5-1705/1

5-1705/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

10 JULI 2012


Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek om het discreet bevallen mogelijk te maken

(Ingediend door mevrouw Elke Sleurs c.s.)


TOELICHTING


Inleiding

Wanneer iemand ongewenst zwanger is en dit uit de openbaarheid wenst te houden, dan is het voor het ogenblik onmogelijk om bij de bevalling een partiële of volledige anonimiteit te waarborgen. Hierdoor zal de vrouw ofwel anoniem in Noord-Frankrijk bevallen, ofwel bevallen zonder enige vorm van medische begeleiding.

Dit wetsvoorstel probeert tegemoet te komen aan de nood om discretie te bieden aan deze vrouwen, zonder dat dit de deur openstelt voor misbruiken.

Omdat het beschikbaar studiemateriaal geen aantoonbaar verband aantoont tussen anoniem of discreet bevallen en het aantal vondelingen of kindermoorden, is dit niet de opzet van deze wettelijke regeling. De focus ligt op het aanreiken van oplossingen die de structuur van het huidige familierecht respecteren. Daardoor wordt geopteerd voor een vereenvoudigde adoptieprocedure, in plaats van een onmiddellijke aanpassing van de geboorteakte.

Definities

Discreet bevallen houdt in dat de vrouw verplicht haar identiteit moet nalaten bij de bevalling. Hierdoor blijft het kind de mogelijkheid hebben om contact te nemen op een later tijdstip. De vrouw behoudt hierbij vaak een vetorecht, waardoor ze zich alsnog kan verzetten tegen de vrijgave van haar identiteit.

Bij anoniem bevallen bestaat er geen verplichting om de identiteit bij de bevalling achter te laten.

Probleemstelling

De (tijdelijke) anonimiteit van een vrouw die haar kind bij de geboorte wilt afstaan kan heden niet worden gewaarborgd omwille van de huidige wetgeving.

In België telt het adagium « mater semper certa est » altijd : de vrouw die bevalt, is automatisch de moeder en wordt als dusdanig op de geboorteakte ingeschreven, waardoor de afstamming komt vast te liggen (artikel 312 van het Burgerlijk Wetboek). Aangezien de (biologische) moeder dus steeds op de geboorteakte vermeld wordt, is discreet of anoniem bevallen niet mogelijk en kan het kind of zijn voogd, zonder problemen de identiteit van de biologische ouder achterhalen. Op de geboorteakte wordt immers zowel de oorspronkelijke naam als de naam die het kind uiteindelijk zal dragen, ingeschreven.

Evenmin kan een moeder voldoende afstand doen van haar verplichte betrokkenheid in een adoptieprocedure. In de praktijk immers vraagt de rechtbank het advies van de afstandsmoeder, zelfs indien deze laatste haar wens te kennen gaf om niet verder in de procedure te worden betrokken (1) . Voor een vrouw die het bestaan van haar pasgeborene voor haar omgeving wil verbergen impliceert deze mogelijkheid een onaanvaardbaar risico.

Om deze juridische procedures te vermijden, verkiezen heel wat vrouwen om in Frankrijk te bevallen (2) . Daar is het mogelijk om te bevallen zonder dat haar naam op de geboorteakte staat. De vrouw heeft er de keuze om geen enkel spoor omtrent haar identiteit na te laten. Dit gebeurt in 75 % van de gevallen (3) . Heel wat kinderen worden op die manier het recht om hun biologische afkomst te kennen ontzegd. Dit kan naast psychologische gevolgen (4) voor het kind ook gevolgen hebben voor de fysieke gezondheid.

Niet alleen het kind, maar ook de afstandsmoeder die in Frankrijk anoniem bevalt, heeft baat bij een aanpassing van de wetgeving. Zij kan, in tegenstelling tot een vrouw die haar kind ter adoptie afstaat, niet rekenen op begeleiding na de bevalling.

De huidige wetgeving

Zoals eerder beschreven telt het adagium « mater semper certa est » altijd.

Met deze keuze heeft de wetgever geprobeerd om het kinderrechtenverdrag ook in de adoptiewetgeving maximaal te respecteren. Volgens artikel 8 van het kinderrechtenverdrag (5) moeten staten zich verbinden om de identiteit van het kind te garanderen. Indien door omstandigheden het kind van zijn identiteit werd beroofd, moet de staat zich actief inlaten om de kennis van afstamming te herstellen. Het internationaal kinderrechtencomité, dat toeziet op de naleving van het verdrag, veroordeelde in het verleden Frankrijk, Oostenrijk en Luxemburg omdat ze anoniem bevallen en het gebruik van vondelingenluiken toelieten (6) .

Het recht op het kennen van zijn afstamming wordt echter sinds 2007 ten dele uitgehold door de wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten (wet van 6 juli 2007, Belgisch Staatsblad van 17 juli 2007) waarbij de anonimiteit van gameet- en embryodonors ten allen tijde wordt gewaarborgd (7) en dit in tegenstelling tot landen zoals Nederland waar het recht om zijn biologische ouders te kennen, ingeroepen wordt om anonieme donatie niet toe te staan (8) . Er bestaat in België dus een zekere discrepantie tussen de fertiliteits- en de adoptiewetgeving.

Binnen Europa is de regelgeving met betrekking tot de anonimiteit van de afstandsmoeder en dus het recht op het kennen van zijn afstamming zeer verschillend.

