5-34 | 5-34 |
De voorzitster. - Willy De Clercq is heengegaan.
De loopbaan beschrijven van een gedreven en begaafd man als Willy De Clercq, die decennialang niet weg te denken was uit de Belgische politiek, is beslist geen gemakkelijke taak.
Geboren in Gent in 1927, kwam hij tijdens zijn jonge jaren in contact met zeer uiteenlopende milieus en werd hij een uiterst veelzijdig mens. Zijn indrukwekkende openheid kwam tot uiting in zijn beroepsmatige belangstellingssferen, die soms zeer ver uit elkaar lagen.
Gevoeligheid voor de vele aspecten van de menselijke bedrijvigheid bracht hem ertoe, benevens een doctoraat in de rechten en een licentie in het notariaat, ook nog een master's degree in de sociale wetenschappen in de wacht te slepen, en wel aan de University of Syracuse in de staat New York.
Later vindt men hem - gedurende de diverse periodes waarin hij minister was - als gouverneur terug in de Wereldbank en andere internationale instellingen.
Zijn mandaat als Europees parlementslid en als EG-commissaris getuigden eens te meer van die openheid en gerichtheid op Europa en de wereld.
Naar hij zelf verklaarde, had Willy De Clercq er in feite van gedroomd advocaat, journalist of diplomaat te worden. Dat was ook de reden waarom hij in 1952 een stage van enkele maanden deed op het Secretariaat-Generaal van de Verenigde Naties te New York.
Zijn vroegtijdig succes als liberaal politicus zou echter een einde stellen aan deze kortstondige aanzet. Pas op latere leeftijd zou hij toch één van zijn dromen vervullen en wel meteen als EG-Commissaris van Buitenlandse Betrekkingen en Handelsbeleid.
Uiteindelijk nam zijn loopbaan een heel andere wending.
Tijdens zijn Grieks-Latijnse humaniora aan het Gents Koninklijk Atheneum, aan de Ottogracht, was hij al een spilfiguur en dat niet alleen wegens zijn imposante gestalte. Maar het is in het verenigingsleven tijdens zijn universitaire studies dat zijn talenten van voorman zich ten volle ontplooien: hij werd voorzitter van de studentenkring `'t Zal wel gaan'. Zo kreeg hij meteen ook de smaak van het politieke bedrijf te pakken, en werd hij, in volle koningskwestie, afgevaardigde van het Liberaal Vlaams Studentenverbond op het Liberaal Partijcongres van 1950. En vervolgens, in 1952, werd de jonge advocaat verkozen als liberaal gemeenteraadslid van Gent. Vanaf dan zou zijn politieke loopbaan een hoge vlucht nemen.
In 1958 deed hij zijn intrede in de Kamer als opvolger van Henri Liebaert, een vriend van den huize. Hij zou volksvertegenwoordiger blijven tot eind 1984, toen hij ontslag nam om Europees commissaris te worden. Onmiddellijk na zijn ontslag benoemde de Koning hem tot minister van Staat.
Ondertussen had hij ook niet stilgezeten op andere gebieden.
Bij de oprichting in 1971 van de vernieuwde en vervlaamste liberale partij - de PVV - werd hij voorzitter en hij bleef dat gedurende een decennium.
Onvermijdelijk moest zo'n politiek talent ook leiden naar beleidsfuncties op regeringsniveau.
In 1966 werd hij vice-eersteminister in de rooms-blauwe regering-Vanden Boeynants-De Clercq. De nog unitaire PVV-PLP was een jaar tevoren met een daverend succes opgeklommen van 20 tot 48 zetels. Dat succes verschafte haar het nodige gewicht om moeilijke beslissingen - via volmachten - door te drukken, want het economische beleid werd de eerste prioriteit. De communautaire problemen verdwenen voor een tijd in de `koelkast'.
De regering, die het communautaire op de achtergrond had willen houden, kreeg echter de terugslag en viel in 1968 over het probleem Leuven-Vlaams.
Met deze negatieve ervaring in het achterhoofd, werden de liberale kopmannen, Willy De Clercq in het bijzonder, bereid gevonden om vanuit de oppositie toch mee te werken aan de staatshervorming van 1970. De culturele autonomie werd aldus een feit, met het daarbij horende Cultuurpact.
In 1973 nam de PVV weer deel aan het regeringswerk. Willy De Clercq werd vice-eersteminister en minister van Financiën in de tripartite Leburton- Tindemans- De Clercq. Hij behield deze post in de daarop volgende regering- Tindemans I.
Door de wereldwijde oliecrisis haalden de economische problemen weer de bovenhand.
Het overheidstekort, dat onrustwekkend hoog bleef, werd bestreden door een reeks nieuwe belastingen. Wat de vermindering van de uitgaven betreft, waarop De Clercq sterk aandrong, lagen de zaken moeilijker. De oprichting - onder zijn impuls - van een commissie der Wijzen mocht niet baten en de regering viel ten slotte andermaal over communautaire problemen, nog vóór de door hem gewilde besparingen het licht zagen.
Als leider van de oppositie onder de volgende regeringen Martens en Eyskens verzette hij zich hevig tegen het Egmontpact en het begrotingsbeleid.
Toen de PVV bij de eerstvolgende verkiezingen van 1981 als winnaar uit de bus kwam, stapte zij in de regering-Martens V met de stellige overtuiging om ditmaal ernstig komaf te maken met de economische problemen. Voor de tweede maal in zijn loopbaan eiste De Clercq volmachten. De meest markante maatregelen waren toen een drastische verlaging van de btw op de bouw, de prijzenstop, de inkomensmatiging, de verlaging van de vennootschapsbelasting, de invoering van het splitting-systeem, wat voor vele gezinnen een reële belastingverlaging inhield.
