5-1129/1

5-1129/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

28 JUNI 2011


Voorstel van resolutie met betrekking tot de internationale inspanningen in Afghanistan en de brede regio

(Ingediend door de dames Marleen Temmerman en Güler Turan)


TOELICHTING


Na bijna 10 jaar aanwezigheid in Afghanistan werkt de internationale gemeenschap al enige tijd aan een exit strategie.

Een eerste belangrijke aanzet was de koerswijziging die president Obama aankondigde in december 2009. Naast de counter-insurgency met een verhoging van het troepenaantal met 30 000 werd de start van het overdragen van de verantwoordelijkheid aan de Afghanen zelf officieel aangekondigd. 2014 werd vooropgesteld als eindpunt van dit transitieproces. Belangrijk ankerpunt dat werd vooropgesteld is juli 2011, het startschot voor een eerste terugtrekking van Amerikaanse soldaten.

Tijdens de conferenties in Londen en Kaboel in 2010 bevestigde de internationale gemeenschap, inclusief Afghaans president Karzai, deze tijdslijn. Op de Londen conference werd bovendien beslist om een internationaal fonds op te richten dat herintegratie voor Talibanstrijders financieel ondersteunt.

Een volgend belangrijk signaal werd gegeven op de NAVO Top in Lissabon op 20 november 2010. Het merendeel van de aandacht ging toen naar het nieuwe strategische concept van de NAVO, maar ook Afghanistan stond op de agenda. De NAVO onderschreef « the vision for transition » zoals in december 2010 voorgesteld door president Obama. Zoals NAVO secretaris-generaal Rasmussen het verwoordde bij de start van de meeting : « Today marks the beginning of a new phase in our mission in Afghanistan. We will launch the process by which the Afghan government will take leadership for security throughout the country, district by district, province by province. The direction, starting today, is clear : towards Afghan leadership, and Afghan ownership (...) starting early next year, Afghan forces will begin taking the lead for security operations. This will begin in certain districts and provinces, and based on conditions, will gradually expand throughout the country. The aim is for the Afghan forces to be in the lead country-wide by the end of 2014 (...) We will stay, after transition in a supporting role. »

In hun verklaring na afloop van de Top te Lissabon stelden de staatshoofden en regeringsleiders uitdrukkelijk dat : « As transition proceeds, we will adjust our profile and configuration, reinvesting some of the transition dividend, as necessary and as appropriate, to meet critical security, training and mentoring requirements. We will further strengthen Afghan security capabilities as we gradually move away from combat to an increasingly supporting role. The international civilian effort, including the work done in nationally-led Provincial Reconstruction Teams, should also continue to evolve and enable greater Afghan capacity and leadership and prepare for longer-term development assistance. The UN and other international actors have a key role in this process. » Ook het opnemen van « berouwvolle » Talibanstrijders en het belang van regionale dialoog werd onderschreven : « The inter-related processes of reconciliation and reintegration are a key part of achieving lasting stability in Afghanistan. We welcome Afghan-led initiatives particularly the consultative Peace Jirga, the efforts of the High Peace Council, and implementation of the Afghan Peace and Reintegration Program. We will continue to support Afghan-led efforts to reconcile and reintegrate those members of the insurgency who renounce violence, cut links with terrorist groups, and accept the Afghan constitution. (...) We recognize that many of Afghanistan's challenges cannot be addressed without the constructive support of Afghanistan's regional partners. Enhanced regional co-operation is essential for lasting stability and is most effective when it is regionally-owned, and pursued in a transparent and constructive manner. »

