5-2232/7 | 5-2232/7 |
27 NOVEMBER 2013
Nr. 124 VAN DE HEER VANLOUWE EN MEVROUW MAES
Art. 50/1 (nieuw)
Een artikel 50/1 invoegen, luidende :
« Art. 50/1. Artikel 46bis van dezelfde bijzondere wet wordt aangevuld met twee leden, luidende :
« De bijzondere middelen kunnen door de gemeente worden bestemd :
— aan kinderdagverblijven, het onderwijs, de culturele instellingen en de initiatieven die op dat vlak genomen worden, de initiatieven die op het vlak van sport worden genomen, aan de inschakeling in het sociaal en in het beroepsleven, de rusthuizen, de door de OCMW's beheerde diensten voor bijstand aan personen of thuisverzorging en ziekenhuizen;
— die georganiseerd worden in de taal die overeenkomt met de taalaanhorigheid van de schepenen of de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die het recht op bijzondere middelen doen ontstaan, en;
— die georganiseerd worden op het grondgebied van de gemeente.
Onverminderd andere maatregelen genomen op grond van artikel 5bis, kan de gemeente bij niet naleven van de criteria in het vorige lid geen aanspraak maken op de bijzondere middelen tot de eerstvolgende hernieuwing van de gemeenteraad. De onterecht toegekende middelen worden teruggevorderd. » »
Verantwoording
Artikel 5bis van de BWBI werd in 2012 aangepast om te verduidelijken dat ook de plaatselijk besturen gehouden zijn geen afbreuk te doen aan het tweetalige karakter, noch aan de op 14 oktober 2012 bestaande waarborgen die de personen van de Nederlandse en Franse taalaanhorigheid genieten in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De bijzondere wetgever is met andere woorden begaan met de verantwoordelijkheid die ook de gemeentelijke overheden dragen op dit vlak.
Artikel 46bis werd ingevoegd in 2001 met het oog op het betrekken van Nederlandstalige en Franstalige mandaathouders bij het gemeentebestuur en het respect voor het tweetalig karakter van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. Deze regeling is een waarborg in de zin van artikel 5bis.
Het doel van de voornoemde bepalingen is om in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad de tweetaligheid ook in het beleid van de lokale besturen te waarborgen.
De laatste jaren is echter gebleken dat bepaalde gemeenten de waarborgen die gelden voor personen van de Nederlandse en Franse taalaanhorigheid proberen te omzeilen. Vandaar dat de elementen uit de verantwoording bij het oorspronkelijke artikel 46bis met dit amendement een dwingende aard krijgen. De opgesomde bestemmingen komen met andere woorden overeen met de bestemmingen die men reeds bij het aannemen van artikel 46bis voor ogen had.
De beperking tot een besteding binnen het eigen territorium van de gemeente moet vermijden dat van de bijzondere middelen misbruik wordt gemaakt om communautaire stokebrand te spelen in de andere taalgebieden. Dit is immers net het tegengestelde van wat het oorspronkelijke artikel 46bis beoogde. Het kan niet zijn dat de deloyale houding van een Brusselse gemeente onrust kan veroorzaken in de andere taalgebieden. Getuige van deze terechte bekommernis bijvoorbeeld de reactie van Vlaams Parlementslid Eric Van Rompuy naar aanleiding van de aankondiging van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe.
Dit amendement dient een gelijkaardig belang als bedoeld in artikel 5bis. Dit belang overstijgt het gemeentelijk belang. Niettemin krijgt de gemeente binnen de opgesomde mogelijke bestedingen een vrije keuze. Het is niet te ontkennen dat de actuele noden op deze vlakken dermate zijn dat de bijzondere middelen zonder enig probleem nuttig en efficiënt aangewend kunnen worden.
Op deze wijze worden bovendien duidelijke en objectieve criteria opgesteld en kan de regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest haar voogdijtoezicht uitoefenen, ook in het licht van de bijzondere doelstelling. Ook dit beantwoordt aan een bestaande nood, getuige het antwoord van minister-president Picqué op een vraag over de besteding van deze zogenaamde « Lombardmiddelen » : « We kunnen enkel controleren of de gemeente de ontvangst van de dotatie in de middelenbegroting heeft geboekt. Dat is onze enige vorm van controle. Het Brussels Gewest zal op grond van zijn algemene bevoegdheid om toezicht te houden de wettigheid van de subsidie onderzoeken nadat de gemeenteraad een beslissing heeft genomen. »
Bovendien houdt de sanctie een rechtstreeks verband met de inzet van de bijzondere middelen, onverminderd andere handelingen die gesteld worden in het licht van de toepassing van artikel 5bis.
Karl VANLOUWE. |
Lieve MAES. |