5-95 | 5-95 |
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging, zie stuk 5-1931/5.)
Mme Olga Zrihen (PS). - Je me réfère à mon rapport écrit.
Mevrouw Sabine Vermeulen (N-VA). - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Eerst en vooral wens ik de mede-indieners en ook de collega's die het vorige week mogelijk hebben gemaakt deze resolutie in de commissie aan te nemen, van harte te danken. Ik denk dat we vandaag een belangrijk signaal de wereld insturen.
Om duidelijk te illustreren waarover het gaat, neem ik er het rapport bij van het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen, waarin diverse getuigenissen werden vrijgegeven over de wreedheden en de gruwel die momenteel in Oost-Congo plaatsvinden. Het rapport spreekt voor zich: "Er is sprake van standrechtelijke executies van burgers, verkrachtingen en ander seksueel misbruik op systematische wijze, folterpraktijken, dwangarbeid en rekrutering onder dwang van kinderen. Sinds midden april zijn nog eens 470 000 mensen in Oost-Congo op de vlucht. De kinderhulporganisatie World Vision maakte bekend dat duizenden kinderen in Congo zonder familie op de vlucht zijn om te ontsnappen aan de gedwongen rekrutering door rebellengroepen."
De rebellenbeweging M23 bracht het jarenlange conflict in de Kivustreek in een nieuwe, kritische fase. Deze beweging wordt logistiek gesteund en bewapend door Rwanda en Uganda. Dit wordt heden door elkeen onderkend.
De situatie in Oost-Congo is nog steeds uiterst zorgwekkend. Niet alleen zijn er de vele vluchtelingen, een stroom die nog dagelijks aangroeit, ondanks het formele kaderakkoord van Addis Abeba. Er zijn ook berichten van interne dissidentie tussen de rebellen van M23 onderling, die trouwens geleid hebben tot gevechten tussen de diverse fracties binnen deze rebellenbeweging. Vandaag heb ik vernomen dat één van de strekkingen binnen de rebellengroep M23 zegt niets af te weten van een mogelijk akkoord tussen de rebellen en de Congolese regering.
Alhoewel deze resolutie reeds enige tijd geleden werd ingediend, heeft ze jammer genoeg nog niets aan actualiteit ingeboet. Voor mij ligt het belang van deze resolutie in de nadruk die ze legt op de rol van de buurlanden in het conflict in Oost-Congo. Deze resolutie wijst op de sleutelrol die Rwanda en Uganda vervullen. Ofwel gaan deze landen deel uitmaken van de oplossing, ofwel blijven ze deel uitmaken van het probleem. In het laatste geval zal dit leiden tot een herevaluatie van de ontwikkelingssamenwerking ten aanzien van deze landen, die hun bevolking niet rechtstreeks ten goede komt.
Belangrijk is tevens het dispositief dat de regering vraagt er bij de Europese en internationale partners op aan te dringen het debat te openen over het eventueel opnieuw instellen van een wapenembargo, zoals ingesteld in resolutie 918 van de VN-Veiligheidsraad, indien Rwanda niet overgaat tot het actief ondernemen van de stopzetting van de militaire escalatie in Oost-Congo.
Deze resolutie geeft onze regering het mandaat om desgevallend de druk op te voeren indien Rwanda en Uganda niet bewegen. Dit is uiteraard een ultimum remedium, maar de tijd dringt. De akkoorden van Addis Abeba moeten nu worden omgezet in concrete stappen.
Zoals collega De Decker terecht in de commissie benadrukte, kijkt de internationale gemeenschap, wanneer het Congo betreft, naar ons land. Net daarom is de impact van de resolutie die ter stemming voorligt, niet te onderschatten.
Het is alvast de bedoeling van de indieners om te onderkennen dat deze kwestie ons land rechtstreeks aanbelangt. Zoals iedereen weet heeft ons land, onder meer na mijn aandringen, de militaire samenwerking met Rwanda on hold gezet. Dat is een belangrijke symbolische stap. Daarnaast nodigen wij dan ook Rwanda en Uganda uit om samen mee te werken aan een oplossing voor hun legitieme grieven alsook de grieven van de Congolese regering, maar vooral om een einde te maken aan een van de grootste tragedies van het Afrikaanse continent. Niemand wint als het conflict blijft duren.
