5-1569/2

5-1569/2

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

15 MEI 2012


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE Nr. 51.220/AV VAN 2 MEI 2012


De RAAD VAN STATE, algemene vergadering van de afdeling Wetgeving, op 5 april 2012 door de Voorzitster van de Senaat verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot vijfenveertig dagen (1) , van advies te dienen over een wetsvoorstel « tot wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen » (Parl. St., Senaat, 2011-2012, nr. 5-1569/1), heeft het volgende advies gegeven :

1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond (2) , alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

Daarnaast bevat dit advies ook opmerkingen over andere punten. daaruit mag echter niet worden afgeleid dat de afdeling wetgeving binnen de haar toegemeten termijn een exhaustief onderzoek van het voorstel heeft kunnen verrichten.

STREKKING VAN HET VOORSTEL

2. Het wetsvoorstel strekt ertoe enkele terminologische wijzigingen aan te brengen in de wet van 10 augustus 2001 « tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen ». Het bedrag dat aan het voormelde Fonds wordt toebedeeld, wordt gerevalueerd. Bovendien worden bepalingen betreffende het Fonds ter financiering van sommige verrichte uitgaven die verbonden zijn aan de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel, evenals van uitgaven voor veiligheid en preventie die verbonden zijn aan de nationale en internationale hoofdstedelijke functie van Brussel, waarvan het opschrift wordt gewijzigd bij het voorstel van bijzondere wet « houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen » (3) waarover de Raad van State, afdeling Wetgeving, heden het advies 51.219/AV uitbrengt, verplaatst naar de bijzondere wet van 16 januari 1989 « betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten ». Ten slotte wordt een fonds opgericht ter financiering van de taalpremies.

ONDERZOEK VAN DE TEKST

Artikel 2

3. Het lijkt niet nuttig in het opschrift van de wet van 10 augustus 2001 een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel te vervangen door fondsen, aangezien artikel 2, tweede lid, van de voormelde wet nog steeds bepaalt dat het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel de twee deelfondsen omvat.

Artikel 7

4. Aangezien voorgesteld wordt een nieuw begrotingsfonds op te richten, dient het opschrift van de wet van 10 augustus 2001 dienovereenkomstig te worden gewijzigd : zoals het thans is gesteld wordt immers geen melding gemaakt van die nieuwe bedoeling.

Artikel 9

5. Ter wille van de terminologische eenvormigheid en de rechtszekerheid zou het beter zijn in de Franse tekst de uitdrukking « prélèvement sur le produit de l'impôt des personnes physiques » te bezigen in plaats van de woorden « prélèvement sur les recettes de l'impôt des personnes physiques » (4) .

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 11 van het voorstel.

Artikel 11

6. Het opschrift van het « Fonds ter financiering van sommige verrichte uitgaven die verbonden zijn aan de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel » zou eveneens moeten worden gewijzigd in de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 « houdende oprichting van begrotingsfondsen ».

De algemene vergadering van de afdeling Wetgeving was samengesteld uit

De heer R. ANDERSEN, eerste voorzitter van de Raad van State,

De heren M. VAN DAMME, Y. KREINS, P. LEMMENS en P. LIÉNARDY, kamervoorzitters,

De heren J. BAERT, J. SMETS, P. VANDERNOOT, J. JAUMOTTE, mevrouw M. BAGUET, de heren B. SEUTIN en W. VAN VAERENBERGH, staatsraden,

De heren J. Velaers, M. RIGAUX, L. DENYS, Y. DE CORDT, S. VAN DROOGHENBROECK en Chr. BEHRENDT, assessoren van de afdeling Wetgeving,

Mevrouw D. LANGBEEN, hoofdgriffier.

De verslagen werden uitgebracht door de heren X. DELGRANGE, eerste auditeur-afdelingshoofd, W. PAS, eerste auditeur en M. OSWALD, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer M. VAN DAMME.

De hoofdgriffier, De eerste voorzitter,
D. LANGBEEN. R. ANDERSEN.

(1) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat de termijn van dertig dagen verlengd wordt tot vijfenveertig dagen in het geval waarin het advies gegeven wordt door de algemene vergadering met toepassing van artikel 85.

(2) Aangezien het om een wetsvoorstel gaat, wordt onder « rechtsgrond » de overeenstemming met hogere rechtsnormen verstaan.

(3) Voorstel van bijzondere wet « houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen », Parl. St., Senaat, 2011-2012, nr. 5-1568/1.

(4) Deze uitdrukking wordt gebruikt in de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 augustus 2001. Zie eveneens artikel 4 van het voormelde voorstel van bijzondere wet, nr. 5-1568/1.