BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
26 september 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-1662

de Helga Stevens (CD&V N-VA)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
RIZIV - Mobiliteitshulpmiddelen - Terugbetaling
________
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
lichamelijk gehandicapte
faciliteiten voor gehandicapten
Rijksfonds voor sociale reclassering van mindervaliden
________
26/9/2008Verzending vraag
27/11/2008Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-1662 d.d. 26 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) dringt er sinds een aantal jaren bij het RIZIV op aan om de terugbetaling van mobiliteitshulpmiddelen binnen de nomenclatuur te verbeteren. Ook in 2007 was dit het geval en gaf het VAPH naar aanleiding van de invoering van de nieuwe RIZIV-nomenclatuur input omtrent de afbakening van de doelgroep van personen die in aanmerking komen voor een tweede rolstoel, de hernieuwingstermijn van een tweede rolstoel en welke rolstoel als tweede rolstoel kan dienen, de afbakening van de rubriek aanpassingen, onderhoud en herstel van rolstoelen en de knelpunten. Het VAPH kwam ook samen met de drie andere regionale fondsen teneinde een gezamenlijk standpunt in te nemen over de rolstoelmaterie en een door de vier fondsen gedragen tekst werd in 2008 aan het RIZIV overgemaakt.

Graag had ik een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Welke verbeteringen werden door het RIZIV ingevoerd met betrekking tot de terugbetaling van mobiliteitshulpmiddelen ?

2. Werd bij het doorvoeren van deze verbeteringen steeds het advies gevolgd van de vier regionale fondsen ? Indien niet, kan de geachte minister uitleggen waarom niet ?

3. Welke aanbevelingen van de vier regionale fondsen inzake het verbeteren van de terugbetaling van mobiliteitshulpmiddelen werden niet door het RIZIV weerhouden ? Kan ozij uitleggen waarom niet ?

Antwoord ontvangen op 27 november 2008 :

De Technische Raad voor Rolstoelen heeft kennis genomen van de gemeenschappelijke nota van de Regionale Fondsen/Agentschappen voor de integratie van personen met een handicap, met betrekking tot de nieuwe nomenclatuur van mobiliteitshulpmiddelen, in werking getreden op 1 oktober 2005, en die de aandacht vestigt op enkele pijnpunten.

Er werden reeds concrete antwoorden aangereikt voor enkele aangehaalde problemen en momenteel is een voorstel van koninklijk besluit in omloop met het oog op publicatie. De voornaamste verbeteringen opgenomen in dit voorstel betreffen de elektronische scooters (onder andere: schrapping van de lijst van pathologieën), de elektronische binnenrolstoelen en de orthopedische driewielfietsen.

In de loop van het jaar 2009 zullen concrete voorstellen uitgewerkt worden ten einde een oplossing te vinden voor andere onopgeloste problemen. De volgende onderwerpen zullen onder andere onderzocht worden, de vermindering van het supplement ten laste van de patiënt (kinderrolstoelen, actieve rolstoelen, elektronische rolstoelen), het ten laste nemen van individuele aanpassingen, enz.

Bij alle besprekingen betreffende de evaluatie van de nomenclatuur en haar eventuele wijzigingen, wordt rekening gehouden met het advies van de regionale Fondsen/Agentschappen voor de integratie van personen met een handicap, zoals die van de andere actoren.

Tenslotte dient men te weten dat het RIZIV en de regionale Fondsen/Agentschappen voor de integratie van personen met een handicap samenwerken voor het oplossen van problemen in verband met de werking van het ‘eenheidsdossier’ en voor de verbetering van de coherentie tussen hun respectieve tegemoetkomingen.