Daarom is deze resolutie een enorm belangrijk signaal ter attentie van de internationale gemeenschap, van Congo, maar vooral ook van Rwanda en in het bijzonder van Uganda.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De Standaard kopte enkele dagen geleden: "President Kabila biedt rebellen opnieuw postjes aan in het regeringsleger. Congo wil fiasco van 2009 herhalen". Joseph Kabila probeert opnieuw rebellen af te kopen door ze in zijn leger te integreren als bliksemafleider voor zijn gebrek aan legitimiteit. Toegegeven, hij heeft al geleerd uit zijn fouten. De grootste oorlogsmisdadigers zoals Bosco Ntaganda, gezocht door het Internationaal Strafhof in Den Haag, komen er niet meer in. Nog maar enkele jaren geleden werd deze misdadiger door Kabila opgenomen in de top van het officiële leger.
De resolutie die vandaag voorligt, legt inderdaad de vinger op de pijnlijke wonde van een falend Centraal-Afrikabeleid van deze en van de vorige regering. De amendementen die door onze fractie werden ingediend, werden zonder inhoudelijke discussie weggestemd door de indieners van deze resolutie. Volgens hen kan of mag de oorzaak van de humanitaire ramp die zich in de Kivu's voltrekt, niet in Kinshasa liggen. Zij willen of durven de werkelijkheid niet onder ogen zien. Gemakkelijkheidshalve kijkt ze de andere kant op om het Congolese regime niet voor het hoofd te stoten. Mensenrechten zijn soms iets minder belangrijk.
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Mijnheer Vanlouwe, ik laat niet toe dat u dit over de Open-Vld-fractiefractie zegt. In de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen hebben wij heel duidelijk onderstreept dat het onderwerp van deze resolutie de verantwoordelijkheid van Rwanda en Uganda in dit conflict is. We hebben samen beslist, en de heer Hellings kan dat beamen, ervoor te opteren om een nieuwe resolutie over de verantwoordelijkheid van Congo in te dienen. Ik nodig u uit om daaraan mee te werken. Maar u mag mij geen woorden in de mond leggen of ons niet verwijten dat we zouden wegkijken en onze verantwoordelijkheid niet durven opnemen.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mevrouw Lijnen, het ene kan niet los van het andere worden gezien. De boodschap van deze resolutie is: Ne touche pas à Kabila. De oorzaken van de crisis in de Kivu's liggen onder meer in de buurlanden Uganda en Rwanda. Een rapport van de Verenigde Naties is zeer duidelijk over de steun van deze landen aan de rebellenbeweging M23 ...
(Uitroepen)
De voorzitster. - Als iedereen tegelijk wil spreken verstaan we niemand. Mijnheer Vanlouwe, u mag verdergaan en wie iets wil zeggen, vraagt eerst het woord en kan dan reageren.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De maatregel die door de federale regering werd genomen, namelijk het opschorten van de militaire samenwerking met Rwanda, is wat onze fractie betreft het minimum minimorum. Maar dan stopt de analyse van de regering.
De oorzaak van het conflict in Oost-Congo ligt immers niet alleen bij de buurlanden Uganda en Rwanda. De oorzaak ligt ook enkele duizenden kilometer naar het westen, meer in het bijzonder in Kinshasa zelf, bij de niet-democratisch verkozen president Joseph Kabila en zijn entourage, dankzij wie Congo elk jaar opnieuw de twijfelachtige eer heeft om onderaan elke lijst inzake menselijke ontwikkeling te staan en bovenaan elke lijst inzake corruptie.
Tijdens de bespreking in commissie heeft onze fractie diverse amendementen ingediend om de Congolese overheid aan te manen werk te maken van de opbouw van de rechtsstaat en de democratie, om de strijd tegen de corruptie ter harte te nemen, om eindelijk werk te maken van een functionerend veiligheidsapparaat. Thans dienen we deze amendementen opnieuw in, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit de enige juiste analyse is en het enige juiste spoor om een duurzame vrede te bereiken in de regio van de Grote Meren. Men mag het conflict dus niet opsplitsen tussen, enerzijds, een probleem in Congo zelf en, anderzijds, een probleem in Uganda en Rwanda.
