5-230COM | 5-230COM |
De heer Yves Buysse (VB). - Frankrijk reikt vaak visa om medische redenen uit aan Algerijnen die een medische ingreep moeten ondergaan die in hun eigen land niet kan worden uitgevoerd. Vele Algerijnen maken oneigenlijk gebruik van een toeristenvisum om zich in een Frans ziekenhuis te laten behandelen. Dat zou geen probleem zijn, als zijzelf, of de Algerijnse autoriteiten, naderhand de rekeningen betaalden. Die blijven echter systematisch in gebreke. Alleen al bij de Assistance publique - Hôpitaux de Paris, AP-HP, staan nog voor 16 miljoen euro onbetaalde Algerijnse rekeningen open. Dat is extra pijnlijk omdat AP-HP met een deficit van naar schatting 90 miljoen euro worstelt. Het probleem blijft niet beperkt tot Algerije alleen. Bij AP-HP staan ook nog voor 10 miljoen Marokkaanse rekeningen open, voor één miljoen Tunesische en voor 10 miljoen rekeningen van diverse Golfstaten, die stuk voor stuk nochtans schatrijk zijn. Ziekenhuizen in heel Frankrijk zouden in totaal opgescheept zitten met maar liefst 600 miljoen euro aan onbetaalde Algerijnse rekeningen.
In welke mate doen soortgelijke problemen zich ook in ons land voor? Welke landen zijn hier de slechte betalers? Om welke bedragen gaat het?
Welke maatregelen worden genomen om bij de sociale zekerheid, of de tegenhanger daarvan in de betrokken landen, de betaling van de achterstallige sommen af te dwingen?
Worden de gegevens van hardnekkige wanbetalers overgemaakt aan andere administraties ten behoeve van de behandeling van nieuwe visumaanvragen?
Wie draait tenslotte op voor de onbetaalde rekeningen? De ziekenhuizen of de sociale zekerheid?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Niet-EU-onderdanen kunnen een visum aanvragen voor een verblijf voor medische verzorging in België. Daarvoor gelden specifieke vereisten.
Op basis van de beschikbare gegevens kunnen we echter niet achterhalen hoeveel patiënten met een visum en met behulp van bepaalde documenten in België medische verzorging hebben gekregen. Om te berekenen hoeveel niet-EU-onderdanen voor medische verzorging naar België kwamen, werd een selectie gemaakt op basis van de verzekeringsstatus. Er werd een onderscheid gemaakt tussen niet-EU-onderdanen die bij een Belgische mutualiteit verzekerd zijn, en niet-EU-onderdanen die ofwel niet verzekerd zijn ofwel medische verzorging kregen op basis van specifieke akkoorden of internationale verdragen. Niet-EU-onderdanen zijn personen die gedomicilieerd zijn in een land dat niet tot de Europese Unie behoort. Er wordt daarbij geen rekening gehouden met de nationaliteit van de personen. Verder moet u weten dat er enkel voor 2008 en 2009 gegevens beschikbaar zijn.
Een duidelijk kader voor geplande geneeskundige verzorging waarbij de Belgische verplichte ziekteverzekering een tegemoetkoming in de kosten overeenkomstig de bepalingen van de Belgische wetgeving voorschiet en deze kosten naderhand terugvordert van de buitenlandse verzekeringsinstelling waarbij de patiënt is aangesloten, bestaat enkel in het kader van de Verordeningen 883/2004 en 987/2009 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Deze Verordeningen zijn niet enkel van toepassing in de relaties tussen de 27 EU-lidstaten, maar ook in de relaties met niet-EU-landen zoals IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.
Een gelijkaardig kader voor geplande geneeskundige verzorging is niet opgenomen in de bilaterale overeenkomsten betreffende de sociale zekerheid die België met derde landen, zoals Kroatië en Turkije, heeft gesloten en bestaat evenmin voor derde landen waarmee geen bilaterale overeenkomst betreffende de sociale zekerheid is afgesloten. Onderdanen van deze landen, ongeacht of ze al dan niet verplicht zijn een visumaanvraag te doen voor een verblijf in België voor medische verzorging, moeten de volledige behandeling in België zelf betalen en vervolgens terugbetaling vragen volgens de tarieven en voorwaarden van de wetgeving van het land waar ze een verplichte ziekteverzekering of een privépolis hebben. In deze gevallen is er dan ook geen sprake van een openstaande schuld bij de Belgische verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De ziekenhuizen draaien op voor de onbetaalde facturen, maar in bepaalde gevallen kunnen de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bijdragen.
De gegevens van de wanbetalers zijn niet aan andere administraties doorgegeven. We hebben in onze statistieken over onbetaalde facturen inderdaad geen aparte gegevens over buitenlandse patiënten, maar momenteel wordt in het Observatorium voor Patiëntenmobiliteit aan een verdere verfijning gewerkt van de registratiesystemen om het fenomeen van de buitenlandse patiënten die naar België komen voor geplande medische verzorging transparant te maken.
Voor de overige vragen verwijs ik naar mijn collega voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.
De heer Yves Buysse (VB). - Ik dank de minister voor het antwoord. Ik was van plan minister Reynders en staatssecretaris De Block daarover te ondervragen. Het verwondert me wel dat over een aantal zaken zo weinig informatie is. De minister geeft cijfers van 2008 en 2009, maar we zijn inmiddels 2013. Het verwondert me ook dat er geen opsplitsing is per nationaliteit, want dan kan het probleem niet ten gronde worden aangepakt. Als men de slecht betalende landen kent, dan kan dit probleem tijdens een bilateraal overleg besproken worden. Toen mevrouw De Block enkele maanden geleden in Algerije was om een versoepeling van de visums te bespreken, had dit punt bijvoorbeeld op de agenda kunnen staan.