Bij monde van minister van Buitenlandse Zaken H. Clinton werd de Amerikaanse strategie nog eens verduidelijkt in februari 2011 (1) Die bestaat uit 3 surges : het militaire offensief tegen de Al Quada terroristen en Taliban tegenstanders, de civiele campagne om Afghanistan en Pakistan in staat te stellen de oorzaken van de tegenstand weg te werken en een breed diplomatiek offensief. Belangrijk is dat er steeds meer nadruk komt te liggen op de derde component. Clinton refereert in haar speech naar « a new phase of our diplomatic efforts » : « we are launching a diplomatic surge to move this conflict toward a political outcome that shatters the alliance between the Taliban and al-Qaida, ends the insurgency, and helps to produce not only a more stable Afghanistan but a more stable region. » Zo wordt er zwaar ingezet op het losweken van de steun van Taliban leden aan Al Quada. Dat het verenigen van de verschillende belangen en van verschillende bevolkingsgroepen in een door corruptie en geweld geteisterd land niet evident zal zijn spreekt voor zich. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de Peace Jirga en de « High Peace Council ». Ook de geloofwaardigheid en daadkracht van het Karzai-regime is hierbij cruciaal. Het welslagen van een nationale verzoening wordt ook beïnvloed door de bredere regio. Het belang van Pakistan mag blijken uit Obama's « AFPAK »-strategie, maar het betrekken van de brede regio is een fundamentele voorwaarde voor het welslagen van de initiatieven van de internationale gemeenschap. Een belangrijk instrument om de brede regionale dialoog te ondersteunen is de « contact group » van meer dan veertig landen en internationale organisaties.

Ondertussen is de VS er in geslaagd Al Quada leider Osama Bin Laden uit te schakelen. De terreuracties van Al Quada onder zijn bewind vormden de reden dat de VS, in eerste instantie unilateraal, Afghanistan binnenviel. De vraag rees onmiddellijk in hoeverre zijn dood een « game-changer » zou zijn voor de operatie in Afghanistan.

Na een eerste terugtrekking van de Amerikaanse troepen in juli 2011, is een volgend momentum de conferentie in Bonn in het najaar. Deze conferentie moet idealiter leiden tot het ondersteunen van een inclusieve dialoog als aanzet tot stabilisatie van de regio. Daarnaast wordt er nog een regionale conferentie gepland in het najaar van 2011 in Turkije.

Het mag duidelijk zijn dat, hoe meer 2014 nadert, hoe meer er moet én zal ingezet worden op diplomatieke en politieke dialoog. Het is al ontelbare keren herhaald en bewezen in talloze internationale rapporten en studies : stabiliteit in Afghanistan is geen militaire, maar een politieke kwestie die de hele regio aanbelangt. Ondanks het gegeven dat de VS nog steeds verwijst naar het gevaar van Al Quada, gaan de initiële redenen waarom we überhaupt aan deze militaire operatie begonnen niet meer op. Het komt er op aan om volop in te zetten op een duurzame oplossing en stabiliteit in de regio, die effectief ten goede komen aan de Afghaanse bevolking. Hoe moeilijk ook, het ondersteunen van een geloofwaardige en werkzame administratie en politieke en sociale ontwikkeling moet voorop staan, omkaderd door het proces van nationale verzoening. Dit vraagt breed gedragen en weloverwogen diplomatieke en politieke inspanningen.

Met deze resolutie willen de auteurs het voorstel doen om ten volle aan te knopen bij het momentum en in te zetten op een duurzame lange termijn oplossing voor het land en de brede regio.

Op de Ministerraad van 2 april 2010 werd beslist het Belgische engagement in Afghanistan te verlengen tot 2011. Tot dan zullen we in drie theaters aanwezig zijn : Kaboel, Kunduz en Kandahar. Overeenkomstig internationale afspraken zal ons land — de regering in lopende zaken — een zestal maanden voordien een signaal moeten geven aan de NAVO of we dit engagement ook na 2011 zullen verder zetten. We naderen met andere woorden een cruciaal beslissingspunt.

De auteurs roepen heel concreet op om onze inzet in Kandahar, met name de zes F16's en bijhorende ondersteuning, niet langer te verlengen na 2011. De federale regering in lopende zaken moet deze intentie tijdig overmaken aan onze NAVO partners. Daarenboven lijkt het de auteurs, zoals ook afgesproken na de beslissing inzake onze deelname aan de militaire operatie in Libië, noodzakelijk om vooraf een parlementair debat te organiseren.

In een tweede fase kunnen we eind 2012 ons terugtrekken uit het tweede theater, Kunduz. Onze civiele inspanningen, in concreto het trainen van het Afghaanse leger, kunnen worden verder gezet in het Kaboel theater.

Auteurs merken op dat onze inspanningen met betrekking tot de opleiding en training van de Afghaanse politie en de ondersteuning van de Afghaanse administratie tot op heden bijzonder beperkt zijn. Indien we een bijdrage willen leveren aan de uitbouw van een democratische Afghaanse overheid en de geplande transitie, is het wenselijk om te onderzoeken hoe we onze inspanningen ter zake kunnen uitbreiden.