We staan niet alleen met onze overtuiging. Het akkoord van Addis Abeba, waaraan mevrouw Lijnen gerefereerd heeft, verwijst expliciet naar de verantwoordelijkheid van de regering van Congo: "Continuer à approfondir la réforme du secteur de la sécurité, en particulier en ce qui concerne l'armée et la police; consolider l'autorité de l'État en particulier à l'est de la RDC, y compris en empêchant les groupes armés; effectuer des progrès en ce qui concerne la décentralisation; promouvoir le développement économique, y compris au sujet de l'expansion des infrastructures et de la fourniture des services sociaux de base, promouvoir les objectifs de réconciliation nationale, de tolérance et de démocratisation."
Wensen we iets te veranderen, dan moeten we Uganda en Rwanda op hun verantwoordelijkheid wijzen en tegelijkertijd de Congolese autoriteiten durven aan te spreken.
Amper drie weken na het akkoord komt er evenwel bijzonder weinig in huis van het engagement van Congo: geen opbouw van een Congolees veiligheidsapparaat, maar wel het omkopen van rebellen met postjes om Kabila's positie veilig te stellen. Congo wil het fiasco van 2009 dus herhalen. Evenmin is er een aanzet tot decentralisatie. Integendeel, de Congolese Grondwet wordt zelfs met voeten getreden. Er moest een structurele hervorming van de instellingen komen, maar pas na veel druk werd de kiescommissie hervormd. En wat te denken van de organisatie van de lokale verkiezingen? Aanvankelijk waren ze gepland voor 2012, dan in januari 2013. Nu is niet meer de vraag wanneer ze zullen plaatsvinden, maar of ze ooit zullen worden gehouden.
Laten we eerlijk zijn: voorliggend voorstel van resolutie negeert, meer zelfs ontkent de verantwoordelijkheid van Kabila en zijn entourage voor de situatie in Oost-Congo.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Waar staat dat?
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Er wordt nergens over gesproken. De resolutie verwijst enkel op de internationale verplichtingen en op de verplichtingen van de buurlanden.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - In het voorstel van resolutie staat niet vermeld dat we Kabila steunen. Iedereen in de meerderheid heeft uiterst kritische bedenkingen bij het regime van Kabila. Wij kunnen, zoals u nu doet, ook geruime tijd de show stelen, wat interessante vooruitzichten biedt voor de verkiezingen van volgend jaar. Maar dat is puur populisme.
Het voorstel van resolutie gaat over de verantwoordelijkheid van Rwanda en Uganda.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik dacht dat het over een oplossing voor Oost-Congo handelde.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Er is geen enkel probleem om een voorstel van resolutie uit te werken over de verantwoordelijkheid van het regime van Kabila. Zo'n resolutie wordt trouwens al voorbereid en zal worden ingediend. Doe het echter niet voorkomen alsof dit voorstel van resolutie betekent dat wij het regime van Kabila steunen en dat wij vinden dat Kabila geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Het tegendeel is waar!
M. Armand De Decker (MR). - M. Vanlouwe pratique la politique du café du commerce. Quoi de plus facile ? Il affecte la candeur de ceux qui découvrent les problèmes !
Depuis des décennies, notre pays essaye, de bonne foi, d'accompagner le développement du Congo.
Et vous, monsieur Vanlouwe, vous ne savez rien de ce que disent nos ministres à leurs homologues congolais. Vous ignorez totalement ce qui se dit et ce qui se fait, mais vous lancez des accusations !
M. Benoit Hellings (Ecolo). - Mon groupe avait déposé un amendement similaire à celui de M. Vanlouwe sur l'état de la corruption au Congo. Toutefois, nous n'avons pas représenté cet amendement en séance plénière car nous avons obtenu la promesse de réfléchir ensemble, opposition et majorité, à une nouvelle résolution qui ciblerait spécifiquement les problèmes de corruption au Congo.
Le débat s'annonce intéressant !
Mme Marie Arena (PS). - Il est particulièrement indigne, dans le chef d'un président de commission, de trahir à ce point la position adoptée par celle-ci.
