5-220COM

5-220COM

Commission des Affaires sociales

Annales

MARDI 30 AVRIL 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Yoeri Vastersavendts à la ministre de l'Emploi et au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale sur «le site internet flemme.be» (no 5-3354)

De heer Yoeri Vastersavendts (Open Vld). - Mijn vraag heeft betrekking op de website www.flemme.be. Ik ontving onlangs een mail met een zeer bijzondere inhoud. De mail biedt werklozen de mogelijkheid snel een boost te geven aan hun sollicitaties om in orde te blijven met de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Er wordt gegarandeerd dat telkens bij het begin van de maand 10 cv's worden verzonden. Wie de site bezoekt, ziet snel wat de bedoeling is. De werkzoekende die zijn of haar zoektocht naar werk niet ziet zitten, kan die uitbesteden aan de website. De werkzoekende moet enkel zijn cv doorzenden en Flemme doet zelf het nodige voor het versturen van de sollicitaties. "Opdat de RVA de werkzoekende niet zou verwijten slechts één dag in de maand werk te hebben gezocht" is de software zodanig aangepast dat op verschillende tijdstippen van de maand sollicitaties worden verstuurd. Onder de rubriek FAQ wordt ook vermeld dat de technologie ontwikkeld werd om het gedrag van een echte werkzoekende te simuleren.

De dienst is niet gratis. Per maand moet de werkzoekende per sms een code doorzenden. Naast de kost van de sms moet de werkzoekende 2 euro per sms betalen. Het is het duurste sms-nummer in zijn soort. Er wordt namelijk 4 euro per verstuurde en ontvangen sms aangerekend. Ik vermoed dat er voor elke werkzoekende verschillende sms'en over en weer worden gestuurd.

Deze georganiseerde vorm van uitkeringsfraude vind ik uiterst grof. Ik dring er dan ook bij de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude op aan de zogenaamde werkzoekenden die van genoemde diensten gebruik maken daadwerkelijk te sanctioneren.

Is de minister op de hoogte van het bestaan van de frauduleuze initiatieven? Heeft ze er al klachten over ontvangen?

Is de minister van plan, in overleg met de bevoegde gemeenschapsministers, op te treden zowel tegen de initiatiefnemers als tegen de werkzoekenden die van de site bewust gebruik maken? Zo ja, welke concrete stappen zal ze daartoe doen?

Is de minister het met mij eens dat de VDAB de werklozen dient te waarschuwen voor het gebruik van genoemde diensten en dat die dienst ze moet wijzen op de mogelijk zware gevolgen als ze dat wel doen?

Welke sancties riskeren de werklozen die gebruik maken van de diensten van de site en welke sancties riskeert de organisator van de uitkeringsfraude?

Moet een wetgevend initiatief genomen worden om die nieuwe vorm van uitkeringsfraude aan te pakken? Zo neen, over welke wettelijke middelen beschikken de inspectiediensten om op te treden?

Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - Wie op de hoogte is van het institutioneel kader van het land, weet dat ik niet bevoegd ben voor de VDAB. Dat zou eigenlijk wel logisch zijn, want dan zou ik niet alleen instaan voor de uitkeringen, maar ook voor het opleggen van sancties. De politiek heeft daar anders over beslist!

De RVA, een federale instelling, betaalt de werkloosheidsuitkeringen, en legt in de trajectbegeleiding enkele stappen op. Zo moeten de werkzoekenden bewijzen dat ze actief op zoek gaan naar werk. Dat betekent vacatures zoeken en sollicitatiebrieven schrijven. De RVA gaat na of de sollicitatiebrieven, de vacatures en de kandidaturen waarheidsgetrouw zijn, bijvoorbeeld door een onderzoek in te stellen bij de betrokken partijen.

Ik heb het bestaan van de site vernomen via de pers en aan mijn diensten gemeld. Ik heb de gewesten gevraagd een onderzoek in te stellen. Een aantal werkzoekenden schrijven zich inderdaad in op de dure dienstverlening, die weinig efficiënt is. Ze kan wel interessant zijn voor mensen die niet echt werk zoeken, maar wel een uitkering willen ontvangen. Voor wie echt werk zoekt, is het een slechte investering, want het is allemaal nep. Bovendien controleert de RVA geregeld.

In de procedure van de activering van het zoekgedrag wordt niet alleen rekening gehouden met de sollicitaties. Dat is slechts één element. Een aantal indicatoren worden nagegaan, namelijk of zelf contact wordt genomen met de gewestelijke tewerkstellingsdienst; of ingegaan wordt op uitnodigingen van de dienst voor allerlei informatie- en vormingsactiviteiten; of ingegaan wordt op werkaanbiedingen van de gewestelijke tewerkstellingsdiensten; of al dan niet spontaan opleidingen worden gevolgd, of er geïnformeerd wordt aangaande een vestiging als zelfstandige; of men zich aanmeldt bij interimkantoren; of jobbeurzen worden bezocht, enzovoort. Al die elementen worden nagegaan om te controleren of mensen echt bereid zijn om te gaan werken.

De inspanningen die een werkloze doet om werk te zoeken, worden beoordeeld tijdens individuele gesprekken met een personeelslid van de RVA, de facilitator, die speciaal aangeworven en opgeleid is om die gesprekken te voeren. Mensen die zich laten foppen door malafide dienstverlening, zoals die van de genoemde website, worden snel opgespoord en krijgen vroeger of later het deksel op de neus.

De heer Yoeri Vastersavendts (Open Vld). - Ik ben wel degelijk op de hoogte van ons institutioneel kader. In mijn vraag stond overigens: "in overleg met de gemeenschapsminister".

We hebben toevallig het bestaan van die website ontdekt, en daags nadien heeft de nationale pers er ook over bericht. Daardoor werd de aandacht gevestigd op de problematiek. Om dit soort malafide initiatieven te kunnen aanpakken, zouden er bij wet criteria moeten worden ingevoerd om de werkbereidheid te testen. Vandaag volstaat het voorleggen van visitekaartjes van interimkantoren zonder een bewijs dat de werkzoekende zich heeft ingeschreven. Dat heb ik al vastgesteld bij de arbeidsrechtbank. Zo kan het niet langer.

Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - Met de fanfare voorop hebben jagers weinig resultaat. Wanneer de media een probleem aankaarten, is de overheid al dikwijls een oplossing aan het zoeken. Soms komen zaken die we aan het gerecht en het parket hebben gemeld, pas twee jaar nadien in de media.