Anoniem bevallen wordt, naast in Frankrijk en Italië, ook in Oostenrijk en Luxemburg wettelijk omkaderd. Bulgarije, Roemenië en Duitsland, houden er een gedoogbeleid op na. Vondelingenschuiven worden toegelaten in Duitsland, Italië en Oostenrijk.

In Polen, Tsjechië wordt anoniem bevallen verboden noch gedoogd, maar worden vondelingenschuiven oogluikend toegelaten (9) . België kent één vondelingenluik. Ten laatste wordt elke vorm van kindverlating bestraft in Denemarken, Nederland, Noorwegen en Groot-Brittannië.

In België heeft de wetgever enkel de mogelijkheid voorzien dat een moeder afstand doet van haar betrokkenheid in een adoptieprocedure. Deze opt out-clausule valt te vinden in het artikel 348.9 van het Burgerlijk Wetboek (10) . Toch blijft de rechtbank gemachtigd om tijdens de zitting het advies van anderen in te winnen. Hierdoor kan de rechtbank in de praktijk bijvoorbeeld het advies van de ouders van de afstandsmoeder vragen, tegen deze laatste haar wens in (11) .

Omwille van deze verschillende aanpak treedt het Europese Hof voor de Rechten van de mens slechts minimaal regelend op. Toch heeft het hof zich, in zijn arrest « Odièvre » (12) , uitgesproken tegen het Franse systeem van anoniem bevallen. Hierin heeft het hof niet geoordeeld dat de Franse wetgevingan sichde Europese mensenrechten schond maar erkende het hof dat complete anonimiteit essentieel is om bepaalde moeders de mogelijkheid te geven op een hygiënische en veilige manier te bevallen. Frankrijk moest echter wel een organisatie instellen via dewelke het afgestane kind zijn origine kan achterhalen.

De Franse en Duitse benadering vergeleken :

Frankrijk laat zoals reeds eerder beschreven moeders toe om geheel anoniem te bevallen. Sinds 1941 volstaat een kruis op de geboorteakte (13) . Deze beslissing wordt genomen na de bevalling, waarbij de vrouw een bedenktijd krijgt van twee maanden (één zevende zal dit effectief doen (14) ).

De Duitse wetgeving is identiek aan de Belgische, het principe « mater semper certa est » is altijd van toepassing. Maar toch kan een vrouw er in gehele anonimiteit bevallen. Na de bevalling zijn de ouders verplicht om hun kind aan te geven bij de burgerlijke stand (Section 1591,1592, 1747 BGB). Zijn de ouders verhinderd om deze aangifte te doen, dan zijn de personen die direct betrokken waren bij de geboorte, verplicht tot aangifte (15) . Daarenboven zijn zij ook verplicht informatie betreffende de identiteit van de ouders te vervolledigen. Wie niet aan deze plicht voldoet, stelt zich bloot aan een sanctie (Section 70 PstG) (16) .

Medisch personeel betrokken bij de bevalling kan zich niet op het beroepsgeheim beroepen om het meedelen van de identiteit van de bevallen vrouw te weigeren (203 StGB), doch de Duitse Burgerlijke stand kan dat wel. Indien de mogelijk getroffene argumenteert dat de vrijgave van deze informatie een gevaar betekent voor zijn/ haar leven, gezondheid, persoonlijke vrijheid of andere belangen, dan kan er (tijdelijk) beslist worden om deze wil te respecteren (Section 64 PstG) (17) .

Noch in het Franse, noch in het Duitse systeem heeft de biologische vader de mogelijkheid om zich te verzetten tegen het anoniem bevallen van de moeder van het kind. Hij kan het kind daarentegen wel na de geboorte erkennen.

Behalve indien het kind alsnog door zijn vader of moeder wordt erkend, wordt het kind in beide landen onder de voogdij van de jeugdbescherming geplaatst. Aan het einde van de bedenkingstermijn, kan het kind ter adoptie worden afgestaan (18) . Eens de kinderen zijn geadopteerd, is het, net zoals in België, niet meer mogelijk om de biologische ouders juridisch te verplichten hun ouderschap op te nemen (19) .

Het recht op informatie omtrent de afkomst van een kind worden in het Franse en Duitse systeem zeer verschillend ingevuld.

In Duitsland is er, aangezien het om een gedoogbeleid gaat, geen structuur opgericht via dewelke hetzij de biologische moeder, hetzij het kind gegevens respectievelijk kan achterlaten of opvragen.

In Frankrijk is de vrouw bij de bevalling volledig vrij om te kiezen welke informatie ze nalaat. Deze informatie wordt bezorgd aan de bevoegde instantie CNAOP (Le Conseil national pour l'Accès aux Origines Personnelles) (20) . Indien ze verkozen had om geen identificerende informatie na te laten, kan ze, indien ze voldoende gedetailleerde informatie geeft met betrekking tot de omstandigheden van de bevalling, toch nog op een later moment haar identiteit bevestigen. Maar ze kan het kind nooit op eigen houtje rechtstreeks contacteren. Het kind kan informatie opvragen eens het meerderjarig is of vóór de meerderjarigheid, wanneer het beschikt over een onderscheidingsvermogen bijgestaan door zijn voogd. De informatie zal enkel worden gecommuniceerd, wanneer de moeder daartoe duidelijk haar toestemming heeft gegeven. De moeder zal door het CNAOP op de hoogte worden gesteld over het feit dat het kind naar haar op zoek is. Op haar beurt zal het CNAOP aan de moeder vragen welke informatie ze bereid is vrij te geven : haar identiteit of enkel de niet-identificerende informatie.

