5-121

5-121

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 24 OCTOBRE 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Projet de loi modifiant la section 3 du chapitre 7 du titre IV de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002 (Doc. 5-2289) (Procédure d'évocation)

Projet de loi portant diverses modifications en vue de l'instauration d'un nouveau système social et fiscal pour les travailleurs occasionnels dans le secteur horeca ; (Doc. 5-2290) (Procédure d'évocation)

Discussion générale

Mme la présidente. - Je vous propose de joindre la discussion de ces projets de loi. (Assentiment)

La parole est à M. Brotchi pour un rapport oral.

M. Jacques Brotchi (MR), rapporteur. - Le projet de loi modifiant la section 3 du chapitre 7 du titre IV de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002 a été adopté en séance plénière par la Chambre, le 10 octobre 2013, et par la commission des Affaires sociales du Sénat, le 23 octobre 2013, par huit voix pour et une abstention.

Dans le cadre de son plan de relance de juillet 2012, le gouvernement a décidé de soutenir davantage le secteur horeca qui a été lourdement touché par la crise. En cinq ans, le nombre de faillites dans ce secteur a connu une augmentation de 28%. Le secteur horeca emploie surtout des jeunes et des personnes faiblement qualifiées : 100 000 emplois dont les deux tiers à temps partiel. Si le secteur horeca est caractérisé par une forte densité de main-d'oeuvre, ce besoin de main-d'oeuvre reste fort variable et dépend de conditions externes telles que la saison, le tourisme, etc.

Les différentes mesures présentées par le premier projet de loi ont pour but de lutter contre la fraude tout en tentant d'améliorer la viabilité du secteur. Ce projet instaure une réduction forfaitaire des cotisations pour le groupe cible des travailleurs fixes qui ont un contrat à plein temps dans l'horeca, réservée aux employeurs qui utilisent par unité d'établissement une caisse enregistreuse.

Le projet de loi prévoit une réduction forfaitaire des cotisations pour le groupe cible de travailleurs fixes à la condition que l'employeur dispose d'une caisse enregistreuse et que l'entreprise n'emploie pas plus de 49 travailleurs. Cette réduction peut être limitée ou illimitée dans le temps et est valable pour cinq personnes au choix travaillant à temps plein.

La réduction forfaitaire est de 500 euros par trimestre et par travailleur ou de 800 euros par trimestre si le travailleur est ágé de moins de 26 ans. Elle peut également être cumulée avec d'autres réductions de charges.

Ce projet de loi s'inscrit dans la continuité des discussions menées précédemment au sujet du secteur horeca, au cours desquelles il avait été décidé, dans le cadre du programme national de réforme pour 2013, que ce dernier bénéficie d'une diminution de cotisations supplémentaire de 72 millions d'euros.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Onze fractie vindt het ontwerp een heel belangrijke stap voorwaarts voor de gelegenheidsarbeid in de horeca, een sector die echt gebaat is bij meer zuurstof. Voor ons zijn lastenverlagingen dé hefboom voor het opkrikken van de economie. Onze fractie wenst de staatssecretaris voor dit ontwerp te bedanken.

We weten dat het werk nog niet af is. Hij heeft zelf in de commissie aangekondigd dat er nog dit jaar een volgend pakket, over de overuren, op tafel zal liggen. Als de maatregelen daarvan dezelfde richting uitgaan, dan kijken we die met veel plezier tegemoet.

De heer Dirk Claes (CD&V). - Beide wetsontwerpen zijn welgekomen voor de horeca. Met de regeling voor de gelegenheidsarbeid lossen we het probleem op van de vraag naar zwart geld in de horeca. Voor hun avond- of weekendwerk zullen de gelegenheidsarbeiders voortaan weten wat ze netto zullen overhouden. Dat is een belangrijke motivatie om te komen werken. Er zal voortaan maximaal 33% worden ingehouden.

Het tweede ontwerp behelst een bijdragevermindering van 500 of 800 euro per kwartaal voor de werknemers die vast in dienst zijn. Dat is een belangrijke stimulans om de horeca verder te professionaliseren, want dat is nodig.

De heer Bart De Nijn (N-VA). - Dat dit ontwerp een lastenvermindering doorvoert in de horeca, is een goede zaak. We zijn daar zeker niet tegen. Maar als die lastenvermindering onder zeer strenge en onrealistische voorwaarden moeten worden doorgevoerd, bekijken we dat toch wel even anders.

We weten dat de horeca het moeilijk heeft en dat er zwartwerk is. Daarmee willen we niet zeggen dat wij voor zwartwerk zijn. We zijn het er allemaal over eens dat zwartwerk moet worden gebannen, omdat dit nefast is voor onze goede welvaartsstaat, voor de interne concurrentie binnen de horeca en voor de bescherming van de werknemers. De horeca moet hier echter stap voor stap uit kunnen raken, zodat het voor horecazaken werkelijk mogelijk wordt om zwartwerk links te laten liggen.

Dit ontwerp zal op dit ogenblik niet voor de redding van de horeca zorgen. Meer nog, als we met de invoering van de elektronische kassa doorgaan, zal dat volgens een recente studie van de KU Leuven tot een verlies van 12 900 tot 21 000 banen leiden. Die studie geeft dan ook dezelfde kritiek die wij vroeger reeds op dit wetsontwerp hebben geuit. Belangrijk om weten is dat de compenserende maatregelen van de regering, zoals de verlaging van de loonlasten voor contractueel personeel en de verlaging van de sociale lasten voor gelegenheidsarbeiders, al in deze studie geïntegreerd zijn. De compenserende maatregelen voor de invoering van het elektronische kassa-systeem hebben hun doel klaarblijkelijk gemist of waren gewoonweg niet effectief genoeg. Het zou de meerderheid sieren mocht ze dit ontwerp willen uitstellen en aanpassen naar voortschrijdend inzicht.

Er zijn dringende maatregelen nodig, indien we de invoering van de elektronische kassa willen doorvoeren. Zo niet, verliezen we 20% van de werkgelegenheid in de sector. Enkel een btw-verlaging zal niet voldoende zijn, want per daling van 12 tot 6% btw wordt er een jobwinst van 1,5 tot 2% gecreëerd. Willen we de werkgelegenheid na de invoering van de elektronische kassa behouden op hetzelfde peil als nu, dan zullen de loonkosten met 20 tot 35% moeten dalen. Dat is allesbehalve een evidentie.

Omdat de voorstellen in het ontwerp goed, maar onvoldoende zijn, zullen wij ons bij de stemming onthouden.

-La discussion générale est close.