De meest bekende verwezenlijking is zonder twijfel de aandelenwet, de wet-Cooreman-De Clercq, een initiatief uitgaande van een CVP-senator en de liberale minister: de perfecte illustratie van een goede wisselwerking tussen wetgevende en uitvoerende macht.
Willy De Clercq kon aldus bogen op een briljante cursus honorum toen hij in 1985 Europees Commissaris werd van Buitenlandse Betrekkingen en Handelsbeleid. Zijn loopbaan op Europees vlak was eveneens gevuld en lang: naast vier jaar als Commissaris zetelde hij zeventien jaar in het Europees Parlement en haakte af op de vooravond van zijn ... zevenenzeventigste verjaardag.
Gehuwd met Fernande Fazzi, en vader van drie kinderen, Yannick, Alexis en Marian, slaagde hij er steeds in om zijn beroeps- en familieleven tot een harmonieus geheel te versmelten.
Dit indrukwekkend palmares had hij zowel te danken aan zijn brio qua intellect en charisma als aan zijn nooit aflatende werklust.
Hij oefende een uitgesproken mediatieke aantrekkingskracht uit, dankzij zijn humor en zijn elegantie, zoals zijn flair en zijn gave om ingewikkelde zaken in eenvoudige bewoordingen uit te leggen.
Hij was aldus één van die opmerkelijke figuren die de kwaliteiten van een uitstekend redenaar en van een harde werker met intellect en visie in zich kon verenigen.
België zal Willy De Clercq gedenken als een uitzonderlijk staatsman, als een bekwame en waardige grand argentier, als een groot en minzaam man die het algemeen belang altijd voor ogen hield.
De Hoge Vergadering betuigt zijn weduwe, kinderen en kleinkinderen haar oprecht medeleven.
De heer Yves Leterme, eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid. - We hebben vorige week afscheid genomen van een grand seigneur van de Belgische politiek, minister van Staat Willy De Clercq. Er is een gezegde dat ons aanmaant: `de mortibus nil nisi bene' of `over de doden niets dan goeds'. In het geval van Willy De Clercq echter heeft al het goede dat over hem gezegd wordt, niets te maken met die gewoonte. Men zegt het niet omdat het moet, maar omdat het diep en oprecht gemeend is.
Willy De Clercq heeft ontelbare mensen meegetrokken met zijn overtuiging en enthousiasme. Hij heeft ze aandacht en liefde gegeven voor de inzet ten gunste van anderen, voor de politiek, voor academische excellentie en voor Europa. Het eerste wat hij mij als student heeft bijgebracht, was de liefde voor de openbare financiën. Ik herinner mij dat Willy De Clercq altijd op tijd kwam voor zijn colleges. Dat kan een detail lijken, maar het is een symbolisch detail. Het toonde aan dat hij niet alleen een professor was die zijn stof door en door kende, maar ook dat hij respect had voor eenieder, zelfs voor wachtende studenten. Collega's in dit halfrond en in de Kamer die ook van Willy De Clercq les hebben gekregen, zullen dit zeker beamen.
De overleden staatsman Willy De Clercq was iemand die een fundamenteel respect betoonde voor de mensen rondom hem. Dat respect en zijn oprechte beminnelijkheid voelde iedereen aan en daarom heeft zijn dood zoveel mensen geraakt en ontroerd. Het respect voor anderen maakte van Willy De Clercq de belichaming van een liberalisme dat diep gehecht is aan de persoonlijke vrijheid, maar dat ook de noodzaak van sociale solidariteit erkent. Hij was de verpersoonlijking van een humanisme dat stoelt op diepe overtuigingen, maar dat wars is van blind sektarisme en werkelijk tolerant is.
La semaine passée, nous avons dit adieu à un grand seigneur. La grande leçon que nous laisse cet homme d'État est que la politique est d'abord une question de conviction et de foi mais aussi de chaleur humaine. C'est parce que les citoyens sentaient que Willy De Clercq croyait profondément en ce qu'il disait et faisait qu'ils le respectaient. C'est parce qu'ils sentaient son affection pour les gens autour de lui qu'ils l'aimaient, qu'ils aient été ou non de son bord philosophique et politique.
Grâce à son ouverture d'esprit, Willy De Clercq n'éprouvait aucun problème au sujet de l'identité plurielle qui est celle de tout homme moderne. Il ne voyait aucune contradiction entre être à la fois Flamand, Belge et Européen.
Nous ne pouvons parler de Willy De Clercq sans mentionner son engagement sans faille en faveur de l'intégration européenne. Il a défendu ce projet dans nombre de discours, il a enthousiasmé des générations de jeunes pour cette Europe de paix, cette Europe de solidarité. Il a oeuvré pour cette intégration en tant que responsable politique et ministre et il a été un remarquable commissaire européen.
Willy De Clercq is overleden, maar wordt zeker niet vergeten. De manier waarop hij destijds zijn partij heeft hervormd, heeft een blijvende invloed op ons politieke landschap. Zijn combinatie van overtuiging en beminnelijkheid blijft een voorbeeld om het vertrouwen in de politiek te behouden en te herstellen.
Toen ik vorige week de uitvaart van de minister van Staat bijwoonde, heb ik de familie en zijn naasten mijn oprechte medeleven aangeboden. Ik herhaal dit hier namens de hele regering.
(De vergadering neemt een minuut stilte in acht)