5-228COM | 5-228COM |
De heer Johan Verstreken (CD&V). - Rolstoelgebruikers of personen die moeten reizen met de hulp van een persoon of hond kunnen bij de NMBS een kaart voor een kosteloze begeleider aanvragen. Met die kaart reist de begeleider gratis mee.
Het aanvraagformulier van deze kaart stoot enkele rolstoelgebruikers tegen de borst. Zo moet volgens punt 4 van het kopje Geboden voorzieningen van het formulier de rolstoelgebruiker "Met de rolstoel in het bagagerijtuig of op de platformen van de reizigerstreinen plaatsnemen." Het is voor een rolstoelgebruiker niet aangenaam te lezen dat hij of zij in een bagageruimte moet plaatsnemen. Op die manier wordt er opnieuw een onderscheid gemaakt met andere reizigers, terwijl het net de betrachting moet zijn dat iedereen zo gewoon mogelijk aan het maatschappelijke leven kan deelnemen. Uit respect voor personen met een handicap moet de kaart dan ook worden aangepast.
In bepaalde treinen van de NMBS kunnen rolstoelgebruikers perfect in een gewoon passagiersrijtuig plaatsnemen, waar twee zitplaatsen kunnen worden opgeklapt. In andere treinen kunnen ze enkel op het platform plaatsnemen en dat bestendigt uiteraard telkens opnieuw het "anders zijn".
Worden formulieren van de NMBS en andere overheidsinstellingen gecontroleerd op mogelijk discriminerend of aanstootgevend taalgebruik? Neemt de minister initiatieven om sommige formulieren aan te passen?
Zal de minister ervoor ijveren dat personen met een handicap zo veel mogelijk in een aangepast passagiersrijtuig kunnen plaatsnemen? Wat is zijn visie daarop en zit hij op dat punt met de NMBS op dezelfde lijn?
Vindt de minister het kunnen dat op de kaart vermeld staat dat rolstoelgebruikers in het bagagerijtuig moeten plaatsnemen? Dat lijkt me echt niet meer van deze tijd.
De heer Jean-Pascal Labille, minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De NMBS meldt me dat alle elektronische en papieren formulieren de goedkeuring moeten krijgen van de juridische afdeling van de NMBS. Daarnaast is in de formulieren met betrekking tot personen met verminderde mobiliteit, zoals in het aanvraagformulier voor de kaart Kosteloze Begeleider en voor PBM-assistentie, rekening gehouden met de aanbevelingen van de Nationale Hoge Raad voor Gehandicapten.
De passagiersrijtuigen vormen een belangrijk aandachtspunt voor de NMBS, maar het spreekt voor zich dat het toegankelijk maken van alle rijtuigen heel wat middelen en tijd vergt. Bij de aankoop van nieuw rollend materieel wordt gekozen voor treinstellen zonder trappen, met aangepaste toiletten, plaatsen voor een rolstoel en een multifunctionele ruimte. Bij renovatie van het ouder materieel wordt eveneens rekening gehouden met de toegankelijkheid.
De NMBS bevestigt dat de technische specificaties inzake interoperabiliteit voor personen met beperkte mobiliteit worden gerespecteerd. Deze maatregelen moeten worden nageleefd bij nieuwbouw, aankopen of wanneer de stations of het rollend materieel grondig worden heringericht of vernieuwd.
Elk jaar neemt het aantal rijtuigen dat toegankelijk is voor personen met beperkte mobiliteit, toe. Gegevens daarover worden jaarlijks aan het directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid doorgegeven.
De heer Johan Verstreken (CD&V). - Het is zeer goed dat wordt gekeken naar de mogelijkheden voor personen met een handicap en het is goed dat nieuwe treinstellen voor hen zijn aangepast.
Vindt de minister echter niet dat de vermelding op het aanvraagformulier dat rolstoelgebruikers in het bagagerijtuig moeten plaatsnemen, op nieuwe kaarten moet worden aangepast? Het is voor personen met een handicap niet aangenaam zoiets te lezen.
De heer Jean-Pascal Labille, minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Dat moet inderdaad worden aangepast.