In een derde fase, eind 2013, zetten we onze militaire inspanningen in Afghanistan definitief stop door ons terug te trekken uit het derde theater, Kaboel.

Deze gefaseerde militaire terugtrekking spoort niet enkel met de huidige strategie die internationaal wordt uitgestippeld. Ze houdt bovendien een significante vrijmaking van middelen in. Immers, voor drie verschillende theaters moeten we ook drie keer ondersteuning leveren qua logistiek en mensen. De cijfers spreken voor zich : alle operaties samen zullen ons in 2011 bruto ongeveer 151 miljoen euro kosten. De drie theaters in Afghanistan slorpen van dat totale budget maar liefst 105 miljoen euro bruto bruto op.

Los van een gefaseerde militaire terugtrekking met einddatum 2014, pleiten de auteurs uitdrukkelijk voor een duurzame ondersteuning van de uitbouw van de Afghaanse administratie en ondersteuning van de Afghaanse bevolking.

Alle betrokken departementen dienen te onderzoeken hoe we de Belgische inspanningen hieromtrent kunnen coördineren en optimaliseren.

Een belangrijke globale coördinerende rol is hierbij weggelegd voor de VN UNAMA (United Nations Assistance Mission in Afghanistan) operatie.

Marleen TEMMERMAN
Güler TURAN.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

Gelet op :

A. de Afghanistan Compact (2006) en de Afghanistan National Development Strategy (ANDS);

B. de Amerikaanse Afghanistan And Pakistan Regional Stabilization Strategy, dd. januari 2010;

C. de conclusies van de conferentie te Londen (januari 2010) en te Kaboel (juni 2010);

D. de verklaring uit naam van de NAVO en de Afghaanse regering over « an Enduring Partnership » zoals ondertekend op de NAVO top te Lissabon op 20 november 2010;

E. de Verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders die deelnemen aan de ISAF operatie, na afloop van de de NAVO top te Lissabon op 20 november 2010;

F. de Afghanistan conferentie in Bonn die is gepland in het najaar van 2011 en zich zal toespitsen op drie concrete punten, met name verzoening, transitie en langetermijn engagement;

G. de regionale Top in Turkije die is gepland in oktober 2011 en waarop alle buurlanden van Afghanistan aanwezig zullen zijn;

H. het mandaat van de VN UNAMA missie en in het bijzonder VN Resolutie 1917 (2010);

I. de beslissing van de Ministerraad van 4 april 2010 en het gegeven dat de federale regering in lopende zaken in de loop van juni moet meedelen wat de intenties zijn met betrekking tot onze deelname aan de ISAF missie;

J. de uitschakeling van Al Quada leider Osama op 2 mei 2011,

verzoekt de regering,

1. een parlementair debat te organiseren omtrent onze deelname aan de ISAF operatie in Afghanistan na 2011 en onze verdere inspanningen voorafgaand aan de regeringsbeslissing;

2. af te zien van een verdere verlenging van onze bijdrage met zes F16's aan de ISAF operatie Guardian Falcon en deze dus te beëindigen eind 2011;

3. een verdere gefaseerde terugtrekking te voorzien van onze militaire bijdrage, in concreto :

— een terugtrekking uit de ISAF operatie PRT Kunduz eind 2012;

— met een concentratie van onze inspanningen in het Kabul theater die eindigt in 2014;

4. in overleg met de bevoegde departementen te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om onze civiele inspanningen te verhogen, in het bijzonder met het oog op de ondersteuning van de uitbouw van een stabiele en democratische Afghaanse administratie;

5. in overleg met de bevoegde departementen te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om via niet-militaire inspanningen de Afghaanse bevolking op een duurzame manier te ondersteunen;

6. deze beslissingen en planning tijdig over te maken aan de NAVO-lidstaten die deelnemen aan de ISAF operatie;

7. op het Europese en internationale niveau te pleiten voor duurzaam politiek en diplomatiek overleg, in het bijzonder in het kader van de geplande conferenties in het najaar van 2011.

23 juni 2011.

Marleen TEMMERMAN
Güler TURAN.

(1) Dit gebeurde in haar speech « Remarks at the launch of the Asia society's series of Richard C. Holbrooke memorial addresses », 18 februari, New York.