Le sujet que nous traitions portait clairement sur la participation de l'Ouganda et du Rwanda dans les violences perpétrées à l'est du Congo. Il avait d'ailleurs été dit que le fait de joindre la responsabilité du Congo dans la même résolution revenait à octroyer des circonstances atténuantes à l'Ouganda et au Rwanda. Comme M. Hellings l'a souligné, il a été proposé que nous travaillions sur la résolution relative à la sécurité au Congo, avec la responsabilité de la République Démocratique du Congo.
Par ailleurs, nous avons eu une commission commune avec la Chambre et nous avons débattu de la situation du Congo avec le président du Sénat congolais. Lors de cette séance, la plupart des groupes qui ont pris la parole ont eu une attitude extrêmement critique sur la manière dont les choses se passent au Congo. L'attitude de M. Vanlouwe qui n'a assisté qu'à une partie de cette rencontre me semble particulièrement partiale. Vous ne reflétez pas, monsieur Vanlouwe, les propos des membres de la commission et vous pratiquez le mensonge.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mevrouw de voorzitster, ik denk dat ik van niemand lessen moet krijgen over de manier waarop ik mijn commissie voorzit. Ik heb immers zelf ook wel wat bedenkingen bij de wijze waarop heel wat andere commissies van de Senaat werken, bijvoorbeeld de commissie voor de Binnenlandse Zaken en de Administratieve Aangelegenheden.
Als men mij verwijt dat ik hier cafépraat verkoop, dan wil ik er toch op wijzen dat bepaalde leden niet eens aanwezig waren in de commissie en niet hebben deelgenomen aan de besprekingen.
Mme Olga Zrihen (PS). - Vous semblez croire, monsieur Vanlouwe, que les remarques qui vous sont adressées visent votre qualité de président ou de membre de l'opposition. Permettez-moi de vous dire que le travail parlementaire implique une certaine déontologie et le respect des décisions adoptées.
Votre attitude ne vous honore pas, pas plus qu'elle n'honore cette assemblée. (Applaudissements)
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mevrouw Zrihen, ik heb toch nog het recht om een standpunt in te nemen in overeenstemming met mijn eigen overtuiging? Ik ben alleszins van plan om dat te blijven doen.
Het is niet door mij aan te stellen tot voorzitter van een commissie, dat men mij monddood kan maken.
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Mensen monddood maken is alvast niet onze stijl.
Ik wil toch doen opmerken, mijnheer Vanlouwe, dat uw fractie is opgestapt toen deze resolutie werd besproken. De waarheid is dat de N-VA-fractie toen bezig was met het spelen van politieke spelletjes.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De meerderheid slaagde er niet in om het quorum te bereiken. Ook daar mag wel eens even over worden nagedacht.
Ik verheug mij over het debat, maar zou nu willen afronden.
De heer Anciaux heeft mij bepaalde woorden in de mond gelegd. Daarom herhaal ik nog eens dat de resolutie die voorligt, de verantwoordelijkheid van president Kabila en zijn entourage voor de situatie in Oost-Congo negeert en ontkent. Het uitgangspunt van deze resolutie is: Ne touche pas à Kabila!
De N-VA-fractie kan geen resolutie steunen die de verantwoordelijkheid voor het drama in Oost-Congo enkel bij de buurlanden Rwanda en Oeganda legt, en niet bij het Congolese regime zelf. Deze resolutie is onvolledig en kijkt slechts naar een kant. Daarom ziet de N-VA zich genoodzaakt om zich te onthouden, tenzij men vandaag de moed heeft om zijn vergissing in te zien en alsnog de amendementen aanvaardt waarin de verantwoordelijkheid eveneens gelegd wordt bij het Congolese regime.
De heer Huub Broers (N-VA). - Ik wil graag reageren op het verwijt van hypocrisie dat de heer Anciaux daarnet heeft gemaakt. Mijn collega Vanlouwe heeft gezegd dat de resolutie onvolledig is, niet dat ze inhoudelijk fout is. Wanneer de heer Anciaux zoiets hypocriet vindt, kan hij beter het woordenboek erop naslaan om te weten te komen wat die term juist betekent.
De voorzitster. - De heer Vanlouwe c.s. hebben de amendementen 7, 1, 2 en 3 ingediend (zie stuk 5-1931/3).
-De bespreking is gesloten.
-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
-De aangehouden stemmingen en de stemming over het voorstel van resolutie hebben later plaats.