Wanneer de moeder gekozen had om geen enkel spoor na te laten, maar indien er een vermoeden bestaat over de identiteit van de moeder, contacteert het CNAOP deze vrouw. Indien zij weigert om zich te uiten als biologische moeder, stopt het verhaal daar. Het recht op een privé-leven van de moeder (en haar familie) blijft gewaarborgd (21) .

Waarom is er nood aan « discreet bevallen » ?

Bestaande begeleiding voor vrouwen in nood tijdens de zwangerschap versterken

Voor de vrouw die anoniem bevalt, haar kind ter adoptie afstaat of haar kind te vondeling legt, behoorde vrijwillige zwangerschapsafbreking niet tot de mogelijkheden.

Voor een deel van deze vrouwen is dit op basis van religieuze of psychosociale bezwaren ten opzichte van zwangerschapsafbreking, of het zijn vaak vrouwen die niet in contact durven komen met de georganiseerde gezondheidszorg : asielzoekers, vrouwen in de illegaliteit, slachtoffers van mensenhandel die in de prostitutie zijn verzeild.

Een aanzienlijk deel heeft op het moment van de vaststelling van de zwangerschap de wettelijke termijn om tot een zwangerschapsafbreking te kunnen overgaan overschreden. Een Franse studie (22) , die vrouwen ondervroeg die anoniem bevielen, toont aan dat de zwangerschap vaak zeer laattijdig wordt vastgesteld :

— bij 85 % pas na twaalf weken zwangerschapstermijn (23) (wettelijke termijn om tot zwangerschapsafbreking over te gaan);

— bij 50 % pas na tweeëntwintig weken (de medische levensvatbaarheidsgrens);

— bij 20 % was er sprake van een zwangerschapsontkenning. Deze vrouwen beseften pas na de achtste maand dat ze zwanger waren.

Deze vrouwen bevinden zich dus allen in een noodsituatie.

Hoewel zou kunnen geopperd worden dat een verlenging van de wettelijke termijn op zwangerschapsafbreking het aantal anonieme bevallingen zou kunnen doen dalen, spreken de cijfers dit tegen. Een vergelijking van Europese en regionale statistieken (zie fig. 1) toont aan dat het niet zozeer de wettelijke termijnen op zwangerschapsafbreking zijn die het aantal geregistreerde abortussen bepaalt, maar veeleer het aantal ongewenste zwangerschappen. Zo vallen er sterke verschillen waar te nemen tussen Frankrijk, Duitsland en Italië. Nochtans is het in die landen mogelijk om anoniem te bevallen, en zijn de wettelijke termijnen voor zwangerschapsafbreking zeer gelijkend.

Fig. 1 : Gemiddeld aantal abortussen ten opzichte van aantal geboortes voor beschikbare data 2002-2010 (Bron : Eurostat)

Langs de andere kant tonen verschillende studies aan dat heel wat vrouwen tijdens de zwangerschap het slachtoffer zijn van geweld in verschillende hoedanigheden, zowel fysiek (partner)geweld als ook psychologisch geweld.

Twee op honderd vrouwen, die begeleid werden in een vluchthuis, gaven hun zwangerschap op als voornaamste reden van hun vlucht (24) . Wetenschappelijk onderzoek uit de Verenigde Staten toonde aan dat 8,7 % van de vrouwen vóór en na de zwangerschap slachtoffer is van fysiek geweld. Bij 5,3 % van de vrouwen gebeurt dit ook tijdens de zwangerschap (25) . Onderzoek in Vlaanderen wees uit dat één op elke dertig zwangere vrouwen slachtoffer is van partnergeweld (26) . Uit een navraag in het OCMW-ziekenhuis van Brussel (UMC Sint-Pieter), bleek dat 11 % van de vrouwen tijdens hun zwangerschap geconfronteerd wordt met huiselijk geweld (27) .

De eerstelijnszorg (sociale hulpverleners, huisartsen, vroedvrouwen, ...) moet gesensibiliseerd worden voor deze problematiek en zo nodig doorverwijzen naar gespecialiseerde instanties zoals het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW).

In overleg met de vluchthuizen van het CAW moet de wenselijkheid van een aparte benadering voor zwangere cliënten bestudeerd worden. Voor hen is op heden immers geen aparte behandeling voorzien. De principiële limiet van zes maanden verblijf in een vluchthuis is ook voor hen van toepassing. Uit telefonische gesprekken blijkt tevens dat er niet altijd plaatsen beschikbaar zijn in een vluchthuis.

Een wet op anoniem of discreet bevallen zal vermoedelijk weinig effect hebben op het aantal kindermoorden en vondelingen

Er kan geen statistisch significante relatie worden gevonden tussen het invoeren van anoniem bevallen en/of vondelingenschuiven en/of kindermoord. Dit blijkt uit cijfers van de Duitse federale overheid (28) . Tevens is het niet realistisch, zo stelt een « Duitse katholieke welzijnsdienst voor vrouwen », om te verwachten dat zelfs laagdrempelige manieren van hulpverlening zoals een vondelingenschuif of geheel anoniem bevallen, significant zal bijdragen tot het verlagen van het aantal kindermoorden (29) . Een rapport van UNICEF benadrukte eveneens dat « een anonieme bevalling het risico op kindermoord, veelal het gevolg van een psychose bij de moeder, niet wegneemt » (30) .

