BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
12 januari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2516

de Patrik Vankrunkelsven (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
GSM - Gebruik achter het stuur - Overtredingen
________
mobiele telefoon
overtreding van het verkeersreglement
verkeersveiligheid
mobiele communicatie
________
12/1/2009Verzending vraag
19/2/2009Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-693
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2516 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer moet een bestuurder “steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit voeren en voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand hebben”.

Hoewel dit in principe ook van toepassing is op het gebruik van een GSM in de wagen, besliste de minister die Mobiliteit in zijn bevoegdheden had in 2000 toch om een apart punt onder artikel 8 in te voegen dat de bestuurder verbiedt “om gebruik te maken van een draagbare telefoon die hij in de hand houdt”.

Nochtans is dit niet de enige handeling die de bestuurder kan beletten om alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig goed in de hand te hebben.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen:

1. Hoeveel overtredingen werden jaarlijks vastgesteld waarbij de bestuurder de GSM gebruikte in de wagen van 1995 tot 2000? Bij hoeveel verkeersongevallen werd het gebruik van de GSM als oorzaak beschouwd van 1995 tot 2000?

2. Hoeveel overtredingen werden jaarlijks vastgesteld waarbij de bestuurder de GSM gebruikte in de wagen van 2000 tot 2005? Bij hoeveel verkeersongevallen werd het gebruik van de GSM als oorzaak beschouwd van 2000 tot 2005?

3. Hoeveel overtredingen werden jaarlijks, van 2000 tot 2005, vastgesteld waarbij de bestuurder van een voertuig los schoeisel droeg, en dat dus onder de bepaling van artikel 8.3 valt? Bij hoeveel verkeersongevallen werd los schoeisel als oorzaak beschouwd van 2000 tot 2005?

4. Hoeveel overtredingen werden jaarlijks vastgesteld waarbij de bestuurder achter het stuur aan het lezen was van 2000 tot 2005? Bij hoeveel verkeersongevallen werd lezen achter het stuur beschouwd als oorzaak van 2000 tot 2005?

5. Als gevaarlijkere handelingen dan GSM-gebruik achter het stuur, vallen onder de algemene bepaling van artikel 8.3 van de Wegcode, acht de geachte minister het dan opportuun dat GSM-gebruik een specifieke bepaling krijgen?

Antwoord ontvangen op 19 februari 2009 :

Gelieve volgende elementen van antwoord te willen aantreffen.

- Wat betreft de vragen 1 en 2:

Vanaf het jaar 2000 kunnen de gegevens betreffende het aantal overtredingen wegens GSM-gebruik worden opgevraagd in het databanksysteem. Deze gegevens vindt u terug in tabel 1. De vraag tot hoeveel verkeersongevallen het GSM-gebruik heeft geleid kan niet uit het databanksysteem worden gehaald.

- Wat uw vragen 3 en 4 betreft:

Hierover zijn geen gegevens beschikbaar.

- Wat uw vijfde vraag betreft:

Het artikel 8.4 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ingevoerd per artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 juni 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, heeft het verbod op het gebruik van een draagbare telefoon tijdens het rijden ingevoerd.

Art. 8.3 van voornoemde wet is in algemene termen geformuleerd en omvat het algemene principe.

Het art. 8.4 van deze wet is specifiek gemaakt en houdt een concreet verbod in.

De invoering van art. 8.4 moet eveneens in zijn toenmalige context worden gezien en had met de opkomst van de draagbare telefoon ook een signaalfunctie (symbolische wetgeving).

Beide artikelen zijn overtredingen in de tweede graad en worden gelijk beboet.

Ondertussen hebben vele studies aangetoond dat bij voorbeeld ook het handenvrij bellen tot een verminderde concentratie en rijvaardigheid kan leiden.

Ook andere factoren kunnen een verminderde rijvaardigheid tot gevolg hebben zoals de bediening van navigatiesystemen, eten en drinken achter het stuur, roken achter het stuur,… Een belangrijk rechtsbeginsel is het legaliteitsbeginsel. Het moet in ieder geval duidelijk zijn welke gedragingen al dan niet strafbaar worden gesteld. Een ruim politiek en maatschappelijk debat zou hieromtrent een draagvlak kunnen creëren om eventueel ook andere gedragingen achter het stuur te beteugelen. Een verhoging van de verkeersveiligheid is de inzet.

Het lijkt me opportuun om de minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Mobiliteit bij de context rond uw vraagstelling te betrekken.


2000

2001

2002

2003

2004

2005

Antwerpen

1140

2351

1524

1207

2145

4460

Arlon

48

130

240

268

238

145

Brugge

90

594

901

932

1068

1243

Bruxelles

1151

3994

5010

8670

9301

8719

Charleroi

182

942

1268

2261

1225

1274

Dendermonde

136

409

391

551

676

833

Dinant

13

125

118

248

303

256

Gent

77

319

775

824

850

740

Halle

118

655

1232

1364

1403

1074

Hasselt

183

692

1317

2956

1092

905

Huy

26

83

188

280

316

349

Ieper

8

38

50

52

36

83

Kortrijk

42

121

185

295

311

327

Leuven

168

592

644

1021

478

451

Liège

707

2842

4787

6163

3646

3151

Marche

15

99

87

124

148

191

Mechelen

86

182

158

210

383

625

Mons

101

372

940

776

33

666

Namur

269

895

969

510

120

360

Neufchâteau

8

30

56

119

64

75

Nivelles

251

1481

1465

1946

1794

1233

Oudenaarde

16

66

89

120

195

205

Tongeren

83

385

599

845

509

469

Tournai

20

4

44

26

13

17

Turnhout

116

684

805

1226

459

414

Verviers

56

446

710

1144

700

625

Veurne

19

95

122

192

139

146

Vilvoorde

211

1579

3903

3391

2878

2589

Total / totaal

5340

20205

28577

37721

30523

31625