BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2007-2008 | ||||
________ | ||||
2 oktober 2008 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-1716 | ||||
de Els Van Hoof (CD&V N-VA) |
||||
aan de minister van Klimaat en Energie |
||||
________ | ||||
Diversiteit - Kansengroepen - Evenredige vertegenwoordiging | ||||
________ | ||||
gelijke behandeling van man en vrouw gehandicapte werknemer met een beperking overheidsapparaat buitenlandse staatsburger officiële statistiek ministerie sociale integratie gendermainstreaming |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1706 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1707 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1708 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1709 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1710 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1711 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1712 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1713 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1714 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1715 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1717 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1718 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1719 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1720 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1721 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1722 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1723 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1724 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1725 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1726 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1727 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-1716 d.d. 2 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
In het Actieplan 2005-2007 voor het bevorderen van de diversiteit heeft de federale overheid ervoor gekozen om zich in eerste instantie toe te spitsen op drie aspecten van diversiteit : - de bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen ; - tewerkstelling van mensen met een handicap ; - de integratie van personen met een vreemde afkomst in het openbaar ambt. Graag had ik vernomen hoeveel personen uit de doelgroep werkzaam zijn binnen de FOD's en de POD's onder uw bevoegdheid, voor elk van de drie doelgroepen (vrouwen, mensen met een handicap en personen met een vreemde afkomst) afzonderlijk en telkens zowel in absolute cijfers als procentueel : 1. in globo ; 2. per niveau : - mandaathouders ; - niveau A ; - niveau B ; - niveau C ; - niveau D. |
||||
Antwoord ontvangen op 21 november 2008 : | ||||
1. Wat de verdeling Mannen – Vrouwen betreft Voor de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Duurzame Ontwikkeling, op 1 december 2007: Niveau A : Mannen : 9 Vrouwen : 3 Niveau B : Mannen : 0 Vrouwen : 1 Niveau C : Mannen : 0 Vrouwen : 3 Niveau D : 0 2. Wat de personen met een handicap betreft Binnen de (POD) Duurzame Ontwikkeling, gezien de kleinschaligheid van de dienst(16), is het moeilijk om een beleid voeren op dit vlak. Nietemin zijn er voor aanwervingen wat dit betreft geen bezwaren. 3. Wat allochtonen en autochtonen betreft Wat de afkomst van medewerkers betreft, bestaat er bij de federale administratie (in tegenstelling tot bij de Vlaamse Gemeenschap) geen ‘officiële’ gemeenschappelijke definitie noch een monitoringsysteem waarmee men kan uitmaken hoeveel personen van vreemde origine er voor de Federale Overheidsdienst (FOD) werken. Gegevens over afkomst verzamelen is bovendien een gevoelig onderwerp, waarbij men voorzichtig te werk moet gaan. Een werkgroep waarin de vier gewestelijke diensten voor tewerkstelling (VDAB, BGDA/ORBEM, FOREM, ADG), het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en de wetenschappers Albert Martens en Andréa Réa zetelen, heeft een verdergaande reflectie over het thema van een sociaaleconomische monitoring op nationale schaal mogelijk gemaakt. In afwachting van de resultaten van deze debatten en dus van een gemeenschappelijke definitie beschikt de federale administratie momenteel niet over een eigen definitie en dus ook niet over een monitoringsysteem. Voor wat betreft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door mijn collega de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid werd verstrekt. Voor wat betreft de FOD Economie, Kleine Middelgrote Ondernemingen (KMO), Middenstand en Energie heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door mijn collega de Minister voor Ondernemingen en Vereenvoudigen werd verstrekt. |