Zelfs in die landen waar laagdrempelige oplossingen voorhanden zijn, zijn er niet minder babymoorden of vondelingen (zie onderstaande tabel). Het is echter zeer moeilijk om de verschillende cijfers van de verschillende landen te vergelijken door de grote verscheidenheid aan bronnen en de verschillende regelgevingen.

Psychologen opperen ook steeds vaker dat infanticide en het te vondeling leggen van kinderen in hoofdzaak het gevolg is van een ontkenning van de zwangerschap. Deze ontkenning is zo sterk dat de vrouw niet bewust een kind heeft gebaard. Na de bevalling zullen deze moeders er alles aan doe om de realiteit te doen overeenstemmen met de overtuiging dat ze nooit zwanger zijn geweest (31) .

Nochtans wordt door andere politieke fracties anoniem of discreet bevallen en het instellen van vondelingenschuiven zeer vaak in verband gebracht met gevallen van infanticide of vondelingen (32) .

Misbruiken uitsluiten

Het principe « mater semper certa est » verlaten kan aanzienlijke gevolgen met zich meebrengen.

Een volledige geheimhouding toestaan zou tot gevolg kunnen hebben dat bijvoorbeeld een vrouw die bevalt van een gehandicapt kind, het bij de geboorte anoniem afstaat (33) . In diezelfde zin zou het ook eugenetische selectie toelaten (34) .

Ook draagmoederschap wordt aanzienlijk vergemakkelijkt zo anoniem bevallen wordt toegelaten. Deze procedure wordt overigens beschreven in de juridische gids over ouderschap voor holebi's en transgender uitgegeven door Cavaria in opdracht van de Vlaamse minister voor gelijke kansen (zie kader).

In het verleden werden de senatoren reeds tijdens een hoorzitting gewezen op deze gevaren. Mede hierdoor strandde het synthesevoorstel van MR-senator Monfils omtrent discreet bevallen (35) .

Een onaangepast wettelijk kader vermijden

De Senaat buigt zich al sinds eind jaren negentig over het vraagstuk anoniem en discreet bevallen. Hierdoor hebben heel wat fracties een wetsvoorstel over het onderwerp ingediend. Daarenboven kwam het in het verleden reeds tot een synthesevoorstel dat kon rekenen op een parlementaire meerderheid (zie supra).

In alle wetsvoorstellen wordt de biologische moeder niet langer op de geboorteakte ingeschreven. Omdat men de voorwaarden niet omschrijft binnen welke men kan afwijken van het agadium « mater semper certa est », wordt (net zoals op heden het gevolg is in de Franse wetgeving) een hoeksteen van het huidige familierecht ondergraven.

Onder andere omdat men dit centraal principe verliet, werd het gemeenschappelijke wetsvoorstel, na hoorzittingen met experts en een kritisch advies van de Raad van State afgevoerd.

Samengevat

De huidige Belgische wetgeving laat vrouwen in nood niet toe om hun zwangerschap en bevalling in een bepaalde anonimiteit te laten plaatsvinden. Vaak hebben deze vrouwen hun zwangerschap heel laat ontdekt of zijn zij slachtoffer van geweld en kunnen zij hun zwangerschap en bevalling niet openbaar maken. Nochtans is het bestaan van hun pasgeborene voor hun omgeving verborgen te houden voor deze vrouwen een absolute noodzaak om op een veilige manier te bevallen.

Dit wetsvoorstel komt tegemoet aan de nood om discretie te bieden aan deze vrouwen, zonder dat dit de deur openstelt voor misbruiken. De nadruk ligt hierbij op het behoud van de structuur van het huidige familierecht maar probeert de twee belangrijke redenen, die in de huidige stand van zaken van de wetgeving discreet bevallen in de weg staan, aan te passen, met name het principe « mater semper certa est  » en de huidige adoptieprocedure waar de moeder verplicht betrokken partij is bij de procedure.

Dit wetsvoorstel wil komaf maken met de beperkingen inzake discreet bevallen die de Belgische wetgeving bevat. De voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk dat een vrouw, zonder zich zorgen te moeten maken over de veiligheid en de gezondheid van zowel zichzelf als haar kind, onder medische begeleiding kan bevallen in een ziekenhuis.

De indieners van het wetsvoorstel stellen voor om in specifieke gevallen niet af te stappen van het hierboven al aangehaalde principe « mater semper certa est » maar dit te vervangen door het begrip « mater temporarius secreta est » door de huidige adoptieprocedure aan te passen.

Het principe van « mater temporarius secreta est » houdt in dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, bij wie de geboorte nog steeds moet aangegeven worden, zich beroept op het beroepsgeheim om de identiteit van de moeder niet over te maken aan het Rijksregister.

Om het onderscheid te maken met het zuiver anoniem bevallen, stopt het verhaal hier echter niet. In plaats van de naam voor altijd geheim te houden, geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand, deze samen met andere persoonlijke gegevens van de ouder(s) door aan een centrale autoriteit die als « trusted third party » (TTP) zal optreden.

