5-117 | 5-117 |
De voorzitter. - Ik breng in herinnering dat, overeenkomstig artikel 8 van ons Reglement, de Senaat, door afzonderlijke stemming, achtereenvolgens overgaat tot de benoeming van een voorzitter, een eerste ondervoorzitter, een tweede ondervoorzitter, een derde ondervoorzitter en drie quaestoren.
De benoeming van de quaestoren geschiedt bij lijststemming.
Volgens de bepalingen van artikel 9 van het Reglement wordt de voorzitter slechts verkozen verklaard indien hij de volstrekte meerderheid der stemmen van de aanwezige leden behaalt.
Overeenkomstig ditzelfde artikel geschieden al deze benoemingen met inachtneming van de in artikel 84 van het Reglement bepaalde evenredige vertegenwoordiging van de fracties, overeenkomstig artikel 82.
Wij gaan eerst over tot de verkiezing van de voorzitter.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je propose la candidature de Mme de Bethune.
De voorzitter. - Daar er geen andere kandidatuur is, verklaar ik mevrouw Sabine de Bethune gekozen tot voorzitster van de Senaat. (Applaus)
We gaan nu over tot de verkiezing van de andere leden van het Bureau.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je propose la reconduction du Bureau précédent.
De heer Huub Broers (N-VA). - De N-VA sluit zich aan bij de PS. (Gelach)
De voorzitter. - Dat gebeurt niet vaak!
De heer Filip Dewinter (VB). - Het verwondert me enigszins dat de N-VA zich bij de PS aansluit. De fractievoorzitter van de N-VA in de Kamer, de heer Jambon, heeft vorige zondag in De zevende dag namelijk uitdrukkelijk, met veel eloquentie en retorica, gepleit voor een vermindering van het aantal leden van het Bureau, zowel in de Kamer als in de Senaat. Tussen woord en daad staan natuurlijk wetten in de weg en praktische bezwaren, en vooral heel wat financiële argumenten, maar het valt toch op dat de N-VA in de televisiestudio's een andere taal hanteert dan in dit halfrond.
De heer Huub Broers (N-VA). - Ik stel dan voor mevrouw Anke Van dermeersch niet op te nemen in het Bureau. (Gelach)
De voorzitter. - Ik verklaar de heer Louis Ide verkozen tot eerste ondervoorzitter, de heer Willy Demeyer tot tweede ondervoorzitter, en de heer Armand De Decker tot derde ondervoorzitter.
De quaestoren zijn mevrouw Lieve Maes, de heer Guy Swennen en mevrouw Olga Zrihen.
Hiermee is het Bureau samengesteld. Ik dank de jongste twee leden van onze Vergadering die zo welwillend geweest zijn mij bij te staan in hun hoedanigheid van leden van het voorlopig Bureau.
Ik verzoek mevrouw de Bethune haar plaats als voorzitter in te nemen.
(Voorzitster: mevrouw Sabine de Bethune.)
De voorzitster. - Beste collega's,
Ik wens u allen te danken voor het hernieuwde vertrouwen dat u aan mijzelf en aan het volledige uittredende Bureau schenkt.
Het parlementaire jaar dat vandaag officieel aanvangt voor de federale wetgevende Kamers, wordt, zoals wij allen weten, geen gewoon jaar.
Vooreerst wordt het een kort jaar. Er blijven minder dan zeven maanden tot de voorziene parlementsontbinding van 2014.
Het wordt ook een intens jaar. Twintig jaar na de staatshervorming die onder meer leidde tot het ontstaan van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen en het federale tweekamerstelsel zoals wij dat vandaag kennen, buigen wij ons opnieuw over een staatshervorming die verstrekkende gevolgen zal hebben voor het federale Parlement en in het bijzonder voor de Senaat, die mij en vele anderen zo dierbaar is.
Zoals u weet, heeft de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden niet op de opening van de nieuwe zitting gewacht om haar werkzaamheden aan te vatten. De hervorming van het federale tweekamerstelsel waarover de commissie zich heeft gebogen en die binnenkort aan de plenaire Senaat zal worden voorgelegd, wijst aan de Senaat een nieuwe rol toe, die ons vertrouwde denkkader fundamenteel op de helling zet.
De nieuwe hervorming van het tweekamerstelsel past in de federale logica en maakt in deze een duidelijke keuze. Op basis van het participatiebeginsel vormt zij de Senaat om tot een kamer van de deelstaten. In federale staten is een nationale vertegenwoordiging alleen niet voldoende. Naast de legitimiteit die het algemeen stemrecht verleent, is er plaats voor een tweede legitimiteit, die voortkomt uit de deelstaten die samen de federatie uitmaken.
