk is op basis van een papieren dossier dat pas aan de PDOS wordt toegestuurd op het ogenblik van de pensioenaanvraag.