Deze nog op te richten onafhankelijke dienst bewaart deze gegevens op een veilige manier, regelt de psychologische begeleiding van de afstandsmoeder en bemiddelt tussen de verschillende partijen als het kind later informatie wenst over zijn biologische ouder(s) of er in contact mee wenst te komen.

Op die manier blijven we ook binnen het kinderrechtenverdrag waarvan artikel 8 duidelijk stelt dat staten zich ertoe moeten verbinden om de identiteit van het kind te garanderen. Indien door omstandigheden het kind werd beroofd van zijn identiteit, moet de staat het nodige doen om de kennis van afstamming te herstellen. Door te werken met een TTP wordt vermeden dat België veroordeeld wordt door het internationaal kinderrechtencomité, zoals dit in het verleden gebeurd is met onder andere Frankrijk, Oostenrijk en Luxemburg (36) .

De voorgestelde wijzigingen van de adoptieprocedure hebben een dubbel doel : enerzijds de anonimiteit van de moeder vrijwaren en anderzijds het verkorten van de procedure zodat het kind zo snel mogelijk in een stabiele woonomgeving terecht komt.

Om de identiteit van de moeder te beschermen zal zij tijdens de ganse procedure vertegenwoordigd worden door een binnenlandse adoptiedienst, moet enkel zijzelf instemmen met de adoptie en wordt er voor gezorgd dat de rechter geen informatie kan inwinnen in de sociale omgeving van de vrouw.

Om het kind alle kansen te geven op een veilige omgeving zowel voor, tijdens als na de bevalling kan de discrete adoptieprocedure pas opgestart worden na het ontslag uit het ziekenhuis om zo de nodige medische begeleiding te garanderen.

Bovendien kan de procedure al aanvang nemen direct na dit ontslag en blijft de periode waarin de vrouw de adoptie kan intrekken of waarbinnen andere belanghebbenden verzet kunnen aantekenen beperkt tot drie maanden na het ontslag uit het ziekenhuis.

De indieners van dit wetsvoorstel zijn er van overtuigd dat de voorgestelde « wijzigingen » van de afstammingswetgeving en de adoptieprocedure tegemoetkomen aan de noden van vrouwen die omwille van een noodsituatie hun zwangerschap en bevalling niet openbaar kunnen maken en waarbij zowel moeder en kind de nodige aandacht krijgen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

De ambtenaar van de burgerlijke stand is gehouden aan een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de identiteit van de afstandsmoeder. Er wordt niet getornd aan de verplichting van de afstandsmoeder, het medisch personeel, de medische instelling en eenieder die bij de bevalling betrokken was, om de geboorte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand aan te geven. Net zoals het geval is in Duitsland, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand zich evenwel beroepen op het beroepsgeheim om de identiteit van de moeder niet vrij te geven aan het rijksregister.

Artikel 3

Er wordt een centrale autoriteit opgericht die instaat voor de veilige opslag van de persoonlijke informatie van de ouders van het kind. Tevens verzorgt deze instantie de psychologische omkadering binnen welke het kind meer informatie omtrent zijn biologische informatie kan te weten komen.

De adoptieautoriteit die de vertegenwoordiging op zich nam tijdens de discrete adoptieprocedure, staat in voor het aanreiken van correcte en uitgebreide niet-identificerende informatie aan de centrale autoriteit.

Artikel 5

Het kind kan via deze onafhankelijke dienst vragen om in contact te komen met de moeder. Dit is mogelijk vanaf de meerderjarigheid of vanaf de mogelijkheid tot onderscheidingsvermogen.

Artikel 6

Indien de vrouw zich in een noodtoestand bevindt, wordt de adoptieprocedure aanzienlijk versneld en wordt het aantal partijen dat betrokken is bij de adoptieprocedure tot het minimum beperkt.

Om te vermijden dat de noodzakelijke discretie en spoed van deze procedure manifeste schade berokkent, wordt in volgende gevallen de mogelijkheid tot discrete adoptie verboden :

— in de eerste plaats indien er een sterk vermoeden van vaderschap ten overstaan van de adoptandus vaststaat;

— in de tweede plaats indien de biologische moeder handelingsonbekwaam is.

Daarnaast wordt de start van de discrete adoptieprocedure uitdrukkelijk beperkt tot aan het ontslag uit het ziekenhuis. Via deze weg wordt de nood aan discretie verbonden aan medische begeleiding.

Artikel 7

In geval van discrete adoptie moet enkel de moeder instemmen met de adoptie, in tegenstelling tot de normale adoptieprocedure, waarbij ook de vader moet instemmen.

Artikel 8

De discrete adoptieprocedure start van bij het ontslag uit het ziekenhuis, in tegenstelling tot de klassieke adoptieprocedure die ten vroegste aanvangt vanaf twee maanden na de geboorte van het kind.

Een snelle adoptieprocedure is in het belang van het kind omdat op die manier het snelst een stabiele omgeving wordt aangeboden aan het kind.

Artikel 9

De biologische moeder kan tot uiterlijk drie maanden na het ontslag uit het ziekenhuis, haar toestemming voor de adoptieprocedure intrekken. Tijdens deze periode kunnen personen met een rechtstreeks belang eveneens verzet aantekenen. Na deze periode wordt de adoptieprocedure definitief. Met deze regeling wordt gestreefd naar een evenwicht tussen enerzijds de nood aan een bedenktijd voor de moeder en anderzijds de onzekerheid dat verzet wordt aangetekend tegen de discrete adoptieprocedure.