Weldra zullen vijftig van de zestig senatoren door de parlementen van de gemeenschappen en gewesten worden aangewezen op grond van de resultaten van de gewest- en gemeenschapsverkiezingen. De termijn van hun mandaat zal afhangen van de zittingsperiodes in de deelstaten en zal niet noodzakelijk meer samenvallen met die van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Niemand kan vandaag voorspellen welke toekomst voor de Senaat is weggelegd. De instelling staat voor een fundamentele gedaanteverandering, terwijl de hervorming van 1995 nog in het teken van continuïteit stond. De nieuwe samenstelling zal zich onvermijdelijk doen voelen in de thema's die aan bod komen, in de specifieke aanpak ervan, maar ook in de stijl van de Assemblee. De Senaat zal een eigen dynamiek ontwikkelen.
Het is van groot belang dat de Senaat na de volgende verkiezingen meteen onder een goed gesternte aan de slag kan gaan. Daarom moet er, onder leiding van het Bureau, niet enkel over de begroting van de dotaties voor 2014 (en later) en over het Reglement van de nieuwe Assemblee, maar ook over de toekomst van het personeel duidelijkheid en zekerheid komen.
Het kleinere ledental, de beperktere bevoegdheden en de gewijzigde rol van de Senaat zullen immers een inkrimping van het politieke personeel en van het personeel van de wetgevings- en administratieve diensten met zich meebrengen. Er moet een nieuw organogram komen, nieuwe opdrachten en werkmethodes, en loopbaaneindemaatregelen.
Inzake toekomstmogelijkheden worden verschillende pistes gevolgd met inachtneming van de statutaire rechten, de competenties en de wensen van eenieder. De externe mobiliteit wordt reeds experimenteel toegepast: personeelsleden zijn ter beschikking gesteld van het Rekenhof, anderen zijn net naar de Kamer overgeplaatst. De verenigde Colleges van Quaestoren van beide Assemblees onderzoeken alle mogelijke synergieën tussen Kamer en Senaat binnen het Paleis der Natie. Het mobiliteitsbeginsel zal moeten worden uitgebreid tot alle niveaus van het openbaar ambt. Ook moet er voorrang worden gegeven aan interne mobiliteit, die mogelijk wordt door de hervorming van de diensten.
Naast het praktische aspect van deze herstructurering wil ik, ten slotte, ook het opmerkelijke werk benadrukken dat, zittingsperiode na zittingsperiode, door het personeel van de Senaat geleverd werd. Het vlotte verloop van de eedaflegging van onze nieuwe vorst Koning Filip, alsook van de jongste opendeurdag, is hiervan een perfecte illustratie.
Ook in de komende maanden zorgt de zesde staatshervorming voor nog heel wat wet- en grondwetgevend werk. Het legistiek regelen van de talrijke door te voeren bevoegdheidsoverdrachten inzake arbeidsmarkt, gezinsbijslagen, gezondheidszorg, mobiliteit en nog vele andere domeinen, zal de agenda van de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden de komende maanden beheersen.
Daarnaast zullen wij ons ook moeten uitspreken over een nieuwe bijzondere financieringswet, die voor de komende jaren de financiering van de bevoegdheden van de federale staat en de deelstaten zal regelen en aan de deelstaten meer fiscale autonomie zal toekennen.
Het zijn stuk voor stuk erg technische materies die ongetwijfeld zullen leiden tot rijke en diepgaande debatten binnen deze Vergadering. Het resultaat ervan zal een nieuwe, onmiskenbare verandering in onze staatsordening en bevoegdheidsverdelende regels zijn.
Wij allen weten dat ook het wetgevende werk in de verschillende bevoegdheidsdomeinen van onze vaste commissies intenser wordt naarmate het einde van het parlementaire jaar, en in dit geval, het einde van de zittingsperiode, nadert. Ik verwijs in dat verband naar een aantal werkgroepen die binnen afzienbare tijd moeten worden afgerond, rond uiteenlopende thema's als fiscale hervorming, wetsevaluatie en de Millenniumdoelstellingen. Ook afgezien van het institutionele werk wacht ons dus nog een druk jaar.
Ik wens ons allen veel succes.
Ik verklaar de Senaat voor samengesteld. Hiervan zal kennis worden gegeven aan de Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de parlementen van de Gewesten en de Gemeenschappen.
Hiermit erkläre ich den Senat für konstituiert. Der König, die Kammer der Abgeordneten sowie die Regional- und Gemeinschaftsparlamente werden hiervon in Kenntnis gesetzt.
(Algemeen applaus)