5-272COM | 5-272COM |
De heer Johan Verstreken (CD&V). - Mijn vragen hebben betrekking op de vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina. Ik heb ze ingediend naar aanleiding van het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan Israël en aan de bezette gebieden in november laatstleden.
Intussen is de situatie geëvolueerd en weten we dat de Israëlische regering haar nederzettingenbeleid in de bezette gebieden voortzet. Ze heeft bekendgemaakt dat ongeveer 1400 nieuwe woningen voor kolonisten zullen worden gebouwd. Er kunnen offertes worden ingediend voor 600 woningen in Oost-Jeruzalem en voor 801 andere op de Westelijke Jordaanoever.
Van de minister had ik graag vernomen of hij tijdens zijn bezoek contacten heeft gehad met vertegenwoordigers van Hamas? Zo ja, tot welke bevindingen kwam hij na die gesprekken?
Voert de Europese Unie gesprekken met Egypte om toch enige soepelheid aan de dag te leggen zodat de grensovergang van Rafah tussen Gaza en Egypte opnieuw geheel of gedeeltelijk kan worden geopend voor Palestijnse burgers? Zo neen, is hij bereid dat probleem op Europees niveau aan te kaarten?
Heeft hij tijdens zijn gesprek met Mahmoud Abbas in Amman aangedrongen op een verzoening tussen de Palestijnse partijen? Acht hij zo'n verzoening noodzakelijk voor het welslagen van de vredesgesprekken?
De aankondiging eind oktober vorig jaar om meer dan 5000 nieuwe woningen te bouwen in Oost-Jeruzalem, getuigt niet van veel goede wil van Israël om het vredesproces tot een goed einde te brengen. In de pers vernamen we intussen dat er nog een aantal extra werven zijn gepland. Door de bouw van 3000 wooneenheden met een industriële en toeristische zone nabij de nederzetting Ma'ale Adumim zal Oost-Jeruzalem van de Westelijke Jordaanoever, worden afgesneden, wat toch zeer zorgwekkend is.
Heeft de minister de bouw van Israëlische nederzettingen aangekaart tijdens zijn ontmoetingen met de Israëlische president Peres, met premier Netanyahu en vooral met Tzipi Livni, de minister van Justitie en verantwoordelijke voor de onderhandelingen met de Palestijnen? Zo ja, hoe verantwoorden zij die bouwwerken? Acht hij het risico niet groot dat het nederzettingenbeleid een tweestatenoplossing onmogelijk maakt? Welke houding neemt ons land aan ten aanzien van de huidige Israëlische nederzettingenpolitiek?
Welke rol kan ons land spelen voor het welslagen van de vredesgesprekken?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Tijdens mijn missie in de bezette Palestijnse gebieden had ik geen contact met Hamas. De Europese Unie erkent alleen het gezag van Mahmoud Abbas, de president van de Palestijnse Autoriteit. Zolang Hamas op de lijst van de terroristische organisaties staat, zullen we er geen contact mee hebben.
Over het openstellen van de grenspost bij Rafah wordt rechtstreeks onderhandeld tussen de Egyptische regering en de Palestijnse Autoriteit. Dat betekent evenwel niet dat dit punt niet kan worden aangekaart, maar de veiligheid in de Sinaï is een prioritair aandachtspunt voor Egypte. Egypte moet eerst zijn interne problemen oplossen voordat het zich kan buigen over de problemen van Gaza. In augustus vorig jaar was ik in Egypte en heb ik daarover van gedachten gewisseld met de Egyptische regering.
De intra-Palestijnse verzoening kwam aan bod in mijn onderhoud met president Abbas. Hij heeft er evenwel op gewezen dat voor hem de vredesgesprekken prioritair zijn. Het verheugt me overigens dat hij ondanks de moeilijkheden waarmee hij heeft af te rekenen, vastberaden aan de onderhandelingstafel blijft, zelfs nu de Palestijnse Autoriteit de jongste dagen een aantal moeilijke episodes heeft doorgemaakt. Hopelijk houdt hij dat de volgende weken of zelfs maanden vol.
Uiteraard heb ik uiting gegeven aan mijn bezorgdheid over de weerslag van de nederzettingenpolitiek op de tweestatenoplossing. Ik heb mijn Israëlische gesprekspartners ook mijn vrees te kennen gegeven dat de kans op een oplossing steeds kleiner wordt, als ze de kolonisatie voortzetten. Ik heb dat de laatste uren nog herhaald.
Zoals ik ook in mijn verslag aan de Kamer heb gezegd, heb ik de indruk dat ik met die gesprekken een zeker resultaat heb geboekt, aangezien premier Netanyahu daags na mijn bezoek is teruggekomen op zijn aanvankelijke voornemen om 20 000 extra woningen te bouwen.
België handelt in het kader van de Europese Unie en in samenwerking met de lidstaten. We houden vast aan de uitvoering van de conclusies die in mei en december 2012 werden goedgekeurd, en van de richtlijn inzake Europese financiering van projecten buiten de gebieden die in 1967 door Israël zijn bezet.
Tot slot probeer ik nog in het eerste kwartaal van 2014 in Brussel een internationale conferentie te organiseren over mogelijke investeringen van Europese bedrijven in de regio, zowel in Israël als in de Palestijnse gebieden. We werken daarvoor niet alleen samen met de diensten van de Europese Hoge Vertegenwoordiger, mevrouw Ashton, maar ook met die van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken en uiteraard met de twee direct betrokken partners, Israël en Palestina.
De heer Johan Verstreken (CD&V). - Natuurlijk heb ik begrip voor de veiligheidsproblemen die kunnen rijzen in de Sinaï als de grensovergang bij Rafah wordt geopend. De situatie van de bevolking in de Gazastrook blijft echter uiterst problematisch.
Hoewel ik persoonlijk sterk tegen gekant ben tegen de muur, moet ik toegeven dat de bouw van de muur een aantal veiligheidsproblemen voor Israël heeft opgelost.
De veiligheid verzekeren blijft een delicate oefening, die respect en erkenning van beide kanten vergt. Zolang Israël nederzettingen blijft bouwen en de Palestijnen blijft minachten, komt er geen schot in de onderhandelingen.
Zoals de minister, heb ik verschillende keren zowel Israël als de Gazastrook bezocht en er geluisterd naar het verhaal in beide kampen.
De organisatie van een internationale conferentie is een goede zaak. Het is misschien een druppel op een hete plaat, maar we moeten de druk op de ketel houden, zodat een oplossing in het verschiet komt.
Het nederzettingenbeleid van de Israëlische regering is onaanvaardbaar; die regering tolereert dat Joodse dansgroepen elke avond zingend met Israëlische vlaggen door de Palestijnse wijken van Oost-Jeruzalem trekken. Ongestraft kunnen de dansers op leuke melodieën de Palestijnen uitschelden voor varkens en nietsnutten en hen oproepen om op te rotten. We hebben de filmopname laten vertalen. Dat kan toch niet door de beugel. In ons land zou het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding voor zoiets een klacht indienen. Het is maar een voorbeeld uit de duizend, maar de staat Israël staat dat wel toe en zo kan een kleine minderheid van extremisten - aan beide zijden overigens - de situatie verzieken.
De bouw van nieuwe nederzettingen moet absoluut worden stopgezet, anders is geen enkele oplossing haalbaar.