Artikel 10

Dit artikel regelt de vertegenwoordiging van de biologische moeder tijdens de discrete adoptieprocedure. Tijdens de procedure wordt ze vertegenwoordigd door een binnenlandse adoptiedienst.

Artikelen 11 en 12

Deze artikels waarborgen dat de biologische moeder dat er in het kader van de gerechtelijke procedure geen informatie zal worden ingewonnen die de noodzakelijke discretie schaadt (bijvoorbeeld door het inwinnen van inlichtingen in de sociale omgeving van de vrouw).

Elke SLEURS.
Louis IDE.
Inge FAES.
Lieve MAES.

WETSVOORSTEL


HOOFDSTUK 1

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2

Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek

Art. 2

Artikel 57bis van het Burgerlijk Wetboek, opgeheven bij de wet van 31 maart 1987, wordt hersteld als volgt :

« Art. 57/1. § 1. Indien de moeder die aangifte doet van de geboorte kiest voor de procedure van een discrete bevalling, is de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden tot geheimhouding. De ambtenaar van de burgerlijke stand tot wie dit verzoek werd gericht, moet zich vergewissen van de vaste wil van de vrouw om de discrete adoptieprocedure te starten, alsook van haar noodsituatie.

§ 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand die tot geheimhouding is gehouden :

1º stelt de geboorteakte op, zonder vermelding van de afstammingsgegevens;

2º maakt de afstammingsgegevens van het kind binnen de zeven dagen over aan de federale centrale autoriteit. »

Art. 3

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 57/2 ingevoegd, luidende :

« Art. 57/2. § 1. De federale centrale autoriteit zorgt voor de bewaring en het beheer van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand bezorgde gegevens.

§ 2. De binnenlandse adoptiedienst die belast is met de vertegenwoordiging van de moeder van het kind tijdens de adoptieprocedure, staat in voor het aanreiken van de noodzakelijke niet-identificeerbare informatie over de moeder. »

Art. 4

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 57/3 ingevoegd, luidende :

« Art. 57/3. De Koning bepaalt welke niet-identificeerbare gegevens van de ascendenten van het kind verzameld moeten worden. Deze niet-identificeerbare gegevens omvatten minstens :

1º medische informatie die betrekking heeft op de twee genetische ouders van de geadopteerde en die belangrijk kan zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind;

2º de fysieke kenmerken van de twee genetische ouders. »

Art. 5

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 57/4 ingevoegd, luidende :

« Art. 57/4. De koning bepaalt de modaliteiten voor toegang waarbinnen kinderen respectievelijk identificeerbare en niet-identificeerbare informatie kunnen opvragen. »

Art. 6

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 344-3 ingevoegd, luidende :

« Art. 344-3. De discrete adoptieprocedure is niet ontvankelijk indien :

1º het vaderschap ten overstaan van de geadopteerde vaststaat krachtens de artikelen 315 of 317, of op grond van een erkenning of een vonnis;

2º de moeder handelingsonbekwaam is;

3º de aanvraag om de procedure te starten werd gestart na het ontslag uit het ziekenhuis. »

Art. 7

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 348-12 ingevoegd, luidende :

« Art. 348-12. In geval van een discrete adoptieprocedure moet enkel de moeder instemmen met de adoptie. »

Art. 8

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 348-13 ingevoegd, luidende :

« Art. 348-13. § 1. In geval van een discrete adoptieprocedure kan de moeder haar toestemming vanaf de dag van het ontslag uit het ziekenhuis geven.

§ 2. De moeder wordt over de adoptie en de gevolgen van haar toestemming geïnformeerd door de sociale dienst en de erkende adoptiedienst. Deze informatie heeft inzonderheid betrekking op de rechten, de bijstand en de voordelen waarop de families, de vaders en moeders, al dan niet alleenstaand, en hun kinderen bij wet of decreet aanspraak kunnen maken, alsook op de middelen waarop een beroep kan worden gedaan om sociale, financiële, psychologische of andere problemen die hun situatie met zich meebrengt, op te lossen. »

Art. 9

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 348-14 ingevoegd, luidende :

« Art. 348-14. In geval van een discrete adoptieprocedure wordt de toestemming gegeven door middel van een persoonlijke verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en waarvan deze een proces-verbaal opstelt. Een discrete adoptieprocedure kan slechts gestart worden voor een volle adoptie. In geval van een discrete adoptieprocedure is de intrekking van de toestemming slechts mogelijk tot het tijdstip van de uitspraak van het vonnis en, ten laatste drie maanden na de indiening van het verzoekschrift tot discrete adoptie. Tijdens deze periode kan de biologische vader verzet aantekenen tegen de discrete adoptieprocedure. »

Art. 10

In hetzelfde wetboek wordt een artikel 348-15 ingevoegd, luidende :

« Art. 348-15. De discrete adoptieprocedure heeft tot gevolg dat de moeder de identiteit van de adoptant of de adoptanten kent en later niet tussenbeide kan komen in de procedure. De moeder wordt vertegenwoordigd door een erkende binnenlandse adoptiedienst die geen zetel houdt in haar woonplaats. »

HOOFDSTUK 2

Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 11

Er wordt een artikel 1231-5/1 ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, luidende :

« Art. 1231-5/1. Ingeval van een discrete adoptieprocedure kan de procureur des Konings slechts inlichtingen inwinnen bij de binnenlandse adoptiedienst die de moeder vertegenwoordigt. »

Art. 12

Er wordt een artikel 1231-10/1 ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, luidende :

« Art. 1231-10/1. In geval van een discrete adoptieprocedure kan de rechtbank slechts de binnenlandse adoptiedienst die de moeder vertegenwoordigt horen. »

11 april 2012.

Elke SLEURS.
Louis IDE.
Inge FAES.
Lieve MAES.

(1) Artikel 348, 8-9, BW; Patrick Senaeve, « De hervorming van de interne en de internationale adoptie ».

(2) Dit bleek onder andere uit een gesprek met VZW Gewenst kind (27 januari 2011).

(3) Catherine Villeneuve-Gokalp, « Étude sur les mères de naissance qui demandent le secret de leur identité lors de leur accouchement », Conseil national pour l'accès aux origines personnelles, Rapport d'activité 2009, 22 maart 2010, blz. 7. http://www.cnaop.gouv.fr/IMG/pdf/Rapport_activite2009.pdf.

(4) Miller, Fan, Christensen, « Comparisons of Adopted and nonadopted adolescents in a large, nationally representative sample », in Child development, Oktober 2000.

(5) Voor de volledige tekst zie http://www.unicef.nl/media/147940/20091116 %20kinderrechtenverdrag.pdf.

(6) Comité voor de rechten van het kind, slotopmerkingen over het verslag gepresenteerd door Luxemburg, nr. 29, CRC/C/15/Add.250, 31 maart 2005, http://www.ork.lu/PDFs/droits_enfant.pdf; slotopmerkingen, nr. 30, CRC/C/15/Add.251, 31 maart 2005, http://www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf, aangehaald in de originele Engelse versie in P. Senaeve, F. Swennen et G. Verschelden (eds.), op. cit., blz. 341) (slotopmerkingen over het verslag gepresenteerd door Frankrijk, nr. 24, CRC/C/15/ Add.240, 30 juni 2004, http://www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf.

(7) Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten, wet van 6 juli 2007, Belgisch Staatsblad van 17 juli 2007. Artikel 27 : « Een donor of een donorpaar van overtallige embryo's kunnen geen rechtsvordering instellen betreffende de afstamming of de daaruit voortvloeiende vermogensrechtelijke gevolgen. Ook de ontvanger(s) van overtallige embryo's en het kind geboren dankzij de implantatie van overtallige embryo's kunnen geen rechtsvordering instellen betreffende de afstamming of de daaruit voortvloeiende vermogensrechtelijke gevolgen tegen de donor(en) van overtallige embryo's. »

(8) http://www.freya.nl/web_eiceldonatie/ecdfaq.php.

(9) Europees Parlement, « International adoption in the European Union. Final report », 27 maart 2009, blz. 77, 124, 135 te consulteren op http://www.gratisnettsted.com/login/members/imagemanager/images/3def184ad8f4755ff269862ea77393dd/chiloneurope_Comparative_Report.pdf; Dagebladet.no, « Denne boksen i ei dør i Hamburg har reddet livet til 30 nyfødte babyer, 29 december 2007, http://www.dagbladet.no/magasinet/2007/12/29/521923.html.

(10) « Ieder lid van de oorspronkelijke familie van het kind van wie de toestemming vereist is, kan in de akte of in de verklaring houdende zijn toestemming nader bepalen dat : 1 hij de identiteit van de adoptant of van de adoptanten niet wenst te kennen; in dat geval, wijst hij een persoon aan die hem in het kader van de procedure zal vertegenwoordigen; of dat 2 hij later in de procedure niet wenst tussenbeide te komen; in dat geval, wijst hij eveneens een persoon aan die hem zal vertegenwoordigen. [..]. »

(11) Patrick Senaeve « De hervorming van de interne en de internationale adoptie ».

(12) Hof Mensenrechten, arrest Odièvre van 13 februari 2003.

(13) Observatoire national de l'enfance en danger, « Situation des pupilles de l'état au 31 décembre 2007 », 2009, blz. 34. Zie ook andere jaarrapporten van de voorgaande twee jaren.

(14) Ron Morgan, « Born under the X : French law guarantees anonymous childbirth », 2003, http://www.adopting.org/adoptions/born-under-the-x-french-law-guarantees-anonymous-childbirth-2.html.

(15) In de praktijk is dit, net zoals in België, het hoofd van de medische inrichting.

(16) Deze strafmaat, die men in de Duitse wet vindt onder section 70 PStG, vindt men in het Belgische Strafwetboek onder artikel 361, § 2.

(17) German Ethics council, « Anonymous relinquishment of infants : tackling the problem », 2009, blz. 42; Bundesministerium der Justiz, « § 64 Sperrvermerke », http://bundesrecht.juris.de/pstg/64.html.

(18) Conseil national pour l'accès aux origines personnelles, Rapport d'activité 2009, 22 maart 2010, blz. 7. http://www.cnaop.gouv.fr/IMG/pdf/Rapport_activite2009.pdf; German Ethics council, « Anonymous relinquishment of infants : tackling the problem », 2009, pp. p. 43-46.

(19) De Franse wetgever heeft in 2009 een aanpassing in de wet doorgevoerd. Indien het kind van een anonieme bevalling nog niet werd geadopteerd, kan het kind zijn biologische moeder verplichten om het kind als zoon/dochter te erkennen. Vóór de wetswijziging was er immers sprake van discriminatie. Toen wees de rechter systematisch elke vraag om de afstamming van zijn moeder te kennen af, terwijl de biologische vader van het kind deze bescherming niet genoot. Enkel het recht op een privé-leven van de biologische moeder werd immers beschermd, terwijl de biologische vader geen enkele bescherming genoot. Volgens sommigen wijst dit erop dat de Franse wetgeving op de helling wordt gezet.

(20) Zie http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do;jsessionid=B141B1B0740B3A6641 FF90D261FF0495.tpdjo13v_1 ?cidTexte=LEGITEXT000005632142&dateTexte=20090225.

(21) http://www.legifrance.gouv.fr/affichCode.do;jsessionid=1A464B127B312366A6D7DABD0431B242.tpdjo13v_1 ? idSectionTA=LEGISCTA000006157573&cidTexte=LEGITEXT000006074069&dateTexte=20090225.

(22) Catherine Villeneuve-Gokalp, « Étude sur les mères de naissance qui demandent le secret de leur identité lors de leur accouchement ».

(23) Nathalie Bajos, Caroline Moreau, Henri Leridon, Michèle Ferrand; « Pourquoi le nombre d'avortements n'a-t-il pas baissé en France depuis 30 ans ? », in Population & Sociétés, december 2004, geraadpleegd op http://www.ined.fr/fichier/t_telechargement/11171/telechargement_fichier_fr_publi_pdf1_pop.et.soc.francais.407.pdf.

(24) Persoonlijk mailverkeer met Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Intrafamiliaal geweld, te raadplegen op http://www.steunpunt.be/xcms/lang__nl-BE/mid__13906/ModeID__0/EhPageID__896/5014/default.aspx; Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Vluchten kan niet altijd : rapport van een behoeftenpeiling in de residentiële opvang van slachtoffers van intrafamiliaal geweld, november 2005, te raadplegen op http://www.steunpunt.be/_steunpunt/Documents/Dossiers/2005 %20Behoeftepeiling %20opvang %20IFG.pdf.

(25) Vera Lasch, Ute Sonntag, Ulrike Maschewsky-Schneider, Equity in access to health promotion treatment and care for all European women, 2010, te raadplegen op http://www.upress.uni-kassel.de/online/frei/978-3-89958-740-1.volltext.frei.pdf#page=93.

(26) Roelens K, Verstraelen H, Vanegmond K, Temmerman M., « Disclosure and health seeking behavior following intimate partner violence before and during pregnancy in Flanders, Belgium : a survey surveillance study », Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol., 2008; 137, blz. 37-42.

(27) http://www.geweldenzwangerschap.be/preventie/Geweld--Zwangerschap/Hoe-vaak.

(28) German Ethics council, Anonymous relinquishment of infants : tackling the problem, 2009, blz. 23.

(29) Mening van Sozialdienst katholischer Frauen : Keulen in rapport German Ethics council, Anonymous relinquishment of infants : tackling the problem, 2009, blz. 27.

(30) Unicef rapport, Discrete ... Anonieme Bevalling. Welke rechten heeft het kind ? Standpunt Unicef België, januari 2009.

(31) Time magazine, Why are French women killing their babies ? », 29 juli 2010, geraadpleegd op http://www.time.com/time/world/article/0,8599,2007359,00.html.

(32) Zie bijvoorbeeld Gazet van Antwerpen, 9 oktober 2010, het synthesevoorstel van verschillende politieke partijen (21 januari 2009; wetsvoorstel betreffende de discrete bevalling, stuk Senaat nr. 4-1138/1 : « Het is de bedoeling om zoveel mogelijk drama's te voorkomen, zoals die recent nog werden gesignaleerd, waarbij wanhopige moeders die hun zwangerschap niet willen toegeven, alleen bevallen en hun kind in levensgevaar, of al dood, achterlaten en dat in erbarmelijke hygiënische omstandigheden ») en de mondelinge vraag van Senator Temmerman, stuk Senaat nr. 4-463, « discreet bevallen en wiegenmoord ».

(33) Het Laatste Nieuws, « Wetsvoorstel discreet bevallen afgevoerd », 20 april 2009.

(34) Zie blz. 8 van het Advies van de Raad van State over het « wetsvoorstel betreffende de discrete bevalling », stuk Senaat nr. 4-1138/2.

(35) Gazet van Antwerpen, 9 oktober 2010.

(36) Comité voor de rechten van het kind, slotopmerkingen over het verslag gepresenteerd door Luxemburg, nr. 29, CRC/C/15/Add.250, 31 maart 2005, http://www.ork.lu/PDFs/droits_enfant.pdf, slotopmerkingen, nr. 30, CRC/C/15/Add.251, 31 maart 2005, http://www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf, aangehaald in de originele Engelse versie in P. Senaeve, F. Swennen et G. Verschelden (eds.), op. cit., blz. 341). (slotopmerkingen over het verslag gepresenteerd door Frankrijk, nr. 24, CRC/C/15/ Add.240, 30 juni 2004, http://www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf.